maandag 30 juni 2014

daggedicht 30 juni


als daggedicht voor deze maandag 30 juni 2014 kies ik een gedicht van Herman van den Bergh, een dichter die tijdens zijn leven als eerste zogenaamde Vitalist  volop in de belangstelling stond, maar die als zovelen al snel vergeten werd. Hij zag het levenslicht in Amsterdam op 30 januari 1897 en volgde daar ook een rechtenstudie. Daarnaast moet hij een zeer goed violist geweest zijn, want hij speelde als violist in het Concertgebouworkest.
Was ook werkzaam als journalist bij de Telegraaf waardoor hij veel buiten Nederland verbleef. Ook maakte hij lange reizen door Zuidoost-Europa, Klein-Azië en Noord-Afrika. Na de 2de Wereldoorlog vestigde hij zich voorgoed in Nederland en ging als redacteur en eindredacteur werken  bij de Winkler Prins Encyclopedie. Opnieuwe veranderde hij van baan en werd docent Italiaanse cultuurgeschiedenis aan de Amsterdamse Universiteit en nog weer later in 1963 docent Italiaanse letterkunde.
Als dichter en redacteur was hij verbonden aan het literaire tijdschrift Het Getij, dat zich in 1924 opsplitste in De Vrije Bladen en Forum.

LIEDJE

Het loof, dat om mij henen vlakt
en al de dag zich roeren kon,
is droog en stil - eentonig klokt
een kleine citer aan de bron.

De bomen zijn van ver bij mij
en danse'onhoorbaar in het meer.
de nevelboten gaan voorbij
naar riemslag ook niet éne keer.

Naar alle zijden ligt mijn doel:
toch ben ik 'k mij van geen weg bewust -
en in het vilten duister voel
'k een glimlach om mijn grote rust.


 

Geen opmerkingen: