Daggedicht 7 juni

Vandaag kies ik een gedicht van een dichter aan wie Gerrit Komrij aandacht wijdde in zijn Sandwich-reeks nl. O.C.F.Hoffman, die leefde van 1744 tot 1799, die heel bijzonder voor deze tijd zijn gedichten  niet liet rijmen. Hij werd geboren in het plaatsje Küstrin - tegenwoordig Kostrzyn aan de Pools-Duitse grens Hij woonde er tot 1754; in dat jaar kwam hij onder de hoede van een Amsterdamse oom, die hem op een Franse kostschool plaatste. Na zijn opleiding werkt hij 16 jaar in Amsterdam, maar keerde 1770 terug naar zijn vaderland. In 1780  trouwde hij er.  Opvallend is dat hij in het Nederlands schreef.

VOORRANG DES SLAAPS

De zuigling kent nog niet
Den wijn: de grijzaard kent
Niet meer 't genot der min
De jongling proeft en kwijnt:
De man slegts drink en mint.
Maar allen kennen ze,
Genieten ze den slaap.
Ik sliep gewiegd, als kind;
Ik sliep, als jongeling:
Thans slaap ik als een man:
En zal, zo 'k hoop, eenmaal
Als grijzaart slaapen. En,
Welk blijd vooruitgezigt!
Ik zal een' langen nacht
Ten laatste slaapen in 't
Gemakkelijk graf

O.C.F.HOFFMAN