maandag 30 september 2013

tentoonstelling in het Stedelijk Museum Vianen







Het hierboven afgebeelde kunstwerk is vervaardigd door de oorspronkelijk uit Irak afkomstige kunstenaar Qassim Alsaedy. Hij werkt al jarenlang samen met de Duitse keramiste Brigitte Reuter.
Woensdagavond was de officiciële opening van deze tentoonstelling die de naam draagt Rhythms of Pain & Hope, werd  verricht door Frank Welkenhuysen, bekend van zijn medewerking aan het omstreden kunstprogramma van de AVRO  Tussen Kunst en Kitsch.

In zijn verhaal doet Frank een mijns inziens onjuiste uitspraak nl. dat kunt pas kunst is als je door een kunstwerk wordt geraakt. Dat is een zeer subjectieve uitspraak en bij het beoordelen van kunst moeten juist objectieve normen aangehouden worden. Want als je de uitspraak letterlijk neemt wil dat zeggen dat als ik niet geraakt wordt door een werk van Jan Sluiters, dit betekent dat diens werk dus geen kunst is. Ik beschouw deze uitspraak dan ook als lariekoek.


In tegenspraak met de uitspraak wordt het werk van deze Qassim uitgebreid toegelicht o.a. dat hij een grote bewondering heeft voor de historische figuur van Jezus Christus; de spijker staat symbool voor deze man namelijk als teken van pijn en hoop. Heel knap hoe je dit werk kunt interpreteren en er allerlei zaken bijhaalt. 

Ondanks dit alles kan het werk me maar matig bekoren; ik word er in ieder geval niet door geraakt. Ik ben benieuwd hoeveel mensen deze tentoonstelling komen bezoeken. Ik vrees het ergste.

 

Avondje Extra




Vrijdagavond trad het Frottola Quintet op in het Stedelijk Museum in Vianen aan de Voorstraat.
Dit gebouw beschikt op de 2de verdieping een prachtige Schuilkerk en daar vinden geregeld intieme concerten plaats die Avondje Extra worden genoemd.

Dit Quintet bestaat uit muziekstudenten van het Amsterdams conservatorium; de samenstelling is bijzonder omdat het zowel koperinstrumenten ( hoorn en fluit ) als houten instrumenten bestaat ( hobo, fagot en klarinet) bevat en deze samenstelling geeft het opvallende geluid aan dit quintet.


Tijdens het genoemde concert trad het quintet in volledige bezetting op, maar kregen de leden ook afzonderlijk de gelegenheid hun kunnen te laten horen. Zo speelde de fluitiste Aysha Wills een beroemd werk van Claude Debussy, nl. diens Syrinx en daarnaast de Partita in a klein van Johann Sebastiaan Bach.  Ze speelt op zich erg goed, maar alleen het happen naar lucht is erg hoorbaar, zoals dat bij de fagottist en de klarinetspeelster ook het geval is.



Meriam Dercksen speelde een werk van haar vader Theo Dercksen; het was een soort etude voor het instrument en had naar mijn mening weinig om het lijf. Het had van mij achterwege kunnen blijven. Er zijn genoeg andere keuzes te maken. Maar op zich natuurlijk wel sympathiek om een werk van je vader te spelen.



De 5 studenten vertelden op een ontwapenende wijze over hun loopbaan; vooral het lachebekje Itzel Mendez stal de show. Ik vond overigens de hoornist Jochem van Hoogdalem bijzonder goed spelen.
Het concert werd besloten met de Serenade no.2 van Julius Röntgen, waarin de instrumenten tot een zeer fraaie samenklank kwamen.
Een goede raad zou ik het quintet mee willen geven, nl. om aan het begin van een werk af te tellen en niet gezamenlijk naar lucht te happen alvorens de eerste noot te gaan spelen.

De veertig aanwezigen hebben genoten van hun spel.
 

daggedicht 30 september



Voor deze maandag 30 september heb ik een gedicht gekozen van een dichter, wiens geboorteland de laatste jaren is verwikkeld in een vreselijke strijd waarbij duizenden slachtoffers zijn omgekomen en waarvan het einde niet in zicht is. De naam van de dichter is Ali Ahmad Said beter bekend onder zijn dichtersnaam Adonis.

HET BROOD

Het brood keert terug naar zijn deeg,
schuilend in een gedicht,
zoals ik.
Wij zwierven blootsvoets rond heel de nacht.
Heb jij gegeten?
Neen.
Afscheide genomen?
Neen.
Weerstaan aan je stem als hij
zijn koninklijke wonde opende?
Neen.
Wij zwierven heel de nacht
op de bodem van een lied, kijkend
naar de zeilende schepen van de letters.
Ik veegde mijn letters van mijn gezicht
en zette de hoed van de herfst op
om de drijvende tombe te kunnen vastgrijpen.
En wij bogen het hoofd.
De treurige  populier rees omhoog, zeggend -
ik kan het hem horen zeggen-
het brood en ik zijn twee tekens.
Elk lied is een boodschapper,
en het water is een ver gehinnik.

Het brood en ik zijn het bloed.
Wij zwierven heel de nacht rond.
De straten snikten.
De knieën van de minaretten bogen.
En wij bogen....

Uit:  Spiegels
vertaling uit het Engels:  Henri Thijs