Spechtiania is een blog waarin artikelen verschijnen over letterkunde, geschiedenis, muziek, politiek en actualiteit.
donderdag 31 mei 2012
Ford Madox Brown
Bovenstaand zelfportret is van de op 11 oktober 1893 overleden Engelse kunstschilder Ford Madox Brown, die naast het schilderen zich ook bezig hield met het ontwerpen van meubels en gebrandschilderd glas. Brown voelde zich verwant met de Prerafaëlieten, maar sloot zich niet bij deze groep aan, omdat hij zich nog meer aangetrokken voelde tot sociaal-kritische thema's.
Onderstaand ziet u een ander zelfportret van deze schilder.
James Loudon
Het is vandaag 112 jaar geleden dat mijn persoon die centraal staat in dit blog is overleden. James Loudon stierf 31 mei 1900 op 75 jarige leeftijd in Deen Haag, de stad waar hij op 8 juni 1824 het levenslicht zag.
Zijn vader was afkomstig uit Engeland die op Java een suiker-en indigofabriek bezat. James ging naar de Leidse Universiteit om er rechten te studeren en zoals vele jongemannen voor- en na hem vertrok hij als jong advocaat naar Nederlands Indië en woonde in Batavia. Hij maakte al snel carriëre en zijn roem snel hem vooruit en teruggekeerd in Nederland werd hij 14 maart 1861 benoemd tot minister van koloniën.
Maar het kabinet waar hij deel van uit maakte dat geleid werd door Van Zuylen van Nijevelt en Van Heemstra viel al na een jaar. Hij verliet de actieve politiek en werd commissaris van de koningin in de provincie Zuid Holland.
Tijdens zijn ministerschap pleitte hij ervoor om gebieden in Nederlands Indië zoals Borneo en Sumatra die door Engeland begeerd werden met rust te laten omdat hij vond dat Nederland niet nog meer gebieden moest veroveren. Hij was bang dat juist deze handelswijze het gezag verder zou ondermijnen, wat zou leiden tot een spoedige teloorgang.
In 1872 deed men toch weer een beroep op hem en vertrok hij als gouverneur-generaal naar Nederlands-Indië. Hij probeerde daar goede sier te maken door Multatuli eerherstel te verlenen en de ontslagen ambtenaren weer in dienst te nemen. In tegenspraak hiermee verbood hij kranten en andere media nog negatieve berichten over het gezag te publiceren en toen daar door een redacteur van de Semarangsche Courant Mr. Winckel geen gevolg werd gegeven, gaf hij het bevel deze man terug te sturen naar Nederland. Dat was natuurlijk geen liberaal handelen.
Loudon stond onder grote invloed van zijn personlijk adjudant J.J. de Rochemont en en die zette hem aan om zeer tendieuze berichten naar Nederland te sturen over de toestand in Atjeh. Dat was voor de Nederlandse regering aanleiding om de eerste Atjeh-oorlog te beginnen. Het Nederlandse leger stond onder leiding van Johan Harmen Rudolf Köhler dat een zware nederlaag leed tegen de opstandelingen.
Loudon stelde een onderzoekscommissie in die deze nederlaag moest onderzoeken; lid van deze commissie was de havik Generaal-majoor Verspijk, deze wist het onderzoek zo te manipuleren dat hij het commando kreeg over de 2de Atjeh expeditie. Maar dit eigenmachtig optreden van Loudon werd gedwarsboomd door Den Haag, dat Generaal van Swieten benoemde tot bevelhebber. Maar deze ingreep door Den Haag lokte veel protest uit bij het Indisch leger, omdat veel officieren daarvan werden gepasseerd.
In 1874 op december kwam er een einde aan het minder succesvolle optreden van Loudon als gouverneur-generaal en benoemde Den Haag Johan Wilhelm van Lansberge tot zijn opvolger.
We reden door dezelfde straat
Voor deze donderdag kies ik een gedicht van de in 1974 geboren dichter Tsead Bruinja.
we reden door dezelfde straat
ik wist dat je een omweg nam
en dat er een afslag kwam
we liepen op hetzeelfde strand
ik wist dat je een omweg nam
en dat er een afslag kwam
we leven op dezelfde planeet
bij ieder van ons hang ik een telefoon
aan de muur
ik wilde niet dat er een afslag kwam
ik wilde slingers nachten lang
er is een straat een strand een planeet
en een nacht waar we over en door elkaar heen bewegen
zoals stemmingen en herinneringen
zich in ons verdringen bij een weerzien
een gezamenlijk verleden
klinkt zo koel
we reden door dezelfde straat
ik wist dat je een omweg nam
TSEAD BRUINJA
UIT OVERWOEKERD
COSSEE, AMSTERDAM, 2010
woensdag 30 mei 2012
John Trumbull
Bovenstaand zelfportret is vervaardigd door de Amerikaanse schilder John Trumbull, die op 6 juni 1756 werd geboren in Lebanon, Conneticut en stierf op 10 november 1843 in New York.
Een groot aantal schilderijen hebben als onderwerp de Amerikaanse burgeroorlog en personen die een belangrijke rol daarin speelden, zoals George Washington.
Onderstaand beeld ik een 2de zelfportret van deze schilder af.
Kasteel Amerongen na 10 jaar weer open
NA TIEN JAAR WEER OPEN
Dat is de titel van de folder die je ontvangt bij binnenkomst van het kasteel. Feitelijk moet je je bij je bezoek aan het verbouwde kasteel Amerongen instellen op meer dan een bezichtiging van het gebouw, maar moet je rekening houden met de multimediale theatrale presentatie van Peter Greenaway en Saskia Bodde.
Via filmprojecties in diverse vertrekken krijgen we fascinerende taferelen te zien die zich afspelen tegen de achtergrond van de onrustige politieke situatie na het rampjaar op weg zijnde naar de vrede van Utrecht in 1713.
Middelpunt van deze multimediale presentatie is kasteelvrouwe Margaretha Turnor, die haar man Godard Adriaan van Reede vaak moet missen omdat hij buitengewoon gezant is en dus vaak voor lange tijd in het buitenland verblijft. Nu zien we hem zijn vrouw op Amerongen bezoeken. Als hij weg is schrijven ze elkaar brieven, die gelukkig bewaard zijn gebleven.
Op zich is deze multimediale presentatie heel interessant, maar als je je er niet op ingesteld hebt en daarentegen juist het gebouw wilt bekijken, dan gaat dit alles je irriteren. Medce omdat de bovenverdieping waar dit spektakel zich afspeelt dus in het duister gehuld is en je bijna niets kunt onderscheiden van den ruimten waarin je bent. Bovendien gaat men ervan uit dat iedere bezoeker die komt doof is, want de geluidssterkte is vreselijk.
Bovenstaande is jammer en je zou denken dat ik helemaal niet genoten heb van het bezoek. Verre van dat. Het bijzondere van de verbouwing is dat men er geen gelikte toestand van heeft gemaakt. Je kunt aan alles zien dat het kasteel bewoond is geweest en dat het dus geen "museum " is, waar alles je tegemoet blinkt.
Gasthuismolensteeg
Heb tijdens de pinkstervakantie de biografie over Han G. Hoekstra gelezen en ben daardoor weer eens zijn gedichten gaan lezen. Dat kostte niet zoveel tijd, want helaas heeft hij slechts een klein oeuvre nagelaten.
GASTHUISMOLENSTEEG
Er springen liedjes uit de Westertoren.
Ik hoor ze in de Gasthuismolensteeg.
Er waren jaren dat de toren zweeg,
toen kon men andere geluiden horen.
Twee jongens werken met een korte ruk
hun slee de brug op. De ene draagt eeen jekker
en commandeert, plat op zijn buik, de trekker.
Ik ken dat nog. Die slede. Dat geluk.
Een vrouwtje, als mijn moeder al zo oud,
steekt de straat over. Een man helpt haar even.
Ik doe niets. Ik kijk zo maar naar het leven
en denk hoe eindeloos ik ervan houd.
Han G.Hoekstras
Biografie geschreven door Joke Linders en
Janneke van der Veer.
Ambo
dinsdag 29 mei 2012
De koepelkerk van Lierop
De afgelopen pinksterdagen waren wat het weer betreft fantastisch. In tegenstelling met de meeste mensen op de SVR camping Het Einde in Leende/Strijp blijven we nooit een hele dag op de camping voor of achter de caravan zitten.
Zonaanbidders zijn we allang niet meer, wetende dat dit slecht is voor de huid, maar ook omdat het feitelijk een zinloze bezigheid is. Nee wij gaan wandelen of maken lange fietstochten door de prachtige omgeving.
Zo ook gedurende de Pinksterdagen. Een van deze fietstochten voerde over de Strabrechtse-en Lieropse Hei. Ik wist niet dat ook in Brabant zulke uitgestrekte bossen en heidevelden zijn. Dankzij de afwisseling tussen bossen en heide genoten we volop en brandde de zon niet constant op ons lichaam
Uiteindelijk kwam we terecht in het plaatsje Lierop, waar de koepelkerk het beeld beheerst. Wonder boven wonder was de kerk open en heb ik op mijn gemak dit reusachtige kerkgebouw bewonderd.
Architect van deze kerk was de uit Duitsland afkomstige Carl Weber, aan wie ik een andere keer aandacht wil besteden. Hij bouwde deze kerk in 1892. Het gebouw heeft liefst 4 torens en een grote, achthoekige koepeltoren. De twee torens aan de noordkant zijn 40 meter hoog en de twee aan de zuidkant zijn 32 meter hoog. Weber heeft het interieur afgedekt door een rondgewelf en daarna een koepelgewelf. Dit laatste heeft een hoogte van ruim 42 meter.
De kerk is gewijd aan de Heilige Naam Jezus.
Soms, 's avonds, staat mijn vader in de kamer
Deze keer kies ik een gedicht van een dichter waarvan je nkiet zou verwachten dat hij zo'n teder, ernstig gedicht kon schrijven nl. Cees Budding.
Soms, 's avonds, staat mijn vader in de
kamer.
Vreemd oud geworden, haast vel over
been.
"Slapen ze, Stientje en de jongens?" Ja
hoor.
(ze mogen hem niet zien). Hij zucht te
vree.
"Maken ze ' t goed? Geen zieken? "Nee,
'geen zieken.
gelukkig. Alle prima." Hij glimlacht,
klein op een puntje van de bank, zijn
benen
nog korter dan toen hij een jongens was.
We praten niet, maar "hou je taai, hé!"
knikken
we als vroeger. " k Ga weer eens. Dag
knul," Hij staat
nog even voor mijn moeders jeugdfoto.
Het tuinhek piept. Ik luister naar zijn
stappen,
die verdelichte, bulderende stappen
van iemand die terug moet in de dood.
CEES BUDDING.
wordt het niet eens tijd voor een nieuw kiesstelsel?
12 September mogen wij alweer naar de stembus om te gaan stemmen volgens een kiesstelsel dat totaal achterhaald is en helemaal niet mee geëvolueerd is met de veranderende samenleving.
De politiek is er sinds de oorlog niet in geslaagd haar eigen cultuur en structuur aan te passen aan de veranderingen. Wat dat betekent kunnen we iedere dag zien en horen. De heren en dames politici debatteren niet meer met elkaar, maar wisselen alleen standpunten uit. We horen dus alleen maar de bekende riedeltjes.
Gisteravond zagen en hoorden we daar weer een voorbeeld van toen bij Knevel en van de Brink de fractieleiders van PvdA en VVD probeerden elkaar vliegen af te vangen, maar vergaten naar elkaar te luisteren en werkelijk in te gaan op elkaars argumenten.
Politiek-bestuurlijke veranderingen zullen er nooit komen zolang niet iedere partij zich ervan bewust wordt dat de huidige gang van zaken de kiezer nog meer dan nu al het geval is, vervreemdt van de politiek. Momenteel is de kiezer niet meer loyaal aan een partij, maar shopt zij van de ene naar de andere, al naar gelang een standpunt overeenkomt met dat van de kiezer.
De Provinciale Statenverkiezing van 2011 werd gereduceerd tot een referendum over het voortbestaan van het gedoogkabinet Rutte, mede door de opmerking van Rutte dat we moesten oppassen voor Belgische toestanden.
In 1917 heeft men gekozen voor het stelsel van Evenredige vertegenwoordiging. Daardloor heeft men ervoor gezorgd dat zowel regeerkracht als politieke stabiliteit naar het tweede plan werden verwezen.
Men wilde wel een zo zuiver mogelijke afspiegeling zien van de diverse geestelijke en politieke stromingen in de maatschappij.
Tot de jaren 60 kon dit functioneren omdat we toen te maken hadden met een sterk verzuild politiek en maatschappelijk bestel, maar daar is momenteel met de ontzuiling geen behoefte meer aan. Ik pleit dan echt nederlands voor een compromis nl. een combinatie van Evenrediger vertegenwoordiging met een districtenstelsel. Ik wil daarbij verwijzen naar het Duitse systeem. De helft van de Bondsdagleden wordt op een directe manier gekozen d.m.v. een relatief meerderheidssteltsel in enkelvoudige districten ; de andere helft op basis van een lijstenstelsel, waarop de kiezers een tweede stem kunnen uitbrengen, die betrekking heeft op een bepaalde partij en haar programmna.
Door dit laatste wordt een evenredige verdeling der zetels gewaarborgd; waarbij echter wel een kiesdrempel van 5% van het totaal uitgebrachte stemmen moet worden gehaald.
We kunnen ook denken aan het sluiten van stembusakkoorden vóór de verkiezingen zodat de kiezers een duidelijke keuze hebben,
Als er geen hervorming komt van het kiesstelsel worden we in september 21012 geconfronteerd met een nog sterker verbrokkeld politiek landschap, die de regeerbaarheid van ons land onmogelijk maakt.
vrijdag 25 mei 2012
De lippen vanhet water leggen zich.....
Voor deze dag kies ik weer een gedicht van mijn favoriete dichter J.H.Leopold, die leefde van 1865 tot 1925
De lippen van het water leggen zich
verliefd, v erlustigd op den rondom open
gewelfden kring; zij komen toegeslopen
en dringen op en rekken zich.....
Gesneden in den alabasten rand
is er een vers van een zoo uitverkoren
zoetheid van woorden, dat de zin verloren
wegdeinde in dit bedwelmende verband.
Een strofe, die in jubel zich verhief
en dan zich strengelde en zich ging winden
tot een besc haduwing van de beminde,
van het besloten, zinsbetoovrend lief.
En zwijmend onder alle heerlijkheden
benadert nu een weeke en vochte mond
de kostelijke syllaben, snikte en vond
er zijn besterven, stom teruggegleden.
J.H.LEOPOLD
UIT: VERZAMELD WERK
donderdag 24 mei 2012
2de Kamer schoffeert de ombudsman
2de Kamer schoffeert de ombudsman!
Nog niet zo lang geleden stond er in het NRC een vraaggesprek met de nationale ombudsman Alexander Brenninkmeijer. De uitspraken die deze daarin deed zijn een groot aantal leden van onze volksvertegenwoordigers in het verkeerde keelgat geschoten en zij lieten hem dit blijken in een overleg van de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken.
Normaal gesproken worden deze bijeenkomsten gehouden om met elkaar informatie uit te wisselen, maar 2de kamerleden gebruikten dit overleg als een politiek forum.
Wat waren eigenlijk de opmerkingen van Brenninkmeijer? Hij gaf aan dat hij zag dat er een afname was juist van de politiek voor de rechtspraak, dat er in de kamer een kadaverdiscipline heerst bij alle kamerfracties en het krakkemikkige gehalte van een groot aantal wetsvoorstellen. Dat zijn natuurlijk hard uitspraken en zoals altijd werd de boodschapper van deze kritische boodschap met hoon onthaald en werden door de kamerleden allerlei niet ter zake doende verwijten gemaakt.
Dat partijen als PvdA en de VVD zich hieraan bezondigden is opvallend; van de PVV hadden we dit kunnen verwachten.
Deze kleinzielige houding van de 2de kamer geeft aan dat zij het staatsrecht onvoldoende kennen, want de Ombudsman is net als de 2de kamer belast met de controle op een goede uitvoering van aangenomen wetten.
De 2de kamer heeft nu gezorgd dat er een vertrouwenscrisis is ontstaan en dat de ombudsman nu gedwongen wordt zijn positie te heroverwegen. Kort gezegd de 2de kamer heeft ervoor gezorgd dat de burger niet weet waar hij nu met zijn klachten terecht kan, want de kamer heeft de deur voor de Ombudsman dichtgegooid.
De Kamer moet bij zichzelf te rade gaan, want haar handelen is verre van democratisch, laat staan van fatsoenlijk.
herinnering aan het onweer
als we aan Portugese dichters denken, komt meteen de naam van Pessoa in onze gedachten, maar dit land kent meer dichters, die dankzij de meestervertaler/herdichter August Willemsen in het Nederlands gelezen kunnen worden. Een van deze dichters is de in 1924 geboren ledo Ivo.
HERINNERING AAN EEN ONWEER
Het was een gore kroeg bij het Centraal Station.
Ik ging er schuilen toen het onweer zich ontlaadde
boven de stad, de rioleringen verstopte
en van de avenue een modderlaken maakte.
Tussen ordinaire hoeren en pakkendragers
hoorde ik de regen va;llen op de daken.
Mijn kindertijd kwam terug: die stomme oude wijs
van een piano waar de toetsen aan ontbraken.
Toen en nu vereemden zich in regenvlagen.
De putjes zongen gorgelend het stadse lied
van 't bruine water dat niet door de afvoer kan.
Ik bestelde een sandwich en een glas cachaca.
De hemel klaarde op en witte wolken kwamen.
En 't zonlicht maakte zich weer meester van de stad.
LEDO IVO
UIT VLEERMUIZEN EN BLAUWE KRABBEN
WAGNER & VAN SANTEN, SLIEDRECHT, 2000
woensdag 23 mei 2012
Willem van Leusden
Dit dubbel zelfportret is geschilderd door Willem van Leusden. Deze kunstenaar leefde van 25 september 1886 tot 8 maart 1974. Hij is geboren in Utrecht en vertrok op zijn 23 ste jaar naar Maarssen waar hij de rest van zijn leven woonde. Samen met Jopie Moesman en Willem Wagenaar wordt hij gerekend tot de Utrechtse surrealisten.
Zijn werk ontwikkelde zich van realisme, abstractie naar surrealisme. Naast zijn schilderijen hield hij zich ook bezig met het ontwerpen en vervaardigen van meubels in de traditie van De Stijl.
abdij van Postel
Nadat we nog een kop koffie hadden gedronken, heerlijk in het zonnetje gezeten, verlieten we Bergeijk en begonnen we aan onze fietstocht door een prachtig landschap ( bossen en heide ) richting Abdij van Postel in België.
Het Dorp Postel maakt deel uit van de gemeente Mol. Als we er aankomen is het er een drukte van belang met dagjesmensen, voornamelijk Belgen. Die doen zich op het enorme terras tegoed aan allerlei etenswaren. We gaan eerst naar het eigenlijke abdij complex; verbazingwekkend wat een oase van rust ineens daar.
Het dorpje Postel behoorde in de 12de eeuw toe aan Fastradus van Uitwijk. In 1134 geeft hij een deel van zijn bezit aan de al bestaande Abdij van Floreffe. De monniken van deze abdij brengen het gebied in cultuur en in 1138 openen ze de Priorij van Postel.
In die tijd lag het dorp Postel vlakbij een aantal belangrijke wegen w.o. Breda - Keulen en Den Bosch - Leuven. Voor de reizigers komen er herbergen. In 1190 is de huidige kerk klaar. De omliggende gronden voornamelijk in Nederland liggend en molens uit de omgeving komen in het bezit van de abdij.
In de loop van de eeuwen heeft de Abdij te maken gehad met oorlogshandelingen; in de 16de eeuw werd deze bv. door de Geuzen geplunderd. Het was vooral bisschop Ghisbertus Masius van Den Bosch zorgt ervoor dat Postel een zelfstandige abdij wordt en niet meer een onderdeel vormt van Floreffe. Er wordt in Postel ook gestart met een priesteropleiding.
De eerste abt van Postel is Rombout Colibrant; deze bouwt de ringmuur en de toren en begint met een eigen brouwerij. De bedelingen uit de omgeving, die voedsel en andere zaken van de kloosterlingen krijgen, besluiten toch op gezette tijden uit onvrede over het verminderen van het aangebodene, tot plunderingen en doe dit vaak op de zogenaamde Vette Donderdag.
De toestand in de 17de en 18de eeuw waren voor de abdij niet gunstig; in 1785 verloor men 48 hoeven en 12 molens.Door dit verlies verloor de abdij een groot aantal inkomsten en moest bepaalde bezittingen verkopen. In 1794 werd de abdij bezet door Franse troepen en moesten de Norbertijnen de abdij verlaten.
Pas in 1847 konden de monniken terugkeren en is men begonnen met het weer bewoonbaar maken van de abdij en restaureren. Momenteel wordt er geen bier meer gebrouwen; de roodkoperen brouwketels werden in 1943 door de Duitsers geconfisceerd.
De Sint-Niklaaskerk is gebouwd in Rijnlands-Romaanse stijl. maar laat ook gotische en barokke kenmerken zien. Het gewelf en de gotische ramen werden in 1626 aangebracht. Toen ik de kerk bezocht was er net een doopdienst aan de gang.
Zowel de biechtstoelen, een koorgestoelte en de sacristie dateren uit het begin van de 16de eeuw.
De voorgevel van het hoofdgebouw is in 1743 in barokstijl gebouwd; het deel rechts daarvan dateert uit 1631 en het deel links uit 1713. De Romaanse poort waardoor de mensen naar de kerk liepen is in de 13de eeuw gebouwd.
De Abdij beschikt over een prachtige bibliotheek, waarin zich 70.000 bevinden; daaronder liefst 54 wiegedrukken o.a. van Johan van Paderborn, die een leerling was van Dirk Martens.
In de ambtswoning hangen verschillende schilderijen van beroemde kunstenaars w.o. een Heilige Familie van Bellini, een portret van abt Colibrant, geschilderd door Rubens en een stilleven van de hand van Kalff.
Al met al was het een intererssant bezoek aan een tot dan onbekende bezienswaardigheid. De fietstocht terug naar de Bergeijk verliep voorspoedig en op de camping aangekomen konden we nog heerlijk tot laat van de zon genieten.
Bekentenis
Voor deze woensdag 23 mei wil ik een gedicht opnemen van de in 2001 overleden dichter en essayist
Hans Warren, ook bekend door zijn gepubliceerde zeer openhartige Dagboeken.
BEKENTENIS
Met zoveel liefde heb ik van je gehouden
dat, nu ik bijna je vergeten ben,
het zeggen van je naam mij is gebleven
een liefkozing, waar ik dagen op kan leven.
En dit is de liefste herinnering:
hoe op het plein, een honinglied van linden,
vanuit de schaduw over witte straten
je aan kwam lopen. Speelse zomerwindenb
sloegen de gele zijde van je kleed
tegen je ranke lichaam, en je ogen
waren van heimwee raadselig verwijd.
Hoevele zomers zijn sindsdien vervlogen.
Met zoveel liefde heb ik van je gehouden
dat, nu ik bijna je vergeten ben
het een liefkozing der lippen is gebleven
je naam te zeggen als ik eenzaam ben.
Hans Warren
uit: Verzamelde gedichten
Bert Bakker, Amsterdam, 2002
dinsdag 22 mei 2012
Floris Verster
Tijdens zijn leven was deze schilder zeer geliefd en was het de in zijn tijd beroemde kunstkenner Henk Bremmer die in een aantal artikelen een lans brak voor het werk van Floris Verster. Op zijn voorspraak kocht b.v. Helene Kröller-Müller een aantal van zijn schilderijen.
Hij trouwde met Jenny, de zus van de schilder Menso Kamerlingh Onnes, met wie hij veel jaren een atelier heeft gedeeld. Na hun huwelijk vestigde het paar zich op landgoed Groenoord bij Leiden. Daar kwam hij heel tragisch om het leven door te verdrinken in de vijver in de achtertuin.
Verster is vooral bekend door zijn grote, uitbundige bloemstillevens, maar schilderde hij prachtige portretten van o.a. zijn zwager en zijn maecenas. Ook Jenny legde hij vast op het doek.
Boven ziet U het zelfportret van de schilder en rechts het portret van Henk Bremmer.
.
St.Petrus Banden in Bergeijk
Vorige week hebben we weer een week doorgebracht op de camping Het Einde in Leende/Strijp. Het is een prachtig gebied die volop gelegenheid biedt om lange wandelingen en fietstochten te maken.
Zaterdag 19 mei zijn we naar Bergeijk gereden, hebben daar de auto neergezet en hebben van daaruit een fietstocht gemaakt naar de Abdij van Postel. Maar eerst ging ik naar de kerk kijken, die helaas gesloten was, net zoals de houten luiklok die voor deze kerk staat.
De kerk is gewijd aan Sint Petrus Banden ( men vindt deze naam in een groot aantal andere Noordbrabantse plaatsen ). Oospronkelijk werd dit gotische gebouw gesierd met een Toren, maar deze stortte in 1650 in en is nooit herbouwd. Het oudste deel is het Koor dat dateert uit 1422; het bakstenen dwarsband en schip zijn gebouwd in het begin van de 16de eeuw.
Om een betere lichtinval te krijgen maakte men de ramen aan de zuidkant hoger dan aan de noordkant.
Na de reformatie werd de kerk gedurende de periode van 1648 tot 1798 gebruikt voor de Protestantse eredienst. In 1888 werd begonnen met de restauratie van het gebouw en men maakte meteen van de gelegenheid gebruik om het gebouw te vergroten. Bouwmeester was Caspar Franssen.
Na de 2de wereldoorlog kreeg Bergeijk te maken met een explosieve bevolkingsgroei en besloot men een nieuwe katholieke kerk te bouwen op het Elzenhof. Daardoor kwam de Hofkerk leeg te staan tot 1994.
Maar ook Bergeijk kreeg te maken met ontkerkelijking en vanwege de afname van het kerkbezoek werd overgegaan tot sloop van de nieuwe kerk, met uitzondering van de toren en werd de Hofkerk weer in gebruik genomen als Parochiekerk. Gelukkig was de laatste een rijksmonument geworden en ging men over tot een grondige restauratie en werden de kerkschatten weer teruggeplaatst in dit kerkgebouw w.o. een paar middeleeuwse beelden zoals een Johannesbeeld toegeschreven aan Meester Arndt van Utrecht en het Luciabeeld, dat toegeschreven wordt aan de Meester van de Heiligenbeelden uit Leende.
Het orgel is gebouwd door Michael Maarschalkerweerd en stond eerst in de Hervormde Kerk te Geervliet en werd pas in 2001 in de Hofkerk geplaatst. Het is uitermate geschikt voor repertoire uit de 19de en 20ste eeuw.
Jacob Mossel
Vaak komen in deze levensberichten die gewijd zijn aan personen die op genoemde dag zijn overleden, mensen voor die zich op cultureel gebied hebben geuit. Veel minder besteed ik aandacht aan politici, historische personen en sporters.
Deze keer wil ik eens een man onder de aandacht brengen, die heel goed wist hoe hij via relaties hogerop kon komen en zich ten koste van anderen wist te verrijken. Het gaat om Jacob Mossel die in de jaren 1759 tot 1761 gouverneur-generaal van Nederlands Indië was voor de Verenigde Oostindische Compagnie.
Jacob werd op 28 november 1704 in Enkhuizen geboren. Zij vader was makelaar en stadsbode, maar zijn moeder Geertruyda Leydekker, stamde uit een regentenfamilie. Waarschijnlijk verbleef de jonge Jacob dikwijls in het Havenkwartier en hoorde daar de sterke verhalen over de reizen naar de Oost.
Op 15 jarige leeftijd meldde Jacob zich aan als jongmatroos voor het schip De Haringtuyn en kreeg een maandsalaris van 8 gulden. Hij moest zelf de scheepskist kopen. Op 8 maart 1720 vertrok hij voor zijn eerste reis. Hij hield een dagboekje bij en schrijft daarin dat het met de handel in Kaap de Goede Hoop niet goed gaat, want de prijzen zijn erg hoog. Hij verwacht dat die in Batavia lager zullen zijn.
Jacob was in het bezit van het familiewapens van de Mossel, een zilverkleurig schild met daarop drie zware mosselen. Men zag hem daarom aan voor een adelborst en hij kreeg een voorkeursbehandeling.
Jacob wilde na deze reis terug naar Amsterdam, maar Dirk van Cloon bood hem de baan aan van matroos aan de pen in Negapatnam aan de Coromandelkust. Van zijn vader had hij geleerd om gezagsdragers te gehoorzamen wilde je hoger op de maatschappelijke ladder komen.
Hij besloot dus in Azië te blijven, wat voor de genezing van een op zee opgelopen wond alleen maar gunstig was. Op 7 mei 1721 ging hij met bestuurder van Cloon mee naar Negapatnam. Tussen beide mannen ontstond een echte vriendschap. Negapatnam was de hoofdplaats van de Coromandelkust en een plaats waar veel illegale handel gedreven werd ondanks dat de VOC het monopolie had.
Door zijn vriendschap met van Cloon, maar ook door zijn ijver en leergierigheid, maakte hij snel promotie en in 1726 was hij boekhouder met een maandsalaris van 30 gulden en een toeslag van 760 gulden per jaar.
in 1728 trad van Cloon af als gouverneur-generaal en wilde terugkeren naar Amsterdam. Mossel had intussen een 14 jarig meisje leren kennen Adriana Appel, de stiefdochter van goeverneur Adriaan van Pla. Na lang wikken en wegen trad hij op 30 maart 1730 met haar in het huwelijk. Hij verdiende inmiddels een vorstelijk salaris van 360 gulden met ruim 800 gulden als jaarlijkse toeslag.
In 1738 werd hij benoemd tot gouverneur en directeur van de kust van Coromandel. Jacob en Adriana kregen liefst 7 kinderen, waarvan er drie op jonge leeftijd overleden. Door het overlijden van haar kinderen kreeg zij zware depressies en ging zij lichamelijk sterk achteruit. Zij stierf op 18 juni 1743 en werd begraven op het kerkhof van Negapatnam.
Mossel ging daarna naar Batavia waar hij lid van de Raad van Indië werd. Dankzij de sluikhandel was hij een vermogend man geworden. Hij had een slavin Jasmina van Sumbawa, met wie hij een relatie aanging. Zij kregen nog twee dochters, Arnolda en Johanna.
Jacob Mossel bleef altijd een sterke band met zijn familie in Enhuizen houden en ondersteunde hen financieël. In 1747 gaf hij leiding aan de bouw van een nieuw ziekenhuis in Batavia; hij richtte een wisselbank op die samenwerkte met de al bestaande bank van lening. Door middel van landmeting kon hij de belastinginning vergemakkelijken en eigende de Compagnie steeds meer land toe van de inlanders; die toch niet konden bewijzen dat het hun eigendom was.
De Liefde
De Dagkalender van de Poëzie heeft voor de dinsdag een gedicht van de Russische dichteres Anna Achmatova die leefde van 1889 tot 1966.
DE LIEFDE
Ze kan soms in je hart zitten roeren
Als een kleine maar listige slang;
Ze kan soms in je raam zitten koeren
Als een duifje, de hele dag lang.
Ze kan vonke in rijp, en zich mengen
Met de droom van een rouwviolier,
Om je feilloos, in stilte, te brengen
Naar een land zonder rust of plezier.
Ze kan bidden en schreien in stemmen
Van violen: geen zoet verdriet
Dankzij haar kan een glimlach beklemmen
Als je iemand de eerste keer ziet.
24 november 1911, Tsaardorp
Uit: Sneeuwstorm, noordlot, lied
Vertaling uit het Russisch door Hans Bolabd
Meulenhoff, Amsterdam, 2005
dinsdag 15 mei 2012
In a sentimental mood
De dichter Jan Baeke publiceerde in 2010 bij uitgeverij De Bezige Bij te Amsterdam een bundel die de titel draagt Brommerdagen. Daaruit heb ik het volgende gedicht gekozen.
IN A SENTIMENTAL MOOD
Op een middag zeg ik zoveel tegelijk
ik moest aan vallen denken, aan explosies
hoe de jaren zeventig zijn weggevaagd.
Ik zat in mijn kinderkamer
had alles uitgestald wat mij toebehoorde.
Daarmee redden wat ik ben, het kon niet meer.
Ik nam de telefoon op met mijn moeders naam
en staarde de middag in. Een serieus fantast
met veel te veel herinneringen, zoals
dat ik ziek was en dat nooit te boven kwam
of dat de oorlog op de hoek stond, wachtend
op het juiste jaar, de juiste landverrader
viel ook goed te overzien waar zich
een haan mocht roeren en hoe.
en hoe de dingen zijn als je de mens weglaat.
JAN BAEKE
maandag 14 mei 2012
August Macke
Abonneren op:
Posts (Atom)