dinsdag 22 mei 2012

Jacob Mossel


Vaak komen in deze levensberichten  die gewijd zijn aan personen die op genoemde dag zijn overleden, mensen voor die zich op cultureel gebied hebben geuit. Veel minder besteed ik aandacht aan politici, historische personen en sporters.

Deze keer wil ik eens een man onder de aandacht brengen, die heel goed wist hoe hij via relaties hogerop kon komen en zich ten  koste van anderen wist te verrijken. Het gaat om Jacob Mossel die in de jaren 1759 tot 1761 gouverneur-generaal van Nederlands Indië was voor de Verenigde Oostindische Compagnie.

Jacob werd op 28 november 1704 in Enkhuizen geboren. Zij vader was makelaar en stadsbode, maar zijn moeder Geertruyda Leydekker, stamde uit een regentenfamilie. Waarschijnlijk verbleef de jonge Jacob dikwijls in het Havenkwartier en hoorde daar de sterke verhalen over de reizen naar de Oost.

Op 15 jarige leeftijd meldde Jacob zich aan als jongmatroos voor het schip De Haringtuyn en kreeg een maandsalaris van 8  gulden. Hij moest zelf de scheepskist kopen. Op 8 maart 1720 vertrok hij voor zijn eerste reis. Hij hield een dagboekje bij en schrijft daarin dat het met de handel in Kaap de Goede Hoop niet goed gaat, want de prijzen zijn erg hoog. Hij verwacht dat die in Batavia lager zullen zijn.

Jacob was in het bezit van het familiewapens van de Mossel, een zilverkleurig schild met daarop drie zware mosselen. Men zag hem daarom aan voor een adelborst en hij kreeg een voorkeursbehandeling.

Jacob wilde na deze reis terug naar Amsterdam, maar Dirk van Cloon bood hem de baan aan van matroos aan de pen in Negapatnam aan de Coromandelkust.  Van zijn vader had hij geleerd om gezagsdragers te gehoorzamen wilde je hoger op de maatschappelijke ladder komen.

Hij besloot dus in Azië te blijven, wat voor de genezing van een op zee opgelopen wond alleen maar gunstig was. Op 7 mei 1721 ging hij met bestuurder van Cloon  mee naar Negapatnam. Tussen beide mannen ontstond een echte vriendschap. Negapatnam was de hoofdplaats van de Coromandelkust en een plaats waar veel illegale handel gedreven werd ondanks dat de VOC het monopolie had.

Door zijn vriendschap met van Cloon, maar ook door zijn ijver en leergierigheid, maakte hij snel promotie en in 1726 was hij boekhouder met een maandsalaris van 30 gulden en een toeslag van  760 gulden per jaar.
in 1728 trad  van Cloon af als gouverneur-generaal en wilde terugkeren naar Amsterdam. Mossel had intussen een 14 jarig meisje leren kennen Adriana Appel, de stiefdochter van  goeverneur Adriaan van Pla. Na lang wikken en wegen trad hij op 30 maart 1730 met haar in het huwelijk. Hij verdiende inmiddels een vorstelijk salaris van 360 gulden met ruim 800 gulden als jaarlijkse toeslag.

In 1738 werd hij benoemd tot gouverneur en directeur van de kust van Coromandel. Jacob en Adriana kregen liefst 7 kinderen, waarvan er drie op jonge leeftijd overleden. Door het overlijden van haar kinderen kreeg zij zware depressies en ging zij lichamelijk sterk achteruit. Zij stierf op 18 juni 1743 en werd begraven op het kerkhof van Negapatnam.

Mossel ging daarna naar Batavia waar hij lid van de Raad van Indië werd. Dankzij de sluikhandel was hij een vermogend man geworden. Hij had een slavin Jasmina van Sumbawa, met wie hij een relatie aanging. Zij kregen nog twee dochters, Arnolda en Johanna.

Jacob Mossel bleef altijd een sterke band met zijn familie in Enhuizen houden en ondersteunde hen financieël. In 1747 gaf hij leiding aan de bouw van een nieuw ziekenhuis in Batavia; hij richtte een wisselbank op die samenwerkte met de al bestaande bank van lening. Door middel van landmeting  kon hij de belastinginning vergemakkelijken en eigende de Compagnie steeds meer land toe van de inlanders; die toch niet konden bewijzen dat het hun eigendom was.


1 opmerking:

Ton zei

Mag ik 'Verslaafd aan opium' door Hans Derks aanbevelen?