maandag 20 januari 2014

La grande Bellezza



Gistermiddag ben ik met mijn vrouw en een vriendin naar Het Louis Hartloopercomplex gegaan om daar de veel geprezen Italiaanse film La grande Bellezza te gaan zien.


Als je de recensies in kranten en andere media leest moet deze film een meesterwerk zijn, te vergelijken met films van Fellini;  hij verwijst b.v. duidelijk naar diens La dolce Vita. Toch heb ik heel andere gedachten over deze film en ik was niet de enige. Want een aantal toeschouwers verliet voortijdig de zaal.
Hoofdperssoon is een 65 jarige journalist, Jep Gambardella, die teert op zijn roem, die hij heeft verworven met een lang geleden roman. Elke avond bezoekt hij een feest en hij gaat pas naar bed als de rest van Rome wakker wordt. 


De film mist mijns inziens een verhaal en toont het mondaine Rome van Berlusconi, waar de leegheid van het bestaan wordt getoond in feestmuziek en met op seks beluste mensen. Contrasterend is wel de wijze waarop de regisseur de schoonheid van Rome laat zien. Al de mensen, zowel kunstenaars als toeschouwers verliezen zich in zinloos gepraat en zinloos handelen.


Een vriend van Gambardella, een toneelschrijver, ziet in dat zijn probeersels op toneelgebied niets voorstellen en dat het beste is wat hij kan doen, dit zinloze bestaan in Rome achter zich laten en terugkeren naar het dorp waar hij geboren is.


Het enige wat mij boeide in deze film was de stad Rome, door de cameraman op een bijzondere wijze getoond en daarnaast de muziek, die een belangrijke rol speelt in deze film. Tot slot wil ik de hoofdrolspeler noemen Toni Servillo noemen die de rol van de journalist fantastisch gestalte geeft.

zaterdag 11 januari 2014

levenbsbericht 11 januari



Bovenstaande compositie is een bijzonder werk, naar mij bekend is is dit concert voor coloratuursopraan en orkest enig in zijn soort d.,w.z. dat geen andere componist zich aan deze combinatie heeft gewaagd.
Het is een melodieus, aansprekend werk, wat conventioneel van aard. Dat is niet zo vreemd want de componist van dit werk Reinhold Glière leefde in het Rusland waar Stalin de scepter zwaaide en we weten dat componisten in de Sowet Unie moesten aan bepaalde voorwaarden voldoen in hun composities. Ze moesten nationaalrussische thema's in hun werken opnemen.

De ouders van Glière waren geen Russen; zijn vader was afkomstig uit Duitsland en zijn moeder was geboortig in Polen. In zijn geboorteplaats kreeg hij al op jonge leeftijd vioolles van Adolf Weinberg. In 1894 ging hij naar Moskou om  er te gaan studeren aan het conservatorium; hij kreeg er o.a. les van Anton Arensky en Sergej Tanejev.
Gedurende de jaren 1905 tot 1908 studeerde hij in Berlijn directie bij Oskar Fried.
In 1920 werd hij benoemd tot compositieleraar aan het conservatorium in Moskou en tot zijn leerlingen behoorden o.a. Miaskovski en Prokofjev.
Zijn oeuvre bestaat uit een groot aantal zeer diverse werken w.o. opera's, symfonieën, concerten voor diverse instrumenten. 
In Nederland is hij vrijwel onbekend en voorzover ik weet staan zijn werken niet op de lessenaars van onze orkesten. 

bezoek aan venetië


Van vrijdagmorgen 6 december tot en met 8 zondagavond 8 december van het vorig jaar heb ik een stedentrip naar Venetië gemaakt met een vriend. Beiden zijn we enorme cultuurliefhebbers en lopers en hebben gedurende deze 3 dagen waarschijnlijk zo'n 25 km gelopen. Dat lopen in een stad waar totaal geen verkeer w.o. auto's, bussen, fietsen, scooters etc. mag gebeuren, is heerlijk, want je hoeft nergens op te letten.
We hebben enorm veel gezien. Ik wil hier een fotoverslag weergeven en geen chronologisch verhaal. Wel vermeld ik bij de foto iets over het afgebeelde.


 

vrijdag 10 januari 2014

leesgroep



Sinds enige tijd ben ik lid van een groepje mensen, bestaande uit 4 dames en 4 heren die om de zes weken bij elkaar komen om een geschiedenisboek dat we thuis hebben gelezen met elkaar te bespreken. Van deze groep zijn drie heren oud leerkrachten die door de opleiding van de kweekschool een enorme algemene ontwikkeling hebben. Van de dames weet ik niet precies wat de opleiding is, maar vast staat dat het een gezellige groep, die vaak het achterste van hun tong laat ziee en daardoor ontstaan leuke discussies, ook bezijden de inhoud van het te bespreken boek.
Afgelopen woensdagmorgen ( 8 januari) hebben we het boek "De man die nee zei " van H.L. Wesseling, dat over de figuur van De Gaulle gaat. De man was erop gericht de grandeur van Frankrijk weer te herstellen en ondanks alles is hij daar zeker in geslaagd en met zijn nee was hij soms vooruitziend.
Hij wist de kwestie Algerije toch goed af te handelen, hoewel dat in zijn tijd door de Fransen, vooral die al eeuwen in Algerije woonden, niet begrepen. Zij vonden het gewoon verraad.
Opvallend was de slechte verhouding die hij bv. had met de achtereenvolgende Amerikaanse presidenten, typerend was dat de bij ons verguisde Nixon, door hem zeer gewaardeerd werd.

De andere boeken die we inmiddels gelezen waren qua inhoud zeer verschillend; de Moederkerk van Jos Palm, een boek dat feitelijk voor mensen die een katholieke achtergrond begrepen kan worden en de biografie over Wilhelmina Triesman, een eenvoudig Rotterdams meisje, dat door haar huwelijk met een Russische man statenloos wordt en gedwongens is met hem mee te gaan naar Leningrad. Ze leidt daar een zeer enerverend leven, dat door de schrijver heel beeldend wordt beschreven.


Hoewel ik aanvankelijk enige scepsis had over de meerwaarde van deze leeskring, heb ik tot nog toe geen spijt van mijn toetreden ertoe.