Hij werd op 12 september 1901 in Duisburg geboren en studeerde in de jaren 1922 tot 1926 compositie aan de Berlijnse Academie voor muziek. Daar kreeg hij les van Walter Gmeindl, die zelf gestudeerd had bij de componist Franz Schrecker. In het begin van zijn componistenbestaan schrijft hij hoofdzakelijk instrumentale werken.
Zijn Serenade voor Klein Orkest en de Suite voor trompet, saxofoon en trombone worden in 1926 zelfs uitgevoerd op het beroemde festivak voor moderne muziek in Donaueschingen. Zijn echte doorbraak bereikt hij met zijn Choral Suite in 1929.
In 1934 wordt hij aangesteld als leraar harmonie en contrapunt aan de muziekschool voor Protestantse kerkmuziek in Berlijn-Spandau. Hij verhuisde van Duisburg naar Spandau en bleef daar de rest van zjn leven wonen.
Hij was een toegewijd leraar en had veel studenten die allemaal getuigen van zijn bijzondere, liefdevolle wijze van lesgeven. Hij hoefde gelukkig niet in actieve dienst. In 1947 werd hij benoemd tot hoogleraar kerkmuziek en compositie aan de Berlijnse Academie voor Muziek. In 1968 stopte hij met deze baan en ook vreemd genoeg met componeren.
Tijdens zijn leven kreeg hij talrijke onderscheidingen w.o., eredoctoraten. We kunnen zijn muziek beluisteren dankzij de talrijke opnamen die ervan gemaakt zijn door dirigenten als Furtwängler.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten