Dit koorwerk Cantique de Jean Racine schreef Gabriel Fauré aan wie ik dit levensbericht wijd op 19 jarige leeftijd en het is een geliefd koorwerk geworden en gebleven en een van de bekendste composities van deze Franse componist.
12 mei 1845 werd Gabriel geboren in Pamiers, gelegen aan de voet van de Pyreneeën en was de jongste van 6 kinderen. Zijn ouders onderkennen al heel snel de muzikale talenten van hun zoon en sturen hem op 9 jarige leeftijd naar Parijs, waar hij gaat studeren aan de Ecole de Musique Religieuse et Classique. Een van zijn leraren is er Camille Saint Saens. Met bovengenoemd koorwerk behaalt hij in 1865 een eerste prijs in compositie.
Hij verlaat in 1865 de school en wordt organist in diverse kerken. Hij zet zich in om werken van jonge Franse componisten uitgevoerd te krijgen en richt hiervoor de Société Musicale Indépendante op. Vervolgens wordt hij benoemd tot compositieleraar aan het Parijs conservatorium. Toenemende doofheid dwingt hem deze functie in 1920 op te geven.
Naast instrumentale werken hield Fauré zich ook bezig met het romantische lied. Hij zette gedichten van b.v. Victor Hugo, Charkes Baudelaire en Gautier op muziek. Algemeen worden zijn latere liederen tot zijn beste beschouwd, omdat hij daarin de essentie van het gedicht in muziek weet te vangen. Voorbeelden hiervan zijn Les Berceaux en Le Secret.
Het bekendste werk van deze componist is Het Requiem, dat opvalt omdat geen werk van treurnis is, maar een van troost. De eerste uitvoering was in de Madeleine op 16 januari 1888. Gepubliceerd werd het werk in 1900. De prachige sopraansolo Pie Jesu neemt de plaats in van het Benedictus en ook de delen als Libera Me en In Paradisum staan normaal niet in een Requiem.
2 opmerkingen:
Erg mooi, sowieso Fauré
Mag ik graag naar luisteren.
Een reactie posten