zondag 30 september 2012

In mijn droom




Vandaag kies ik een gedicht van de dichteres Stevie Smith, die leefde van  1902 tot 1971



IN MIJN DROOM

In mijn droom zeg ik altijd vaarwel en rijd weg,
Ik weet niet waarheen of waarom, en het maakt me niet uit.
En het afscheid is zoet en het heengaan is zoeter,
En het zoetst van al zijn de nacht en het windgeruis.

In mijn droom wuift iedereen me toe en zegt vaarwel,
Voor het laatst heffen we het glas en ik glimlach en drink,
Ik ben blij dat de reis vastligt, ik ben blij dat ik ga,
Ik ben blij, ik ben blij dat mijn vrienden niet weten wat ik denk.

STEVIE SMITH

UIT:   EEN GEUR VAN PAPAVER

VERTALING UIT HET ENGELS:  KATELIJNE DE VUIJST
WAGNER & VAN SANTEN, SLIEDRECHT, 2006


zaterdag 29 september 2012

San Petrikirche in Kulmbach



KERKEN EN KATHEDRALEN 8


Na ons bezoek aan Himmelkorn, waar we naast de Stiftskirche ook de hooggelegen Plessenburg hebben bezocht, een prachtig bewaard gebleven slot met een prachtige Arkadenhof en werken van de beeldhouwer Daniel Engelhard en Wolff Kelner. Zeer bijzonder is het Rosenkranzbild in 1517 geschilderd door Hans Suess, afkomstig uit Kulmbach

In Kulmbach zelf bezochten we vanzelfsprekend  de Evangelische St.Petri, een fraai kerkgebouw, gebouwd op een rotsplateau, gelegen in het oostelijk deel van de stad. Deze kerk staat op de plaats van de vroegere burchtkerk uit de 13de eeuw.
De St.Petri dateert uit 1439 en is een laat gotische hallenkerk. Tijdens de Markgravenoorlog werd het gebouw verwoest en in 1559 begon men met de herbouw. In de jaren 1878 tot 1880 kreeg de kerk een neo/gotische stijlverandering.
In het voorportaal staat een beeld van de heilige aan wie de kerk kis gewijd de apostel Petrus.



avondje extra in stedelijk museum



Onder deze titel worden op de laatste vrijdag van de maand in het Stedelijk Museum in mijn woonplaats Vianen kleinschalige concerten gegeven. Gisteravond trad daar op het duo La Rosa bestaande uit Astrid Duran en Manito.
 
Het programma voor de pauze bestond uit Sefardische liederen en een tweetal liederen van Federico Garcia Lorca.
Opvallend vond ik dat de zangeres niet wist dat Sefaridische Joden een eigen taal hebben het Ladino, wat een mengeling is van Spaans en Hebreeuws. Toen de Joden in 1492 door de katholieke koning uit Spanje werden verdreven en naar de Balkan, Noord Afrika, Turkije en het Midden Oosten trokken namen ze hun taal mee.
Na de 2de wereldoorlog, toen miljoenen joden omkwamen en veel overlevenden naar Israel gingen werd het Ladino een relict-taal, omdat in Israël het nieuw-Hebreeuws of Iwriet gesproken werd, Ongeveer zo'n 200.000 joden spreken nog het Ladino.

De manier waarop het duo deze sefardische liederen zong, was ook niet juist; alles werd met een flamenco-sausje overgoten. Flamenco en deze vorm van muziekmaken dateert pas uit de 19de eeuw en heeft dus niets met de sefardiem te maken.

Manito bespeelt de gitaar zeer virtuoos en Astrid heeft zich de manier van flamenco-zingen aardig eigen gemaakt, maar het blijft een aangeleerd gebeuren en is daardoor niet authentiek. Ik vond haar ook niet gespeend van eigendunk en ze gedroeg zich als een diva; wat zij natuurlijk niet is.

Tot besluit volgt hier het gedicht van Café de Chinitas van Lorca in de vertaling van Bart Vonck

IN DE KROEG VAN CHINITAS

In de kroeg van Chinitas
sprak Paquiro tot zijn broer:
Ik ben moediger dan jij,
een betere stierenvechter en zigeuner.

In de kroeg van Chinitas
sprak Paquiro tot Frascuelo:
Ik ben moediger dan jij,
een betere zigeuner en stierenvechter,

Frascuelo paktij zijn horloge
en sprak als volgt:
Deze stier moet sterven
vóór half vijf.

Overigens staat het gedicht Nana niet in de bundel verzamelde gedichten van Federico Garcia Lorca verschenen bij Atheneum-Polak& Van Gennep.
 

Zelfportret Emil Orlik


ZELFPORTRET





















Op 28 september 1932 overleed de maker van dit zelfportret Emil Orlik in Berlijn, waar hij sinds 1905 werkte. Naast het schilderen hield hij zich ook bezig met het maken van etsen, litho"s en houtsnijden.
Hij was lid van de Wiener Secession en vestigde zijn naam als portretschilder. Bekend is hij ook om zijn samenwerking met de beroemde regisseur Max Reinhardt voor wiens regies hij kostuumontwerpen maakte.

Elia Kazan


LEVENSBERICHT 28 SEPTEMBER


28 September 2003 overleed de omstreden Amerikaanse filmregisseur Elia Kazan. De reden van deze omstredenheid is gelegen in het feit dat deze op 7 september 1909 in Istanboel geboren filmer een van de weinige Hollywood figuren was die verscheen voor de beruchte commissie van senator Joseph McCarthy die met een heksenjacht bezig is op iedereen die van communistische sympathieën wordt verdacht.
Het vreemde van dit optreden van Kazan is gelegen in het feit dat hij in zijn jeugd een lid van de communistische partij was en lid van een geradicaliseerd toneelgezelschap.

Zijn veranderde denkwijze werd veroorzaakt door de misdaden die tijdens het Stalinbewind werden begaan en hij zich als ware verraden voelde door de communisten. Consequentie van deze "bekering" was dat hij ging samenwerken met de commissie van McCarthy en namen ging noemen van mensen waarvan hij wist dat deze zogenaamde communistische sympathieën had; daaronder behoorde bv. de acteur John Garfield, die met vele anderen op de zwarte lijst werd geplaatst die de McCarthycommissie opstelde.
Al de mensen die op deze lijst terechtkwamen kregen problemen met hun carrière. Garfield werd depressief en overleed in 1952, een jaar nadat hij beticht werd van deze sympathie.


Als we alleen naar zijn films kijken moeten we zeggen dat hij een groot regisseur was die bv. door de verfilmingen van toneelstukken van nog onbekende auteurs als Tenessee Williams en Arthur Miller ervoor zorgde dat hun naam als toneelschrijver werd bevestigd.
Voorbeelden daarvan zijn A Streetcar Names Desire (Tenessee Williams) en Death of a Salesman (Arthur Williams).
Andere beroemde films van Kazan was On the Waterfront, over een heldhaftige verklikker) die Marlon Brando beroemd maakte; sommigen denken dat Kazan deze film maakte om zijn critici de mond te snoeren.

In 1999 kreeg Kazan een ere-Oscar voor heel zijn oeuvre en hoewel iedereen overtuigd was van zijn meesterschap als regisseur, konden velen toch niet zijn medewerken aan de McCarthycommissie niet vergeten en vergeven en woonden de plechtige uitreiking van deze prijs niet bij en weigerden opzichtig te applaudiseren.

Tabernakel



DAGGEDICHT ZATERDAG 29 SEPTEMBER

Vandaag kies ik een gedicht van de dichter Lloyd Haft, geboren in 1946.

TABERNAKEL

Ik vraag niet langer
om muren, zal mij ook zonder
weten: door wind
afdoende omarmd.

Waar marmer niet is
sta ik, waar water niet staat
loop ik, en voel 
aan de duur van mijn verlangen

hoe ik hoor, hier
deze rivier
waar ik midden in mist,
in schotsen wandel.

Het is niet vreemd
dat in deze kou mij adem
komt: want ik kom
om de wind te warmen.

Lloyd Haft 


Stitskirche in Himmelkorn


KERKEN EN KATHEDRALEN 7

Na ons bezoek aan Bayreuth met zijn twee prachtige kerken zijn we naar twee andere plaatsen in het prachtige Fichtelgebergte gereden om daar de kerken te bezoeken.

Eersr reden we over de E 48 via Bisschofsgrün, Kronach en namen bij  de afslagen autobaan Berlijn en Neurenberg meteen links de afslag Himmelkorn. Het is een aardig plaatsje, dat beheerst wordt door het voormalige slot met de bijbehorende Stiftskirche.

De gebouwen van het slot worden momentgeel gebruikt door geestelijk gehandicapten. Qua interieur verwacht je een grote kerk, maar dat binnenin enorm tegen en daarnaast is het contrast tussen de gotische stijl van het gebouw en het barokke interieur erg groot.
Aan dit interieur hebben een groot aantal kunstenaars meegewerkt zoals Antonia della Porta en Bernardo Quadri beiden afkomstig uit Lugano, maar vooral de beeldhouwer Elias Räntz uit Bayreuth, die het hoofdaltaar vervaardigde.

Zeer belangrijk en van grote kunstzinnige waarde zijn de grafstenen en "denkmalen " in deze kerk bv. het grabdenkmal van graaf Otto VII van Orlamünde, die de laatste uit het geslacht Orlamünde op de burcht Plassenburg. 
 
Bekend is deze kerk ook door de zogenaamde Ritterkapelle onder het Nonnenkoor. Hier zijn een aantal bekende persoonlijkheden bijgesteld zoals Georg Friedrich Karl, Prins Christian Heinrich, Prins Albrecht Wolfgang en de laatste Markgraaf van Bayreuth Friedrich Christian.

Marnix Gijsen



In mijn studietijd las ik romans van schrijvers die momenteel ofwel niet meer gelezen worden ofwel verguisd worden door de huidige literatuurcritici.


Een van deze schrijvers was Marnix Gijsen, die 29 september 1984 in Leuven overleed. Hij kreeg een ortodox katholieke opvoeding o.a. bij de Jezuiten, maar tegelijk bleek hij een strijdbaar flamingant te zijn. Aan het begin van zijn werkzame leven ging hij werken bij een uitgeverij en studeerde tegelijk aan de universiteit van Leuven, alwaar hij in 1925 promoveerde op een proefschrift over de handel in Antwerpen in de periode tussen 1488 en 1567.

In hetzelfde jaar publiceerde hij zijn eerste expressionistische bundel Het huis, waarin hij persoonlijke relaties betrok. Samen met literaire vrienden Karel van den Oever, Victor J.Brunclair en Paul van Ostaijen vormde hij het humanitair-expressionistische tijdschrift Ruimte dat slechts één jaar is verschenen.

In verband met zijn studie maakte hij een studiereis naar de Verenigde Staten, dat de bron vormt voor zijn reisverhaal Ontdekt Amerika dat in 1927 verscheen.
Inmiddels was hij een publiek figuur geworden die een groot aatal openbare functies bekleedde o.a. bij de Belgische deelname aan de wereldtentoonstelling van 1939-1940. Bij het uitbreken van de 2de wereldoorlog was hij in New York waar hij cultureel attaché was.
Naast al deze werkzaamheden vond hij ook nog tijd voor het schrijven van essays over beeldende kunst en schreef boeken over Karel van Mander, Hans Memlinc te Brugge en Jozef Cantré en op literair gebied maakte hij een bloemlezing over Vlaamse dichters onder de titel Brevarium der Vlaamsche lyriek gepubliceerd in 1937.

Wat zijn persoonlijk leven heeft de 2de wereldoorlog een enorme verandering bij hem te weeg gebracht door het katholieke geloof af te zweren en zich te bekeren tot een stoïcijns agnosticisme. Weerslag daarvan kan men vinden in romans als Joachim van Babylon, Klaaglied om Agnes en Telemachus in het dorp, waarin hij zijn speurtocht naar het verleden weergaf.

In het boek Grafzuil voor Agnes uit 1979 vertelde Gijsen samen met zijn broer René de achtergronden van de dood van zijn jongste zus.
Ik ben van plan om na een paar boeken van Hubert Lampo te hebben gelezen, dit ook te gaan doen met boeken van de schrijven aan wie ik dit artikel heb gewijd om te zien hoe ik deze na zoveel jaren de herlezing vind.



vrijdag 28 september 2012

Zelfportret Ilja Repin


































Een aantal jaren geleden heb ik in het Groningermuseum een retrospectief van de maker van dit zelfportret gezien en met zeer veel anderen was ik overdonderd door de pracht en kracht van deze schilderijen. Deze Ilja Repin stierf 29 september 1930  in Kuokkala, dat momenteel in Filand ligt.
In het begin van zijn carriere hield hij zich bezig met het schilderen van iconen, maar werd in 1870 in een klap beroemd met zijn schilderij Boottrekkers van de Wolga dat we kunnen zien als een aanklacht tegen de werkomstandigheden van deze mensen.
Hij is ook bekend om zijn geweldige portretten van tijdgenoten zoals Modest Moessorgski en Leo Tolstoi.






























Stadtkirche Heilig Dreifaltigkeit



Na het bezoek aan de Schlosskirche bezochten we de Stadtkirche Heilig Dreifaltigkeit. Met de bouw van deze kerk werd in 1375 begonnen, maar door de Hussietenoorlog kwam het kerkgebouw er slechts als ruïne uit te voorschijn.

In 1439 werd weer met de herbouw begonnen, maar pas in 1470 waren de gewelven dicht. In 1528 werd door Markgraf George de Vrome de Hervorming ingevoerd. Gevolg daarvan was dat vele kostbare stukken uit het kerkgebouw werden verwijderd.

Het huidige kerkgebouw is een mengsel van laat-gotiek, renaissance, barok en neo-gotiek. Binnen is het gebouw  55 meter lang, 20 meter breed en 16 meter hoog. Veel van het oorspronkelijk karakter is dooe de talrijke renovaties verloren gegaan, maar desondanks is het interieur zeer fraai, waarbij de nadruk is gelegd  op datgene waarvoor een kerkgebouw eigenlijk dient, namelijk niet pronken en pralen, maar voor de liturgische eredienst.

Gelukkig bevinden zich nog enkele kostbaarheden in de kerk waaronder een retabel dat me sterk aan de retabels uit de Bretonse kerken. Dit retabel dateert uit 1520.


De kinderen stonden om haar saam



 Vandaag neem ik het laatste gedicht uit de bloemlezing Twee Lentes van E.Hoornik over en dat is een gedicht van de voor mij onbekende en in de vergetelheid geraakte Hanno van Wagenvoorde.


GEDICHT

De kindren stonden om haar saam
met mandoline en witte fluiten,
maar ;t loflied klonk die dag profaan.

En vogels aan de blauwe ruiten
van het gebrandeschilderde raam
vraten verkleumd de vruchten uit de
vergulde hand van Notre Dame.

Toen trad zij uit het lood en glas,
Maria, en zocht in de straten
alsof haar iets ontnomen was.

Zij zag de vallende soldaten
verdrinken in het snelle gas;
en zag de priesters en prelaten,

die schudden aan de armenkas;
de dominees die teksten aten
totdat hun maag werd aangetast.

Toen vond zij afzijds van hun praten
haar zoon verrukt op een terras
zijn kleine vlieger op te laten.

HANNO VAN WAGENVOORDE

woensdag 26 september 2012

Zelfportret Wouter Johannes van Troostwijk




































De kunstenaar die zich hier afbeeldt kijkt ietwat schalks naar de de denkbeeldige kijker en is vervaardigd door de Nederlandse schilder Wouter Johannes van Troostwijk.
Het milieu waarin hij opgroeide was intellectueel en welgesteld. Zijn vader was een bekend scheikundige, die thuis allerlei poroeven deed. Er kwam een huisvriend over de vloer Jeronimo de Vries, die de persoonlijke gegevens over de schilder heeft opgetekend. Volgens Jeronimo was Wouter al als kind bezig met tekenen.
Wouter wilde niet het risico lopen om in armoe te moeten leveren en werd bode(concierge) van het Amsterdamse Stadhuis. Dat leverde hem jaarlijks 5000 gulder per jaar op. Hij wijdde zich ook aan de etskunst. Helaas is hij slechts 44 jaar oud geworden.

La Wally - Alfredo Catalani



VERGETEN OPERA'S

Ik heb al eens eerder aandacht geschonken aan componisten die een groot aantat werken hebben gecomponeerd, maar die bekend gebleven zijn door één werk of zelfs één aria uit een opera. Een bekend voorbeeld daarvan is de componist Alfredo Catalani, wiens opera La Wally wat naam betreft bij muziekkenners bekend is, maar waarschijnlijk slechts door een enkeling in zijn  geheel is gezien of gehoord.


Het was de op 16 september 1977 overleden sopraan Maria Callas die een lans brak voor componisten als Donizetti, Bellini, Spontini en Catalani, en o.a. de beroemde aria Ebben?No andro lontana, Deze aria zingt Wally als zij voorgoed haar huis verlaat.

Het libretto van Luigi Illica is gebaseerd op de roman Die Geyer -Wally. Eine Geschichte aus der Tyroler Alpen, geschreven door Wilhelmine von Hillern. De opera eindigt met de zelfmoord van Wally die namelijk zich in een ravijn stort.

Of Callas een opname van deze opera heeft gemaakt, weet ik niet; er bestaat wel een uit 1968 daterende opname onder leiding van Fausto Cleva, met Renata Tebaldi in de titelrol.

Inmiddels bestaan er een groot aantal opnamen van de beroemde aria uit deze opera, maar de mooiste opname vind ik die van Maria Callas, die bijzonder goed de gemoedstoestand van deze Wally ten gehore weet te brengen. Dat was trouwens toch haar grote kracht en daar schonk zij veel meer aandacht aan dan aan haar zangtechniek. Dat ontsierde soms haar opnames, vooral in de hoogte forceerde zij zich vaak.
Maar hier toont zij zich op het hoogtepunnt van haar kunnen.

Helaas kan ik de opname van Callas niet invoegen in dit artikel, vandaar deze vervangende opname met Renee Fleming.

Verduistering



Het een na laatste gedicht in de bloemlezing Twee Lentes is een gedicht van de vooral als romanschrijfster bekend geworden Anna Blaman.


VERDUISTERING

Wij zatrn om een kaars en voelden lust
iets ouds te zingen in dit gouden bad
maar geen begon of zei er wat;
toch was een ieder zich het goud bewust.

De duisternis in heel de stad
begon toen een romance op ontstemde lier.
Een snoek schoot in bleek harenwier
en een sirene gild'haar noodruft zat.

En wij, met zeven, sloegen vroom een kruis.
De kaarsvlam schetst'enorme spoken
op de kartonnen wanden van ons huis;

en monsterlijk gerekt of neergedoken
het rhytme volgend van geheim geruis
bleven wij roerloos van onszelf beloken.

ANNA BLAMAN  
 

Zelfportret Hipplyte Petitjean



























Bovenstaand zelfportret is vervaardigd door de voor mij onbekende Franse schilder Hippolyte Petitjean, die leefde van 1854 tot 1929. In 1872 ging hij zich serieus bezig houden met het schilderen door te gaan studeren aan de kunstacademie in Parijs waar hij lessen volgde bij Alexandre Cabanet.
In het begin van zijn carrière schilderde hij in de stijl van Puvis de Chavannes, dus taferelen uit de mythologie, maar onder invloed van Georges Seurat gaat hij neo-impressionistisch werken en dan speciaal in devisionistische stijl.
Na 1910 maakt hij hoofdzakelijk aquarellen, raakt v ereenzaamd in sterft in grote armoede.

dinsdag 25 september 2012

Avondval





Na G.van Gelder gaf E.Hoornik in zijn  bloemlezing  Twee Lentes ruimte aan W.Hussem voor een gedicht.


AVONDVAL

Kleine grijze watervogels
Waden door de zoutmoerassen
Van een weggevluchte zee.
Zoeken slakken, duizendpooten,
Azen op verborgen wormen,
Snellen trippelpassend voort,
Cirklen met gespreide wieken,
Klagend, krijschend om mijn hoofd.
Zwerven op vlagend duister
Naar de helmbegroeide duinen
Achter 't laatste visschershuis,
Waar de lamp wordt aangestoken
Voor het breken van brood.

W.HUSSEM

Schlosskirche in Bayreuth




Vanzelfsprekend bezochten we tijdens onze vakantie in het Fichtelgebergte ook de stad die zijn bekendheid dankt aan de componist Richard Wagner, nl. Bayreuth.

In het kader van deze serie artikelen wil ik aandacht schenken aan een tweetal prachtige kerken in deze stad en als eerste is dat de Schlosskirche.
Deze kerk is gelegen aan de Maximilianstrasse en ligt aangebouwd aan het Altes Schloss. Blikvanger is de in 1626 gebouwde Schlossturm, deze herinnert ons aan de tijd van de Markgrafen, toen tijdens het Paasfeest in 1758  deze kerk ingewijd werd als evangelische kerk.


We komen binnen in een heldere ruimte, die door de Franse architect Josef St.Pierre werd ontworpen. Het plafond werd beschilderd door de Italiaan Giovanni Battista Pedrozzi in rococostijl.
Onder het orgel is in een nis  de belangrijkste  Markgräfin van Bayreuth Wilhelmina die leefde van 1709 - 1758 en de zuster was van Frederik de Grote bijgezet.

Na de 2de wereldoorlog werd de kerk de belangrijkste kerk van de katholieke gemeenschap van Bayreuth.


Zelfportret Dick Ket


 
































Het hierboven afgebeelde zelfportret vind ik een vreemde eend in de bijt en laat mijns inziens zien hoe de maker ervan Dick Ket in het leven stond nl. die van een koele observator, maar tegelijk doodeerlijk in de weergave van zichzelf.
Het is een voorbeeld van het magisch-realisme waartoe hij zich na zijn impressionistische periode had bekeerd en waarin hij laat zien dat ook de dode voorwerpen vol bezieling zitten. Deze levenshouding zal ook te maken hebben gehad met de geisoleerdheid van zijn bestaan, veroorzaakt door allerlei fobieën zoals straatvrees en een hartziekte.

Einzug der Gladiatoren



 Liefhebbers van klassieke muziek kennen ongetwijfeld de mars Einzug der Gladiatoren, maar weinige mensen wie je vraagt of zij ook weten wie de componist van dit werk is, zal het antwoor schuldig blijven.

15 september 1916 overleed deze componist aan de gevolgen van psyschische klachten die de 1ste wereldoorlog bij hem veroorzaakten. Hoewel hij slechts 44 jaar oud werd - 18 juli 1872 in Praag geboren -  liet hij een enorm oeuvre achter dat bestaat uit zeer verschillende werken.
Hij studeerde fagot, viool en slagwerk en compositieleer ontving hij van Antonin Dvorak. In 1891 ging hij in dienst en werd gelegerd in het plaatsje Krems gelegen aan de Donau. Daar speelde hij mee in het orkest van Josef Wagner en later in het orkest van Karl Komzak.

Hij  verliet de dienst in 1895 en kreeg na zijn terugkeer in Praag een aanstelling als 2de fagottist in het orkest van het Duitse Theater. In 1896 werd hem het dirigentschap aangeboden van het stadsorkest Praag en van het Danicakoor uit Sisak.
Echte bekendheid kreeg hij pas toen hij kapelmeester werd van de militaire kapel verbonden aan het 86ste infanterieregiment gelegerd in Serajewo. In 1900 verhuisde het orkest naar Wenen en kreeg hij de kans zijn composities te spelen voor een groot gehoor.
Hij kon nu ook symphonische werken componeren en uitvoeren en deze gaven blijk dat hij het instrumenteren zeer goed onder de knie had. Toch bleef Bohemen aan hem trekken en in 1910 ging hij weer terug en vestigde zich in Theresienstadt, waar hij  directeur werd van het orkest verbonden aan het 92ste Infanterieregiment.

In 1913 trouwde hij en verliet opnieuw zijn geboorteland en vestigde zich in Berlijn, waar hij zich volledig aan het componeren wijdde, tot hij in 1916 getroffen werd door de slechtaflopende ziekte. Naast zijn compositorisch werk hield hij zich ook bezig met zijn muziekuitgeverij.
Zijn composities omvatten werken voor orkest, een groot aantal voor harmonieorkest, koorwerken, kamermuziek en pianowerken.



dinsdag 18 september 2012

Testament




Na de voor mij onbekende Theo van Baaren volgt in de bloemlezing Twee Lentes van Ed. Hoornik een voor mij ook onbekende dichter nl. G. van Gelder.


TESTAMENT


Hij buigt zich dieper naar de trage acte
Die 't allerlaatste in hem overwint
En zijn gedachten tot  verbeelding spint....,
Hij is niet hier maar zwervend op de vlakte

Van zee en wind op een vermist fregat
Dat houd vervoert, blinkende kostbaarheden;
In vliegend weer verzeild, ondanks gebeden
Kustwaarts gedreven - overspoeld op 't wad.

Een bliksemschicht, zonlicht dat in de inkt -
Pot valt, schrikt hem terug tusschen de wanden.
Hij teekent zwaar en geeft het stuk uit handen.

Bezint zich thuis pas hoe hij is bedrogen.
Daaglijks bespied, twee maal twee koele oogen
Waar enkel soms het helsche vuur in blinkt.

G. VAN GELDER

zondag 16 september 2012

Grace Kelly




Er zijn filmregisseurs die een speciale voorliefde hebben voor de zogenaamde blondines; vrouwen die een koele schoonheid tonen, maar onder dat onaantastbare uiterlijk kan het broeden. Een voorbeeld van zo'n regisseur was de beroemde Alfred Hitchcock, die in de Amerikaanse filmster Grace Kelly precies de vrouw vond die hij voor ogen had voor zijn films.

Haar vader was van Ierse komaf en haar moeder was de dochter van Duitse immigranten. John Brendan Kelly was een fameus roeier die op de Olympische spelen van 1920 en 1924 drie gouden medailles behaald.
Zeer tegen de zin van haar ouders koos Grace voor een loopbaan als actrice en kreeg al op 22 jarige leeftijd een rol aangeboden.

Echt bekend werd ze pas door haar rollen in een drietal films van Hitchcock nl. Dial M for Murder gedraaid in 1954, Rear Window eveneens uit 1954 en To Catch a Thief uit hetzelfde jaar. Een andere kleinere rol speelde ze in de beroemde western High Noon van de  regisseur Fred Zinneman.

Zij wist zelfs een Oscar in de wacht te slepen voor haar rol in The Country Girl, waarin Bing Crosby haar tegenspeler was en met wie zij volgens ingewijden een verhouding had.
Inmiddels had zij Prins Reinier van Monaco leren kennen, die zijn relatie met de Franse actrice Gisèle Pascal had beeindigd omdat bleek dat deze dame geen kinderen kon krijgen. Grace Kelly was katholiek  en dus was zij voor de Grimaldi's een prima partij. De enige voorwaarde die aan haar gesteld was dat zij na haar huwelijk moest stoppen met acteren. Zeer tegen haar zijn heeft zij daarin toegestemd.

Dat er meer aan de hand was o.a. een familieruzie tussen Reinier en zijn zuster Antoinette, die dacht dat haar zoon de troon kon  bestijgen als Reinier ongetrouwd bleef. Het vreemd was ook dat deze Gisèla later wel kinderen heeft gekregen.

Of het huwelijk een sprookje is gebleven weten we niet; over mensen in deze posities doen altijd geruchten de ronde, wel staat vast dat er een abrupt einde aan dit huwelijk kwam. Op maandag 13 december reed zij samen met haar dochter Stéphanie  in haar Rover op een kronkelige weg naar La Turbie, toen ze een beroerte kreeg en de auto onbestuurd werd en in een ravijn stortte. Zonder bij kennis te komen overleed zij de volgende dag en werd op 18 september 1982 bijgezet in het familiegraf in de kathedraal van Monaco.

zaterdag 15 september 2012

Zuilenheilige




Na Hella Haasse was het de beurt aan Theo van Baaren om met een gedicht opgenomen te worden in de bloemlezing Twee Lentes van Ed. Hoornik,


ZUILENHEILIGE

Hij is alleen, de hemel wil hem niet,
de aarde is hem op zijn zuil vergeten,
alleen de gele vette maden vreten
gezapig voort, hun  stoort dit alles niet,

omdat ze niets van hoger dingen weten,
van God noch liefde, vreugde noch verdriet,
en wat de mens zo verder nog beziet
als waardevoller dan het daaglijks eten.

Zijn benen zijn van 't zitten dor en stijf,
zijn nagels zijn vergroeid tot kromme klauwen
en zijn verzakte schouderpaar beschouwen
de raven als een passend nachtverblijf.

Zo zal hij zitten tot in 't eind der dagen
bazuingeschal hem van zijn zuil zal jagen.

THEO VAN BAAREN

Nikolaikirche in Potsdam



KERKEN EN KATHEDRALEN 3


In 1992 verbleven we in Duitsland op een camping in de buurt van Potsdam. Vanzelfsprekend hebben we daar de St. Nikolaikirche bezocht, de blikvanger van deze stad.

Op de plaats van het huidige kerkgebouw hebben door de eeuwen heen een aantal kerken gestaan. De voorlaatste was de tussen 1721 en 1724 naar een ontwerp van Philipp Gerlach gebouwde Nicolaikerk die op 3 september 1795 bij een brand volledig afbrandde.
Het heeft jaren geduurd voordat met nieuwbouw werd begonnen vooral dankzij kroonprins Friedrich Willem , de latere koning Friedrich Willem IV. Men gebruikte daarvoor de ontwerpen van de beroemde architect Karl Friedrich Schinkel en de bouwwerkzaamheden stonden onder leiding van Friedrich Ludwig Persius. In 1830 werd gestart met de bouw en op 17 september 1837 werd de kerk ingewijd.  Schinkel heeft dat nog meegemaakt; hij stierf in 1841.

Enkele te noemen bezienswaardigheden in dit gebouw zijn  de vier schilderingen die de grote profeten verbeelden en geschilderd zijn door E.Holbein en C. Stürmer.
Ossowsky versierde de apsis met gestileerde Palmen- en Boogramen. Achter het hoofdaltaar staat een kruis met een Christuskop  vervaardigd door Christian Friedrich Tieck.
In april 1945 verwoestte Russische artillerie de koepel en het portaal; deze werden in 1981 herbouwd.