15 september 1916 overleed deze componist aan de gevolgen van psyschische klachten die de 1ste wereldoorlog bij hem veroorzaakten. Hoewel hij slechts 44 jaar oud werd - 18 juli 1872 in Praag geboren - liet hij een enorm oeuvre achter dat bestaat uit zeer verschillende werken.
Hij studeerde fagot, viool en slagwerk en compositieleer ontving hij van Antonin Dvorak. In 1891 ging hij in dienst en werd gelegerd in het plaatsje Krems gelegen aan de Donau. Daar speelde hij mee in het orkest van Josef Wagner en later in het orkest van Karl Komzak.
Hij verliet de dienst in 1895 en kreeg na zijn terugkeer in Praag een aanstelling als 2de fagottist in het orkest van het Duitse Theater. In 1896 werd hem het dirigentschap aangeboden van het stadsorkest Praag en van het Danicakoor uit Sisak.
Echte bekendheid kreeg hij pas toen hij kapelmeester werd van de militaire kapel verbonden aan het 86ste infanterieregiment gelegerd in Serajewo. In 1900 verhuisde het orkest naar Wenen en kreeg hij de kans zijn composities te spelen voor een groot gehoor.
Hij kon nu ook symphonische werken componeren en uitvoeren en deze gaven blijk dat hij het instrumenteren zeer goed onder de knie had. Toch bleef Bohemen aan hem trekken en in 1910 ging hij weer terug en vestigde zich in Theresienstadt, waar hij directeur werd van het orkest verbonden aan het 92ste Infanterieregiment.
In 1913 trouwde hij en verliet opnieuw zijn geboorteland en vestigde zich in Berlijn, waar hij zich volledig aan het componeren wijdde, tot hij in 1916 getroffen werd door de slechtaflopende ziekte. Naast zijn compositorisch werk hield hij zich ook bezig met zijn muziekuitgeverij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten