dinsdag 8 september 2015

daggedicht dinsdag 8 september


Vandaag kies ik een gedicht van een omstreden dichter vanwege zijn rol in de Tweede Wereldoorlog. Het tribunaal in Haarlem veroordeelde hem eind 1946 tot een gevangenisstraf van twee jaar en ontzetting van 10 jaar uit het Kiesregister. Bovendien kreeg hij van de Ereraad voor de Letterkunde vanwege zijn lidmaatschap van de Kultuurkamer en activiteiten daarvoor een publicatieverbod van tien jaar. Hij leefde een teruggetrokken leven en hield zich de laatste jaren van zijn leven bezig met het leven en werk van Augsutinus. Algemeen wordt hij gezien als een eminent vertaler van diens werken.
In "Erts " letterkundig jaarboek jaargang 4 vond ik volgend gedicht


NACHTWACHT

De kamer krimpt zich dicht -
Terwijl ik mij neerbuig beneden een eenzaam licht,
zit ik - maar bijwijlen lijkt het een ander dan ik -
gebogen als hier, in de bruine kajuit van een boot,
die, smal en teloor, niet langer bestaande schier,
op de diepe, duistere zee van den nacht
zich misschien nog ergens bevindt?

Ik ben de eene, wereld=eenzame passagier,
die naar het nachtelijk krimpen, keeren, vlagen,
van vreemden, veelvormigen wind
ineengedoken, met geluidloozádem, zit te hooren:

o schemerend bekende, tijden ver verdwaalde stemmen...
hoe zou ik niet, bekoord en huivrig, jagen
langs uw verraadselde, half uitgewischte sporen?


GERARD WIJDEVELD

Aan H. Klomp.



Geen opmerkingen: