zaterdag 5 juli 2014

daggedicht zaterdag 5 juli


Vandaag kies ik als daggedicht een gedicht van Jan Prins, genomen uit zijn bundel Tochten verschenen in 1911. Bij de burgerlijke stand stond hij ingeschreven als  Christiaan Louis Schepp geboren te Rotterdan 5 februari 1876. Achtentwintig jaar was hij marine-officier; tijdens deze periode kwam hij een aantal keren in Nederlands IndiĆ«. Nadat hij om gezondheidsredenen was afgekeurd had hij tijd om zijn indrukken van zijn reizen in verzen vast te leggen. Nog op hoge leeftijd ging hij grieks studeren bij de classicus P.C.Boutens.

DE ZWERVER

Door een leegen kouden akker
loopt een oude arme stakker
zoekend in den harden grond
of - ie geen petatters vond.

Wroetend gaan de zwarten handen,
Klapperendde zwarten tanden,
gulzig glimt de grauwe mond
of - ie geen petatters vond.

In den avond nog, bedrogen,
ging de moede schim gebogen,
knoop de zwarte schaduw rond
of - ie geen petatters vond.

En alvorens te beginnen
aan het maal, zei de bazinne
hoe een groote, vreemde hond
zocht, oe - ie petatters vond.

JAN PRINS.


 

Geen opmerkingen: