vrijdag 30 november 2012

Jean Ferrat zingt "Potemkine"













Waarschijnlijk is het de lezers van Spechtiania opgevallen dat het Franse Chanson op de Nederlandse Radio nauwelijks meer gedraaid wordt. Maar ja, daar hoeven we ons niet over te verbazen, want daar wordt alleen maar pulp ten gehore gebracht.

Daarom wil ik in deze serie ook de aandacht vestigen op een van de grootste chansonniers die Frankrijk heeft voortgebracht nl. Jean Ferrat, die in zijn chansons de aandacht wist te  vestigen op belangrijke gebeurtenissen of figuren die belangrijk zijn geweest voor de Franse cultuur.
Zo heeft Ferrat een aantal gedichten van Luis Aragon van prachtige muziek voorzien. Het lied Potemkin behoeft geen nadere toelichting.

Olga Boznanska's zelfportret




 




















In deze serie over zelfportretten een afbeelding van de Poolse schilderes Olga Boznanska, die op 15 april 1865 te Krakau werd geboren en op 26 oktober 1940 stierf in Parijs.
Ze was de dochter van iemand die bij spoorwegen werkzaam was, maar zijn dochter al op jonge leeftijd in staat stelde met te leren tekenen bij Jozef Siedlecki en Kazimierz Pochwalski.
Na een eenjarige opleiding aan door Adrian Baraniecki opgericht school speciaal voor vrouwen en aansluitende opleidingen in München, vertrok zij naar Parijs, waar ze snel werd opgenomen in de kunstkringen.
Opvallend was dat zij nooit buiten schilderde , ook haar landschappen niet. Zij is vooral bekend om haar talrijke portretten waarin zij veel aandacht schenkt aan de psyche van de geportretteerden,
Hieronder nog een ander zelfportret.
 

Simon Carmigglt vertelt





Het is inmiddels 25 jaar geleden dat de schrijver van het korte verhaal Kronkel genoemd overleed te Amsterdam. Simon Carmiggelt de bedoelde schrijver werd op 7 oktober 1913 geboren in Den Haag. Zijn vader was een vertegenwordiger.
Toen hij op de Gemeentelijke Handelsschool zat voelde hij zich al aangetrokken tot de journalistiek en in 1932 kreeg hij een baan aangeboden bij de Haagse editie van Het Volk.  Na er 4 jaar gewerkt te hebben mocht hij toneelkritieken gaan schrijven, maar ook columns.
Hij was inmiddels getrouwd en kwam door zijn principiële stellingname tegen de Duitse bezetting in financiële problemen en schreef over alles en nog wat om aan de kost te komen.

In 1944 ging hij naar Amsterdam, waar hij kwam te werken bij het illegale blad Het Parool. Na de oorlog werd hij chef van de kunstredactie, maar in 1952 stopte hij daarmee mede omdat men zijn ironische taal niet zo kon waarderen.
24 oktober 1946 schreef hij zijn eerste Kronkel en de laatste verscheen op 9 oktober 1983. Men heeft zich altijd afgevraagd waarom deze korte  verhalen zo'n succes hadden. Hoogstwaarschijnlijk heeft dat te maken met de thema's die hij ervoor koos; zij waren voor iedereen  herkenbaar en ze hebben betrekking op het leven van jan en alleman. Ook moraliseert hij niet en drijft hij niet de spot met de mensen.
Ironie is het predikaat wat we erop kunnen leggen.
Na zijn overlijden bleek uit het boek dat Renate Rubinstein schreef onder de titel Mijn beter Ik, dat zij jarenlang een relatie heeft gehad met Carmiggelt.

Aan erkenning heeft het Carmiggelt niet ontbroken; zo kreeg hij de twee belangrijkste prijzen nl. de Constantijn Huygensprijs en de P.C.Hooftprijs.

Maar ik vraag me af of Carmiggelt de afgelopen 25 jaar niet langzaam in de vergetelheid is geraakt, omdat zijn literait oeuvre toch een te kleine adem heeft gehad. Zijn verhalen beleven geen herdruk meer. Misschien kunnen we hem beter horen voorlezen, dan zelf lezen.















In het gedicht..........





Ik neem voor deze vrijdag 30 november een gedicht op van de jonggestorven Jotie 't Hooft die leefde van 1956 tot 1977 en een voor een aantal mensen een cultdichter is geworden.


IN HET GEDICHT

Dewanden zijn wit en de psychiaters
verdacht vriendelijk. Er is hoop
op genezing, maar ik hebv nog niemand
zien weggaan, of hij kwam terug.

Dagen dat ik op weg naar mijn eigen kamer
verdwaal wisselen zich met dagen
waarop ik de wereld doorschouw als een kristal.

Soms word ik krijsend wakker.
Soms word ik afgevoerd en verdoofd,
soms vastgebonden.

Er zijn momenten waarop ik eeuwenlang 
mijmerend volmaakt gelukkig ben:
wanneer ik dan m ijn handen op de aarde leg
zijn het kleine handen.

JOTIE 'T HOOFT
UIT   VERZAMELDE GEDICHTEN
( EDITIE FIL HANTKO )
ELSEVIER/MANTEAU, AMSTERDAM/ANTWERPEN, 1981




Kerken in Cortona



De derde kerk die we in Cortona bezochten  was Chiesa del Gesu , gebouwd in de 16de eeuw. Oorspronkelijk bestond het gebouw uit een Oratorium en een kerk op de bovenverdieping.  Deze kerk had een enkel schip met drie altaren, die door drie meesterwerken van Luca Signorelli werden verfraaid.\


In het gebouw kunnen we een trap zien die werd ontworpen door Filippo Berrettini, een neef van Pietro di Cortona.

Momenteel kunnen we in het museum een aantal kamers onderscheiden, met daarin een groot aantal kunstschatten. In kamer 1 zien we voorbeelden van Hellenistische bouwkunst . In kamer 2 staan vooral kunstschatten die oorspronkelijk stonden in de San Margaritha.
Kamer 3 de oorspronkelijke kerk bevat de belangrijkste kunstschatten uit de 14de en 15de eeuw. w.o. een tweetal werk van Fra Angelico; het heeft geen zin al de kunstwerken hier te noemen.
Ik zal er een aantal weergeven.



donderdag 29 november 2012

Luichi Boccherini












Er zijn muziekintrumenten die je tot tranen toe kunnen beroeren en de cello is er daar een van. Vooral in de langzame delen van de celloconcerten buiten de componisten deze weemoedige klanken uit en laten ze de mooiste melodieèn horen die in hun hoofden geklonken hebben.

De Italiaanse componist Luigi Boccherini laat dit duidelijk horen in dit lanzame deel uit een van zijn celloconcerten die het instrument alle gelegenheid biedt om de gedragen melodie te laten opbloeien. Ik zou zeggen, gaat u er eens goed voor zitten en geniet van deze fraaie muziek.

Paulus der Boskabouter






















Mijn generatie is opgegroeid met de stripfiguur Paulus de Boskabouter van de kinderboekenschrijver en striptekenaar Jean Dulieu. In 1955 begon deze strip als radiohoorspel en werd het een enorm succes. Het bijzondere ervan was dat de schrijver zelf alle stemmen deed, behalve die van Prinses Priegeltje die door zijn dochter werd ingesproken.

29 november 2006 overleed Jan van Oort in Arnhem en onlangs publiceerde zijn dochter Dorinde van Oort een biografie over haar vader, waaruit een aantal feiten naar voren komen, die laten zien dat deze man een verre van gelukkig leven heeft geleid.
Daar was allereerst zijn jeugd met een zeer dominante vader, die koste wat kost zijn zoon de muziek indreef.
Hij werd op 13 april geboren te Soest, zijn vader was de zanger Hendrik van Oort
. Tegen zijn zin in studeerde hij aan het conservatorium en werd in de oorlogsjaren violist bij het Concertgebouworkest. In de Hongerwinter waren er geen concerten en kon Dulieu zich eindeljk aan zijn liefhebberij wijden nl. het ontwerpen van een kabouterfiguur, die hij de naam Paulus gaf.
Vanaf 1946 verscheen deze boskabouter als stripfiguur in Het Vrije Volk. Jan van Oort koos het pseudoniem Jean Dulieu.
Na de oorlog stopte de schrijver met zijn violistenloopbaan en verdiende de kost met met zijn boeken en strips. Ze waren eerst in zwart/wit en werden pas later in kleur gemaakt. Met deze creatie van Paulus stopte Dulieu in 1984.
De roman die Dorinde van Oort in  2006 liet verschijnen is een mengeling van fictie en feiten en dat riep veel weerstand op bij recensenten. In Vrouw in de schaduw komt haar vader voor in de figuur van Lepel Mansborg. 
 
Over de vermeende homoseksualiteit van haar vader blijft Dorinde wat vaag, maar het feit dat hij in het bgin van zijn huwelijk 3 weken spoorloos is en dan naar blijkt in een abdij vertoeft/ een mannenmaatschappij net zoals in zijn strips voedt deze vermoedens.
 

Eenzaam Kerkhof




Vandaag kies ik een gedicht van een dichteres, die waarschijnlijk bij een groot aantal lezers van Spechtiania niet bekend is en ook niet meer verschijnt in bloemlezingen. Zij leefde van 1859 tot 1944.


EENZAAM KERKHOF

De witte grassen  bewegen en komen
heen en weder door wind en dauw,
de takken wiegen hun stille droomen
op donkere armen in sluiers van rouw,

het sleepkleed der treurende esschenboomen
raakt bloeiende grassen in avonddauw.

Hoog groeiden de grassen, wind die ze zaaide,
wind die ze v erwaaide, zij bloeien uit,
geen hand die ze plukte, geen zeis die ze maaide.
De witte grassen bewegen en komen
heen en weder door wind en dauw,
op de hekspijlen buigen de boomen
hun donkere hoofden in krip van rouw.
Hun hangende sluiers beroeren de klachten
der witte rozen en het schemerrood
der oude daken, vele wolkengeslachten
gaan het hek over, de bloemen en den dood.

Woest liggen de graven, de grendelen der aarde
sluiten de dooden van ´t leven af,
zij zinken al dieper, een weeldrige gaarde
bloeit, hoog als de hemel, boven hun graf.
En de wagenmenner, in ´t beeld van de sterren,
ziet ernstig peizend omlaag,
ver ligt al de aarde, een stip, zoo verre
en zijn paarden gaan zoo traag.
Langs andere werelden stiert hij zijn wagen
en waar geen werelden meer zijn,
de steppenvlakten door van een eindeloos, vage,
onbekende hemelwoestijn.

AUGUSTA PEAUX
UIT     NIEUWE GEDICHTEN
TJEENK WILLINK, HAARLEM 1926


woensdag 28 november 2012

Jo Stafford zingt Robert Burns
























Een van de eerste langspeelplaten die ik kocht was deze waarop Jo Stafford met haar prachtige altstem Schotse volksliederen op teksten van Robert Burns zingt. Zij wordt door een orkest gedirigeerd door haar man Paul Weston begeleid en zijn wonderschone arrangementen geven een extra dimensie aan de weemoed van deze liederen. Op mijn begrafenis zal haar stem zeker klinken.

George Lemmens' zelfportret




































5 juni 1916 overleed de Belgische schilder Georges Lemmen, die naast het schilderen zich ook bezig hield met graveren en illustreren.
Zijn onderwerpen waren stillelevens, stadgezichten, portretten en landschappen die hij schilderde in impressionistische stijl en zoals het zelfportret laat zien ook in pointilistische stijl.
Hij had zich in 1888 aangesloten bij de ruchtmakende groep Les XX, bij wie hij zijn werken tentoonstelde.
Op latere leeftijd verliet hij het pointilisme en schilderde in een traditionelere impressionistische stijl.

Een prachtige sopraan...ze bestaan!



















28 november 1989 overleed in Monaco een van de mooiste sopraanstemmen die we in Nederland gehad hebben en die zij helaas vaak aanwendde voor een repertoire dat niet het mijne is en die haar carrière niet verder geholpen heeft.
Dat ze zich al jong tot de muziek aangetrokken voelde was niet vreemd, want haar vader was pianoleraar en hij bespeelde het carillon van het Paleis op de Dam. Zij werd 6 maart 1898 in Amsterdam geboren en werd op negen jarige leeftijd lid van het  kinderkoor van de bekende componiste en zangpedagoge Catharina van Rennes.
 
  Aanvankelijk tegen de zin van haar vader, die haar liever een vaste baan op een kantoor zag hebben, nam zij zangles bij Wilhelmina de Veer-de Lange en in 1919 behaalde zij het diploma solozang van de Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging.
Ze ging toen zelf zangles geven om met het verdiende geld lessen te volgen bij de beroemde zangeres Cornelie van Zanten.

 
Aanvankelijk trad zij vooral op in de Zaanstreek en Kennemerland, maar in 1923 zong zij voor het eerst in Amsterdam de sopraanpartij in de MattheusPassie van Johann Sebastiaan Bach.
Met haar prachtige, kristalheldere stem en haar ongekunstelde voordracht werd zij een gevraagd soliste en tot 1942 trad zij dikwijls op in het Concertgebouw onder leiding van Willem Mengelberg.

Zij was een diepgelovige vrouw en het is dan ook niet vreemd dat zij heel veel religieuze muziek zong; jammer genoeg ambieerde zij geen buitenlandse carrière en ook zag zij weinig heil in operarollen, terwijl haar stem uitermate geschikt was voor bv. Mozart rollen.

Zij weigerde tot te treden tot de Kultuurkamer en mocht dus niet meer in het openbaar optreden. Wel gaf ze illegale thuisconcerten oa. in haar villa Tetterode. Na de oorlog nam ze eerste weer zanglessen bij Ruth Horna om daarna vooral liederenrecitals te geven van haar favoriete componisten Schubert en Wolff.
 
Heel bijzonder was haar optreden in Londen  samen met de beroemde Kathleen Ferrier, met wie zij onder leiding van Eduard van Beinum de première zong van Brittens Spring Symphony.

In 1953 stopte ze vrij plotseling met zingen; ze had geen zin meer in al die discipline die het zingen vroeg. Ze wilde nu alleen maar dingen doen die ze leuk vond. Daarom verliet ze met haar 2de man Nederland en ging wonen aan de Franse Rivièra. Maar heimwee naar Nederland deed haar terugkeren en ze vestigde zich met haar man in Aerdenhout. 
Toch ging ze na het overlijden van haar man weer terug naar Frankrijk en ging wonen in de omgeving van Monte Carlo. Daar leefde ze heel teruggetrokken, helaas verstoken van kinderen, die ze uit haar twee huwelijke niet heeft gekregen. Op 91 jarige leeftijd overleed Jo Vincent.

Helaas bestaan er niet al te veel opnamen van haar; zeker niet in het niet religieuze repertoire.
 

verdronken.......



Voor deze woensdag 28 november heb ik een gedicht van de Groningse bard Hendrik de Vries gekozen. Hij leefde van 1896  tot 1989 en had een grote liefde voor Spanje.

VERDRONKEN 

Nu weet ik wat ons van elkander scheidt.
En wat ik werd na 't zinken van mijn schip.
Nu weet ik waarom gij in eenzaamheid
Van duinen zeewaarts blikt naar iedre stip;
Waarom ge bij mij komst verbleekt en schreit.

De regen scheurde zich door 't mistgordijn.
Ik voelde mij de donkre schoot ontstegen.
Ik weet niet hoe ik wist waar gij moest zijn.
Ik gleed u op de waterbergen tegen.
Ik vond uw huis bij heldre maneschijn.

Met handenwringen zaagt gij 't spookbeeld aan.
Gij wildet u door 't raam te pletter springen.
Gij zaagt ook daar mijn schaduw voor u staan.
Door niets, door niemand laat uw lot zich dwingen:
Waar wij vergingen zult ook gij vergaan.

HENDRIK DE VRIES
UIT:     EEN RAADSEL IN DE NACHT. EEN BLOENLEZING UIT ZIJN GEDICHTEN
( EDITIE. JAN VAN DER VEGT )
MEULENHOFF/MANTEAU. AMSTERDAM-ANTWERPEN, 2006 



dinsdag 27 november 2012

September of my years


















Een van de mooiste songs die Frank Sinatra opgenomen vind ik September of my years. Daar is natuurlijk allereerst de geweldige frasering en timing van deze stem en daarnaast wordt hij ondersteund door een prachtig orkest dat een prachtig arrangement speelt, waardoor het voor mij een klassiek lied wordt.


Ik houd veel meer van deze Sinatra, dan van de Sinatra met een big band. Ik zou zeggen als u het volledig album nog kunt bemachtigen, doe het want er staan alleen maar pareltjes op.

Kerken in Cortona




Na ons bezoek aan de Santa Maria Della Grazië in Calcinaio reden we naar Cortona. dat ommuurd is en waar talrijke pleinen te zien zijn met daaraan gelegen paleizen en zeer steil omhoog lopende pittoreske straatjes.

Via deze straten en steegjes kwamen we bij ons doel, de prachtig gelegen basiliek Santa Margaritha. Het huidige kerkgebouw dateert uit 1856; de klokketoren (campanile) is van ouder datum nl. 1650.
Op deze plaats stierf in 1297 de Heilige Margarita.

In het koor bevindt zich de sarcofaag, met daarop werk van Angelo en Francesco di Pietro uit 1362.
Deze heilige is de patrones van alle berouwvolle zondaars. Haar lichaam werd na haar overlijden gebalsemd en is te zien in deze kerk

Een in het Frans schrijvende Vlaming
















Op deze you tube opname horen we een gedicht van Emile Verhaeren, op een prachtige manier gelezen. 27 november 1916 overleed deze Vlaming die echter in het Frans schreef. Hij wordt gerekend tot de Symbolisten.
Het gezin waarin hij geboren werd op 21 mei 1855 was wat we een modaal gezin noemen dat frans sprak. In Sint Amands de geboorteplaats van Verhaeren werd op school toendertijd geen Nederlands gegeven. Naast het frans sprak Verhaeren ook het plaatselijke dialect.
Toen hij 11 jaar was ging hij naar een kostschool in Gent, geleid door de Jezuieten, waar hij volledig verfransd werd.
Na zijn middelbare schooltijd ging hij naar de universiteit van Leuven om rechten te gaan studeren.
Hij ging meewerken aan het progressieve tijdschrift La Jeune en werd al gauw de woordvoeder van de de artistieke heropleving die zich voordeed en schreef talrijke invloedrijke artikelen over nieuwe kunstenaars.

Hij raakte bevriend met de neo-impressionistische schilder Theo van Rysselberghe. Diens vrouw omschreef hem als een zeer dominant persoon, iemand die van provoceren hield en recht voor zijn raap was.

Zelf ging hij gedichten schrijven in het frans, waarin hij zijn land en zijn volk beschreef. Zijn gedichten zorgden voor veel opschudding in de katholieke kerk. Rond de jaren 1886 raakte hij mede door gezondheidsproblemen in een zware depressie en in deze periode schreef hij een 3 tal gedichtenbundels.

Hij hervond zichzelf door zijn huwelijk met Marthe Massin, en zijn nieuw gevonden geluk kan men aflezen aan een drietal gedichtenbundels. die in de loop der jaren gepubliceerd werden. Eind jaren '90 ging hij ook toneelstukken schrijven, die heden ten dage voor zover ik weet niet meer worden opgevoerd, maar bij verschijning wel succes hadden.

Inmiddels was hij een wereldberoemd man geworden wiens gedichten in meer dan 20 talen vertaald werden o,a, in het Duits door Stefan Zweig. Tijdens zijn reizen door Europa gaf hij overal literatuurlezingen.
Toen de 1ste wereldoorlog uitbrak ging hij naar Engeland en werd steeds pacifistischer van aard.

In 1916 bevond hij zich in Rouen en op 27 november probeerde hij in een rijdende trein te springen, waarbij hij onder de trein terechtkwam en stierf. Het waren zijn vrienden Theo van Rysselberghe en Andre Gide
die zijn vrouw het slechte nieuws kwamen brengen.

In zijn  geboorteplaats is een een museum gewijd aan deze grote Belgische literator.

Nacht der Gewoonte




De dagkalender van de poëzie heeft voor deze dinsdag een gedicht opgenomen van de in 1973 geboren dichter Willem Ties.

NACHT DER GEWOONTE

De bomen aan de kade
buigen hun takken naar het water.
Lantaarnlicht rimpelt het oppervlak
van de gracht, het uitzicht van de jongen
die zonder geluid, om een ander te laten slapen,
de balkondeur achter zich sluit.
Een sigaret fonkelt wanneer zijn
wijs-enmiddelvinger zijn lippen
raken, zoals ook het vliegtuig
dat afdaalt in de duisternis.

WILLEM TIES
UIT       NA DE VLAKTE
PODIUM, AMSTERDAM, 2008 


Pietr Cornelisz Slingelandts' Zelfportret



 




















7 november 1691 overlijdt de schilder van dit zelfportet in zijn geboorteplaats Leiden. Hij werd er op 20 october geboren en Pieter Cornelisz Slingelandt, want aan hem wijd ik dit zelfportret. was volgens Houbraken een leerling van de Leidse fijnschilder Gerard Dou.
22 november 1661 werd hij toegelatenn tot het Sint Lukasgilde wat hij bleef tot 1668. Of het geldgebrek was dat hij stopt met zijn lidmaatschap weet ik niet, maar in 1673 gaat hij weer contributie betalen en wordt in 1691 zelfs deken van het gilde.
Zelf had Slingelandt ook leerlingen, zoals Adriaen van Gaesbeeck, Jacob van der Sluys en Jan Tilius. 

Calcinaio





In 1993 brachten we onze vakantie door in Umbrië en we stonden op een mooie camping aan het Meer van Trasimeno, vlakbij het stadje Passingnano.
 

8 juli gingen  we onze eerste culturele tocht maken met als doel Cortona. Onderweg kwamen we in Calcinaio langs de qua uiterlijk zeer oude koepelkerk Santa Maria della Grazia. 

 
Dit kerkgebouw dateert uit de jaren 1485 tot 1513; de architect was francesco diGiorgio Martini. Deze kreeg de opdracht via bemiddeling van zijn vriend de schilder Luca Signorelli. De stijl is die van de Renaissance en laat een Latijns kruis zien.
De kerk behoorde toe aan het gilde van de schoenmakers, die onder bescherming stond van de Heilige Magd Maria. Niet voor niets bevind zich in deze kerk een madonna geschilderd door Bernardo Covatti. Op het rechter altaar  zien we een Madonna temidden van heiligen geschilderd door Bronzino.

 
Het huidige interieur van de kerk is helaas zo gewijzigd, dat er van het oorspronkelijke interieur niets bewaard is gebleven en er een barok ingterieur voor in de plaats is gekomen.

maandag 26 november 2012

Een Belgische Cellovirtuoos


















Op deze opname kunt U luisteren naar een werk van een voor de meeste lezers van Spechtiania onbekende Belgische componist die 26 november 1866 in zijn geboorteplaats overleed.

Hoewel zijn vader van heel eenvoudige komaf was, nl schoenlapper, was die een groot muziekliefhebber en zong zelf in het koor van de St. Martinuskerk en speelde niet onverdienstelijk viool. De eerste muzieklessen kreeg de jonge AQdrien Servais, want over hem gaat dit artikel, dan ook van zijn vader,
Samen met zijn vader gaf hij straatconcerten om wat bij te verdienen. Op zeker moment hoorde Markies de Sayve hem spelen en was zo onder de indruk van zijn spel, dat hij hem onder zijn hoede nam en de kans gaf lessen de nemen bij de in die tijd fameuze cellist Nicolas-Joseph Platel.
Hij stapte dus van de viool over de cello en in 1829 behaalde hij de 1e pijs aan de Koninklijke Muziekschool. Koning Leopold I  was verrukt over zijn spel en benoemde hem tot solocellist aan de Brusselse Muntschouwburg.

Tussen de jaren 1834 en 1866 ondernam hij concertreizen door heel Europa en zo trad hij in 1837 in Nederland op.Anna Paulowna hoorde hem spelen en arrangeerde via haar contact met Tsaar Nicolaas I een concertreis door Rusland.

In dit land leerde hij zijn vrouw kennen Sophie Feygin. Inmiddels was hij zo gefortuneerd dat hij voor hem en zijn vrouw een villa in Italiaanse stijl kon laten bouwen door de architect Jan Pierre Cluysenaer. De poolse beeldhouwer Cyprien Godebski  bracht aan het exterieur versieringen aan.


Na nogmaals  in 1866 een vermoeiende reis te hebben gemaakt door Rusland, gaf hij teruggekeerd in België in augustus van genoemd jaar een concert in Spa, dat zijn laatste concert bleek te zijn. In november van datzelfde jaar overleed hij, slechts 59 jaar oud.


Mensen die hem meegemaakt hebben zeggen allemaal dat het een gevoelige, impulsieve man was maar zeer veeleisend voor zichzelf en zijn begeleiders bij uitvoeringen. Jammer genoeg bestaan er geen opnames van hem, zodat we niet kunnen horen hoe hij gespeeld heeft.

Zijn talrijke virtuoze, romantische composities voor cello worden tegenwoordig minder gewaardeerd, vooral omdat hij erg op effecten uit was en hij de techniek van het componeren technisch onvoldoend beheerste.















Schippersverhaal



De dagkalender van de Poëzie vermeldt voor vandaag een gedicht van de de door de onlangs gestorven schrijver Bernlef zeer bewonderde dichter Tomas Tranströmer, wiens hij gedichten hij dan ook vertaalde, zoals ook het hieronder staande.


SCHIPPERSVERHAAL

Er zijn van die sneeuwvrije winterdagen dat de zee
verwant lijkt aan bergstreken, in grijze vedertooi neerhurkt,
één moment blauw, dan urenlang met golven als bleke
lynxen,  vergeefs houvast zoekend aan strandkiezels.

Op zo'n verlaten wrakken de zee en zoeken
hun reders, zetelend in stadslawaai, en drijven
verdronken bemanningen landwaarts, ijler dan pijprook.

(In het noorden lopen de echte lynxen met gewette klauwen
en dromende ogen. In het noorden, waar de dag
zowel overdag als 's nachts in een schacht woont.

Waar de enige overlevende bij de oven
van het noorderlicht mag zitten luisteren
naar de muziek van doodgevrorenen.)

TOMAS TRANSTRÖMER
UIT        DE HERINNERINGEN ZIEN MIJ
VERTALING UIT HET ZWEEDS DOOR BERNLEF
DE BEZIGE BIJ, AMSTERDAM, 2002

  

Romancero Gitano



















Schrijver van dit web log is lid van een kamerkoor en in 2011 hebben we deelgenomen aan een Lorcafestival in Utrecht. We zongen in een synagoge o.a. het prachtige koorwerk Romancero Gitano van de Italiaanse componist Castel Nuevo Tedesco. Deze cyclus bestaat uit een 7 tal liederen met gitaarbegleiding op teksten van de dichter Federico Garcio Lorca.
U kunt bovenstaand een deel uit dit koorwerk horen nl. Procesion en ik hoop dat U er net zo van geniet als ik toen ik het zong.

zondag 25 november 2012

Kerken in Middelburg



Na de Nieuwe Kerk bezocht te hebben ging ik naar de ernaast liggende Koorkerk. Het is een eenbeukige kerk die gebouwd werd in het begin van de 14de eeuw; in de noordmuur kunnen we nog resten zien uit de 13de eeuw.

De stijl is die van de Vlaamse baksteengotiek, die tot de Hervorming gebruikt werd door de monniken van de abdij. In 1568 werd de kerk getroffen door een brand die het houten gewelf verwoestte en in 1568 vervangen werd door een stenen netgewelf.

Op 17 mei bombardeerden de Duitsers de Koorkerk die bijna geheel werd verwoest en na de 2de wereldoorlog werd herbouwd.
De kerk is enorm licht door de hoge vensters. De Roomse koningWillem II , die in 1256 stierf, ligt begraven in een van de muurnissen. De 17de eeuwse preekstoel stond eerst in de Zuiderkerk in Amsterdam.

Tegen de noordwand staat het oudste orgel van Nederland, dat eerst in de Nicolaïkerk in Utrecht stond. Helaas verkeert het in zo'n slechte staat, dat het niet bespeelbaar is. Het is gebouwd in de jaren 1478 en 1481 door Pieter Gerritzoon. 

De Mechelse schilder Hans Bol



 




















16 december 1534 werd in Mechelen de schilder Hans Bol geboren, die naast het schilderen, dat hij leerde van zijn ooms Jacob en Jan Bol, zich ook bezig hield tekenen, het verluchtigen van boeken en graveren.
In zijn woonplaats Mechelen werd de techniek van het schilderen met waterverf op doek met gebruik van tempera toegepast bij het maken van wanddecoraties, Maar juist deze techniek was erg onderhevig aan aantasting en daarom is er maar weinig van bewaard.

Na een tweetal jaren in Heidelberg doorgebracht te hebben werd hij in 1560 toegelaten tot het Sint Lucasgilde in Mechelen. Noodgedwongen vluchtte hij naar Antwerpen toen Mechelen door de Spanjaarden in 1572 werd ingenomen en ging zich daar bezig houden met het schilderen van miniaturen.

In 1584 verhuisde hij naar Bergen op Zoom en van daar via Dordrecht , Delft terecht in Amsterdam, waar hij de rest van zijn leven bleef wonen. Hij stierf er op 20 november 1593.

Deskundigen zeggen dat zijn werk duidelijk invloeden laat zien van Pieter Bruegel de Oude, maar dat het ook verwantschap toont met tijdgenoten als Jacob Grimmer en Joachim Patinir. Zelf had ook leerlingen zoals Jacob Savery en Joris Hoefnagel.

Hij schilderde olieverfschilderijen en aquarellen met daarop landschappen, maar ook bijbelse en Mythologische voorstellingen.
 


Avond, Zo moet het zijn




Elly de Waard is de dichteres van het gedicht dat ik heb gekozen voor deze dinsdag 20 november 2012. Zij is nu 72 jaar.

AVOND, ZO MOET HET ZIJN

Dat er een hond blaft in de verte.op
een verre boerderij

De grond is rul , de zon
gezakt achter de heuvels
en in de stilte die nu valt
het zachte antwoordgrommen van
jouw hond

Dof wordt het licht, maar steeds
intenser in zijn krimpen
een laatste glimp blijft hangen
in de nabije, leeggeschudde halmen
zo sierlijk gepunt

En alle adem van de wind
wordt ingehouden om de blauwe
verten aan te blazen, glazen
heuvels in een steeds ander
doorschijnend, donkerder worden
melk van blauw.

ELLY DE WAARD
UIT        IN HET HALOGEEN
DE HARMONIE, AMSTERDAM, 2009 




 






Kerken in Middelburg



Naast het bezoek aan de Oosterkerk te Middelburg, bezochten we ook de  het abdijcomplex, waar zich twee kerken bevinden nl. de Nieuwe Kerk en de Koorkerk.

In dit artikel wil ik eerst aandacht schenken aan de Nieuwe Kerk. Ook deze St.Nicolaaskerk is een abdijkerk en ze is westelijk gelegen van de prachtige toren\, ook wel Lange Jan genoemd en de Koorkerk.

In de 14de eeuw stond er al een kerk die echter door een brand in 1568 werd herbouwd tot een tweebeukige hallenkerk. In de 19de eeuw werd er een neogotische westgevel aan toegevoegd, die tijdens de restauratie in 1900 weer werd verwijderd. Helaas werd de kerk tijdens de 2de wereldoorlog door de Duitsers volledig verwoest. Het gebouw werd weer in volle luister hersteld.

Het interieur is totaal veranderd en geschikt gemaakt voor multifunctioneel gebruik door de vaste banken te verwijderen en de 19de eeuwse preekstoel te verwijderen.

Er staat een prachtig 17de eeuws orgel van de orgelbouwer Johannes Duyschot, dat eerder in de ronde Lutherse kerk in Amsterdam stond.

Tussen de twee genoemde abdijkerken staan de Lange Jan en het Middenkoor. In dit laatste bevindt zich het praalgraf voor de broers Johan en Cornelis Evertsen, vervaardigd door Rombout Verhulst.

vrijdag 23 november 2012

Violeta Parra geeft Chili stem


















Nog pas kort geleden hoorde ik deze zangeres en daarom heb ik voor mijn 3de aflevering in deze serie gewijd aan deze Violeta Parra, die op 5 februari 1967 een einde aan haar leven maakte. Zij was een voorvechtster van de sociaal-politieke beweging die in de jaren '60 steeds belangrijker werd in Chili. Zij was een van de grondlegsters voor het nieuwe Chileense lied die haar basis had in de Chileense volksmuziek. Een van haar bekendste liederen was Gracias a la Vida, dat door veel andere zangers werd opgenomen.

Naast haar zangcarrière hield ze zich ook bezig met de beeldende kunst. Het nummer wat ze hier zingt draagt de titel Run run se fue pal noste.


Nicolas Poussins' zelfportret




 




















Dit zelfportret is vervaardigd door de Franse schilder Nicolas Poussin, die 19 november 1665 te Rome overleed. Hoewel in zijn tijd de ateliers met leerlingen werden vervangen door academies, heeft hij zelf een dergelijke academie nooit bezocht.
In 1629 trad hij in het huwelijk met Anna Maria Dughet; hij was toen woonachtig in Rome. In 1640 keerde hij op verzoek van Koning Lodewijk XIII en Kardinaal Richilieu terug naar Frankrijk, maar Rome bleef trekken en dus ging hij in 1642 weer terug naar deze stad.
Men ziet hem als de belangrijkste Franse vertegenwoordiger van het classicisme in de 17de eeuw.