maandag 30 juni 2014

daggedicht 30 juni


als daggedicht voor deze maandag 30 juni 2014 kies ik een gedicht van Herman van den Bergh, een dichter die tijdens zijn leven als eerste zogenaamde Vitalist  volop in de belangstelling stond, maar die als zovelen al snel vergeten werd. Hij zag het levenslicht in Amsterdam op 30 januari 1897 en volgde daar ook een rechtenstudie. Daarnaast moet hij een zeer goed violist geweest zijn, want hij speelde als violist in het Concertgebouworkest.
Was ook werkzaam als journalist bij de Telegraaf waardoor hij veel buiten Nederland verbleef. Ook maakte hij lange reizen door Zuidoost-Europa, Klein-Azië en Noord-Afrika. Na de 2de Wereldoorlog vestigde hij zich voorgoed in Nederland en ging als redacteur en eindredacteur werken  bij de Winkler Prins Encyclopedie. Opnieuwe veranderde hij van baan en werd docent Italiaanse cultuurgeschiedenis aan de Amsterdamse Universiteit en nog weer later in 1963 docent Italiaanse letterkunde.
Als dichter en redacteur was hij verbonden aan het literaire tijdschrift Het Getij, dat zich in 1924 opsplitste in De Vrije Bladen en Forum.

LIEDJE

Het loof, dat om mij henen vlakt
en al de dag zich roeren kon,
is droog en stil - eentonig klokt
een kleine citer aan de bron.

De bomen zijn van ver bij mij
en danse'onhoorbaar in het meer.
de nevelboten gaan voorbij
naar riemslag ook niet éne keer.

Naar alle zijden ligt mijn doel:
toch ben ik 'k mij van geen weg bewust -
en in het vilten duister voel
'k een glimlach om mijn grote rust.


 

zondag 29 juni 2014

daggedicht 29 juni


Voor deze zondag 29 juni heb ik als daggedicht een gedicht gekozen van een voor mij onbekende dichter Victor De La Montagne. Deze Vlaamse dichter werd op 8 oktober 1854 in Antwerpen geboren. Zijn vader werkte als drukker. Hij werkte vanaf 1880 als ambtenaar op het ministerie van justitie in Brussel en werd in 1914 naar het Franse Le Havre gestuurd. Daar overleed hij in 1915.
In 1875 publiceerde hij zijn eerste bundel met als titel Onze strijd. In 1883 verscheen een nieuwe bundel met voornamelijk gedichten over liefde en natuur. Vanwege hun muzikaliteit werden ze door componisten als Kees Andriesse en Catharina van Rennes op muziek gezet.

DE DEERNE

En de ridder zwaaide de degen blank
en zwoer: mijn is de deerne.
de deer jent, de deerne fijn
zal mijn allerliefste boele zijn!
Op briesende rossen, ter blauweende zee.
ter aadlijke burchte voer ik haar mee.
Goedheid, de deerne, de deerne.

Maar schaatrend vlood de deerne heen,
En schudde van: neen!

En de blonde minstreel sloeg de citer en zong:
mijn is de deerne, de deerne...
de deerne jent, de deerne fijn
zal 's armen zangers lieveken zijn!
Ik krans haar, als op zijn outer een sant,
met liedren vonklend als diamant....
Goedheil, de deerne, de deerne...

Maar schaatrensd vlood de deerne heen,
En schudde van: neen!

Toen kwam er een forse, flinke gezel,
die kloeg: waar mijn de deerne!
de deerne jent, de deerne fijn,
zou voor het leven mijn wijveken zijn,
zou rusten, sluimren, vielig en warm,
aan mijne borst, - in mijnen arm...
Goedheil, de deerne, de deerne...

Nog vlood wel de deerne, - te spa, te spa!
En knikte in zijne armen, blozend, van: ja!

VICTOR DE LA MONTAGNE

 

een vergeten troubadour


16 september 1973 is een trieste dag in de geschiedenis van het Zuid Amerikaanse land Chili. Er vond toen een staatsgreep plaats door de militairen; duizenden tegenstanders van dictator Pinochet werden bijeengedreven in het stadion w.o. de hierboven afgebeelde Victor Jara. Hij was zeer geliefd bij  bij de gewone Chileen omdat hij in zijn liederen opkwam voor hun belangen en protesteerde tegen de Vietnamoorlog en het gedrag van de "rijken ". 
Toen de militairen hem ontdekten in de menigte werd hij afgevoerd en in de catacomben van dit stadion gemarteld en daarna doorzeefde men zijn lichaam met ongeveer 30 kogels.
5 december 2009 werd Jara herbegraven en liepen duizenden Chilenen mee in een tocht die hem naar het kerkhof brachten.
Overigens schreef hij nog in het stadion zijn laatste lied tegen het fascisme en de dictatuur. De troubadour Cornelis Vreeswijk vertaalde 11 liederen van Jara in het Nederlands en dezezijn te horen op zijn album "Het recht om in vrede te leven".

levensbericht 29 juni


Een onderduiktijd kan soms leiden tot een fascinatie voor een bepaald persoon, dat gebeurde bv. met de hoofdpersoon van dit artikel. 20 september 1926 werd in Haarlem Federic Louis Bastet geboren. Hij was dus dertien jaar oud toen de oorlog uitbrak en hij was gedwongen onder te duiken. Tijdens deze jaren maakt het kennis met het oeuvre van de schrijver Louis Couperus. Hij blijft zijn hele leven gefascineerd door deze man en neemt diens liefde voor de Klassieken en Italië over.

Hij wordt opgeroepen voor het leger en hoewel absoluut niet geschikt voor het soldatenleven weigert hij geen dienst, omdat zijn vader dit verschrikkelijk zou hebben gevonden. Achteraf zegt hij over deze tijd, dat hij er toch wat van geleerd heeft namelijk het omgaan met mensen uit een andere klasse, die hij nooit zou hebben ontmoet. Overigens is hij een tijd bewaker in het Kamp Schoorl, waar NSB' ers en collaborateurs geinterneerd zijn.
Na de middelbare school gaat hij studeren ( Latijn, Grieks en klassieke archeologie). Hij promoveert op het onderwerp "antieke wandschilderingen ". 
Naast zijn liefde voor de klassieke oudheid is daar ook zijn interesse in muziek en schreef o.a. een boek over de componisten Lizt en Chopin.
Hij heeft het zo druk dat het schrijven van de biografie over Louis Couperus moeizaam vordert. Pas in 1987 verschijnt deze biografie; hij is wat trots op het feit dat hij nog bij de weduwe van de schrijver, Elisabet Baud op bezoek is geweest.



In 2005 wordt hem de PC.Hooftprijs toegekend voor heel zijn essayistisch oeuvre.


Naast al dit wetenschappelijk werk schreef hij ook gedichten, waarvan ik een laat volgen.

ZOMER

Een kano op het Spaarne in de wind.
Peddelend in de gele zon een jongen,
rietoevers langs, de zomer in zijn longen,
bijsturend waar het open land begint.

Ringvaart en stoom gemaal. Een vogel vindt
fluitend dezelfde bries. Uit een voldongen
geluk heeft hij zijn tegenlied gezongen.
zijn ogen naar de verte toegewend.

Maar waar eens weiland was en smalle kreken
in veenmoerassen voerden, onbetreden,
reikt nu een stadswijk naar de horizon.

Betonnen landschap. Ogen uitgekeken
op zoveel steen. En een uiteengereten
meeuw op de weg, die niet meer vluchten kon.


Op You Tube vond ik een opname van de Ikon, waarop de "Pelgrimage " van Franz Lizt wordt toegelicht door Bastet en de pianist Yoram Ish - Hurwitz.

 
 

zaterdag 28 juni 2014

een vergeten troubadour



Dit nummer van Cornelis Vreeswijk - hier alleen door de artiest begeleid op gitaar - heb ik ook gehoord in een opname van Rob de Nijs met begeleiding van het Metropole orkest. De twee uitvoeringen zijn niet met elkaar te vergelijken maar beiden het aanhoren meer dan waard. Cornelis Vreeswijk is volledig uit het zicht verdwenen. Naast eigen  nummers zong deze al vroeg naar Zweden vertrokken Ijmuidenaar, ook nummers van de zweedse troubadour Bellman.


Ook klassieke zangers zingen liederen van deze Bellmann; hier is het de Engelse tenor Martin Best.

zelfportret

Ernst Josephson schilderde dit zelfportret en het laat een jongeman zien die overtuigd is van zijn kunnen; niet voor niets deed hij de uitspraak dat hij de Zweedse Rembrandt wilde worden. Pas in 1880 vond hij een eigen -een combinatie van impressionisme en suymbolisme - schilderstijl. In 1880 kreeg hij een psychose, die waarschijnlijk hem naar het expressionisme en spiritualisme dreef. Maar feitelijk kwam hij deze geestelijke inzinking nooit te boven en was hij een gebroken vroeg oude man.
Naast het schilderen schreef hij ook gedichten, gebundeld in een tweetal bundels die Zwarte Rozen en Gele Rozen heetten.



Hij was de grootvader van de beroemde acteur Erland Josephson, die in veel films van Ingmar Bergman optrad. In 1906 overleed Ernst aan de gevolgen van diabetes.

Levensbericht 28 juni


Het is vandaag 100 jaar geleden dat in Serajewo de aanslag plaatsvond op aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk-Este en diens vrouw Sophie Chotek, gravin van Chotova.


Aanslagpleger Gravilo Princip wordt in het huidige Serajewo als een groot man beschouwd. Sophie Chotek werd op 1 maart 1868 in Stuttgart geboren. Ze behoorde tot de Boheemse adel, en als zodanig was haar status te laag om te kunnen trouwen met de aartshertog.


Waarschijnlijk leerde Sophie haar man kennen op een dansavond in Praag; ze werden verliefd en tegen de zin van zijn oom trouwde hij de vrouw van zijn dromen. Maar daar moesten wel Paus Leo XIII en de Duitse keizer Wilhelm II aan te pas komen.


Bij zijn  toestemming voor het morganatisch huwelijk stelde Keizer Frans Jozef I wel een paar voorwaarden. Sophie moest altijd op de achtergrond blijven en mocht slechts bij enkele gelegenheden haar man vergezellen. Daarnaast werden de kinderen uit haar huwelijk uitgesloten van de troon en als laatste kreeg zij niet de titel van keizerin.



 

daggedicht 28 juni


De Eerste Wereldoorlog heeft hoe cynisch misschien ook prachtige poëzie opgeleverd. De Vlaamse hoogleraar Geert Buelens heeft een geweldige bloemlezing laten verschijnen met een 100 tal gedichten. In deze bundel staat ook een gedicht van de Vlaming Daan Boens; tijdens deze Grote Oorlog was hij korporaal aan het Ijzerfront.

MIJN HANDEB

 Ik zie mijn schamele handen rood van blod.
Het druppelt langs de vingers en de knoken.
Het dringt al in de poriën en 't doet
Me pijn, of water op mijn vlees zou koken.

Ik huil en weet niet wat dit bloed bediedt.
Ik leefde in nare droom en 't plots ontwaken
Herleidt me in donkre nacht. in 't dichte riet
Der posten waar kanonnen vuur op braken.

Ik zie vóór mij weer mannen-schimmen staan...
Ik riep! - maar weet niet wat nadien gebeurde.
Ik voel slechts dat mijn handen zijn belaên
Met bloed, of ik gezichten openscheurde.

Of 't aangezicht van de mens, die leerde doden!

DAAN BOENS

UIT:   MENSCHEN IN DE GRACHTEN 1918 


vrijdag 27 juni 2014

onbekende muziek


Naast werken van Engelse componisten wordt er op de Evensong die wij 16 november zingen ook een werk ten gehore gebracht van de Franse componist André Campra en wel het Laudate dominum voor sopraan en traverso .
Campra werd op 4 december 1660 in Aix-en Provence geboren en genoot zijn eerste muzieklessen in het koor van de Saint-Saveur in zijn geboorteplaats dat onder leiding stond van Guillaume Potevin. Hij werd priester , maar in 1681 benoemde men hem tot maître de chapelle in Arles. In 1694 ging hij naar Parijs, waar hij de rest van zijn leven bleef wonen. Tussen de jaren 1705 en 1722 schreef hij voornamelijk motetten en cantates, maar ook opera's. 29 juni 1744 overleed hij in Versailles.

 

daggedicht 27 juni


Het daggedicht is geschreven in 1917 en is te vinden in de bundel " Nieuwe verzen " van Annie Salomons. Het doet erg gedateerd aan door woordgebruik en het sentimentele, extatische passend bij de tijd van ontstaan.

LIEDEREN VAN SAPPHO (V)

En om dde mloeheid van de looden jaren
Leunde ik mijn voorhoofd luistrend aan uw hart;
Uw handen zochten streelend door mijn haren,
En in die uren, die als droomen waren,
Hebben wij stil een nieuw geluk gemard.

Toen hebt ge met een lach uw mond gebogen
Naar mijner lippen smartelijke wond;
Ik ried de vlammen uwer pralende oogen,
Die als een hitte langs mijn leden togen,
Totdat hun wil mijn weiflend weigren vond.

En in dien blik herleefden schuwe schimmen
Van nooit verzoende, wreede erinnering.
Een somber leger, zag ik aan de kimmen 
Den stoet der snel-versmade zustern grimmen,
Een schreiend vluchtte ik uw betoovering.

ANNIE SALOMONS

zelfportret

De schilder van dit zelfportret Nikolai Astrup wordt beschouwd als een van de grootste kunstenaars van Noorwegen. Zijn vader was priester die na zijn verblijf in Bremanger, waar Nikola in 1880 was geboren, verhuisde naar Älhus. De verstandhouding tussen Nikokai en zijn vader was niet best; de oorzaak daarvan lag in het conservatisme van de vader in geloofszaken.
Ook het feit dat Nikolai kunstenaar wilde worden, viel niet in goede aarde.
Hoewel hij altijd een buitenbeentje bleef, is Astrup niet uit Älhus weggegaan. In zijn schilderijen zien we dan ook voortdurend hetzelfde landschap en dezelfde mensen, die vol zij n van mystiek en een raadselachtige symbolische inhoud. Wel maakte Astrup diverse studiereizen en kreeg toen een grote belangstelling voor de Franse schilder Henri Rousseau en de Zwitser Arnold Böcklin.  

In 1903 trouwde hij met een jong boerenmeisje met de naam Engel. Ze kregen liefst acht kinderen. Hij had een zwakke gezondheid en overleed al op 47 jarige leeftijd in 1928 aan longontsteking.
 

spechtje


Dat in Nederland de corruptie en frauduleuze handelingen of te wel de witte boordencriminaliteit steeds meer toeneemt kunnen we horen, zien of lezen in de diverse media. Het vreemde in deze kwestie is dat er nauwelijks door politiek en justitie ingegrepen wordt en dat men gewoon zijn gang kan gaan.
Een goed voorbeeld daarvan is het aan de gang zijnde parlementaire onderzoek naar de de gang van zaken bij de woningcoöperaties. Hoewel de mensen onder ede staan, weten ze de truc van "vergeten" etc. heel goed te hanteren en functioneert dit instrument van de Kamer onvoldoende. Maar dat is een ander onderwerp en daar wil ik in een ander spechtje op terugkomen.

Al deze mensen waarvan je weet dat ze gesjoemeld hebben met gemeenschapsgelden om het eufemistisch te zeggen, ontspringen de dans en krijgen of wel een andere functie binnen het bedrijf of kunnen rustig gaan rentenieren. 
Zonder blikken of blozen vertellen ze over hun  reilen en zeilen o.a. het rijden in Maserati.


Een ander voorbeeld is de gang van zaken bij de banken. Door wanbeleid - goed onderzocht is dat nooit - vielen deze bijna om en moest iedere Nederland diep in de buidel tasten oftewel moest belastinggeld ervoor zorgen dat deze banken gered werden. Als we nu zouden denken dat de heren bankiers hiervan geleerd zouden hebben? Nee, het tegendeel gebeurt, ze geven zichzelf enorme loonsverhogingen, terwijl de rest van de Nederlandse werknemers moet toekijken.


Het wordt hoog tijd dat onze minister van financiën dit via wettelijke maatregelen onmogelijk gaat maken en dat de minister van justitie veel meer onderzoek gaat doen naar de handel en wandel van de heren bankiers en bij overtredingen deze mensen vervolgt en voordraagt voor veroordeling door de rechter.

donderdag 26 juni 2014

daggedicht 26 juni


Als daggedicht voor deze donderdag 26 juni kies ik een gedicht van Maurits Mok, mijns inziens een ondergewaardeerd dichter. De man, getekend door de 2de wereldoorlog leefde teruggetrokken en timmerde absoluut niet aan de weg. Vandaar dat zijn naam nauwelijks bekend is geworden, terwijl hij toch prachtige gedichten heeft geschreven.

DE KATER

Iedere avond om tien juur
verscheen, gekweld door minnevuur,
een kater op een hoge muur.

Daar zette hij zijn stemgeluid
tot maximaal volume uit
als blijk van hulde voor zijn bruid.

Ofschoon zich nooit in het verschiet
een tegenstem vernemen liet ,
Hij staakte zijn aanbidding niet.

Want hij besefte: enkel zo,
zonder de stem der ratio,
houdt men zijn liefde op niveau.

MAURITS MOK ( 1907 - 1989)
UIT:    DE DOORLEESBRIL (1983)

 

onbekende muziek


Een van de werken die we tijdens onze evensong op 16 november zingen is het Nunc Dimittis.
Veel componisten hebben deze tekst gebruikt voor een compositie en we zingen de versie die Charles Villiers Stanford componeerde in B flat.
Het nunc dimittis is de lofzang van Simeone, die hij sprak toen hij Jezus en zijn ouders in de tempel ontmoette. We kunnen deze tekst vinden in het Evangelie van Lukas hoofdstuk 2 vers 29-32. Deze Simeon had van de Heilige Geest de belofte gekregen dat hij niet zou sterven voordat hij de Verlosser gezien had.
Veel componisten\ hebben deze korte tekst op muziek gezet, bijna altijd gekoppeld aan het Magnificat.

 

zelfportret


8 juli 1857 werd in het Zweedse plaatsje Smedjebacken Hans Heyerdahl geboren, die zijn jeugd doorbracht in Drammen en in  het toenmalige Kristiania een opleiding volgde aan de Academie. In 1878 brak hij door en behaalde de gouden medaille op de wereldtentoonstelling van Parijs. Hij bleef in Parijs om er te studeren bij Leon Bonnat; vervolgens reisde hij van 1882 tot 1884 door Italië. Daar ontmoette hij de schilder Arnold Böcklin.
Na zijn terugkeer in Noorwegen ging hij wonen in Kristiania en werd er bevriend met Christian Krogh en Edvard Munch. Hij werd een veel gevraagd portretschilder en liet zien dat het impressionisme hem beinvloedde. Hij stierf slechts 56 jaar oud op 10 oktober 1913.
 

Freiburg


Over de wandeling die we vrijdag 9 mei gemaakt hebben valt niet veel te vertellen. We zijn naar het eindpunt gelopen van de zeilbaan die vanuit de stad Freiburg omhoogvoert naar een restaurant, vanwaar je op het terras een prachtig gezicht hebt op de stad.
Omdat we de voortent er gisteren al weggehaald hadden was het zaterdagmorgen een fluitje van een cent om de rest op te ruimen en na de caravan aangekoppeld te hebben reden we rond 10.00 uur de camping af richting Montabauer. Iets over drieën reden we de camping op, waar Siegfried ons welkom heette en meteen vroeg hoe de bruiloft in Zwitserland was geweest. We mochten op plaats nr. 14 gaan staat, een vrij grote plaats. De camping is bijna uitgestorven, bewoners van de stacaravans zijn er niet. 's Avonds hebben we nog een wandeling gemaakt van ongeveer een uur, die start bij de Studentenmühle. Het was flink klimmen.


Na het uitgebreide ontbijt zijn we eerst naar Nassau gereden, een stadje dat ons erg tegenviel. De enige noemenswaardige kerk is de Evangelische Pfarrkirche, gewijd aan Johannes de Doper. Met de bouw ervan werd in de 10de eeuw begonnen; de toren die dateert uit de 12de eeuw is laatromaans qua stijl, het westelijk deel van het schip is vroeggotisch. 



 We verlieten Nassau en reden naar Montabauer. In onze herinnering was dit een modern , saai stadje, waarvan er 13 in en dozijn gaan. Maar nadat we onze auto op een enorme parkeerplaats hadden neergezet, liepen we naar het oude centrum en dat bleek er erg gezellig uit te zien. We hebben er eerst een kopje koffie gedronken in een bruin café waar nog gerookt mocht worden. Daarna hebben we een bezoek gebracht aan de Katholieke Kerk St. Peter in Ketten die met zijn twee torens de blikvanger is van de Altstadt. 
Het huidige gebouw dateert uit de eerste helft van de 14de eeuw en was oorspronkelijk een romaanse basiliek. In de loop der jaren vonden er uitbreidingen plaats met zijbeuken en aan de noordkant een portaal.


In 1913 vervaardigde de beeldhouwer Weiss uit Niederlahnstein een neogotisch vleugelaltaar;


De doopvont in deze kerk is vervaardigd uit een stuk Lahnmarmer gehakt in 1661. Het interieur van deze kerk met aan de pilaren de neogotische beelden voorstellend de apostelen

Het mooiste kunstwerk in deze kerk is een barok epitaaf voorstellende een Piéta, waarnaast Johannes de Doper en Maria Magdalena staan. Dit epitaaf is gewijd aan Johannes en Maria Magdalena Weydebach.

Het orgel in deze kerk is gebouwd door de orgelbouwer Mühleisen uit Leonberg. Het beschikt over 40 registers en drie manualen en pedaal.


Het centrum van Montabauer met aan de rechterkant het stadhuis.

Daarmee besloten we het culturele gedeelte van onze vakantie, want morgen gaan we een door Siegfried uitgezette wandeling maken.

woensdag 25 juni 2014

daggedicht 25 juni


Vandaag een gedicht van een schrijver die al heel lang uit ons literaire gezichtsveld is verdwenen en die vooral bekend is door zijn roman Kleine Inez. Hij schreef een zeer verzorgd Nederlands die geduld vereist bij het lezen en dat kunnen we in deze tijd nauwelijks meer opbrengen. Reinier van Genderen Stort werd in 1917 blind en moest dus zijn werk daarna aan anderen dicteren. In zijn dichtwerk heb ik mij nooit verdiept.

SONNET


En Mozes heeft den top des bergs betreden.
Hij ziet nu liggen het Beloofde Land
Met al zijn akkers, weiden, gaarden, steden.
Waarheen hem voerde 's Heeren milde hand.

De Leider denkt terug aan het verleden.
De veertig jaren, noode allerhand,
Door heel het volk van Israël geleden,
In een te fel gebied van zon en zand.

Doch Mozes sterft, het hoogste was bereikt,
Aldus zal het geschieden met ons allen.
Als over ons de dood zijn schaduw strijkt.

Want hier staan wij slechts op om weer te vallen,
Zijn pas gelukkig als het leven wijkt
En vinden elders hooger welgevallen.

R.van Genderen Stort.



 

dinsdag 24 juni 2014

zelfportret


Dit zelfportret maakte Adolph Tidemand, een Noorse schilder, die op 14 augustus 1814 in Mandal werd geboren. Zijn vader was douane-inspecteur. In 1833 begon hij met zijn studie aan de Koninklijke Deense Kunstacademie, welke opleiding hij in 1837 afsloot. Daarna vertrok hij in 1837 nar Düsseldorf waar hij tot 1841 studeerde. Met zijn broer Emil maakte hij een studiereis naar Italië; ook zijn vaderland trok hij drie jaren door. Hij was bevriend met de schilder Hans Gude.

onbekende muziek


Een ander koorwerk dat we tijdens onze Evensong op 14 november gaan zingen is een werk van de componist Johann Joseph Fux, in 1660 in Hirtenfeld geboren. Zijn vader was boer en hoewel we over zijn jeugd bitter weinig weten, is wel bekend dat hij in de buurt van Graz muzieklessen kreeg. Ondanks zijn eenvoudige komaf werd hij wel toegelaten tot de Jezuieten-universiteit, waar men zijn muzikale talent ontdekte. Na 8 jaren studeren ( 1680 tot 1688) kreeg hij zijn benoeming tot organist aan de St.Moritzkerk. Rond deze jaren maakte hij een studiereis naar Italië, waar hij composities van Corelli en andere Bolognese componisten leerde kennen en door deze beinvloed werd.
Inmiddels was hij een beroemdheid geworden en keizer Leopold I benoemde hem tot hofcomponist. Dat bleef hij ook onder Jozef I en Karel VI. In 1700 ging hij opnieuwe naar Italië, waar hij zich verdiepte in  de werken van Palestrina. Helaas raakte hij uit de belkangstelling, maar tegenwoordig worden zijn werken weer uitgevoerd. Op 81 jarige leeftijd overleed hij in Wenen.


spechtje



De enige organisatie die nog erg lijdt aan Hollanditis is Greenpeace. Deze organisatie waarvan de financiën om het eufemistisch uit te drukken niet erg transparant zijn; er wordt zelfs gefluisterd dat onder het principe "Voor wat, hoort wat" het Rusland van Poetin een afspraak met milieuorganisaties heeft gemaakt om ervoor te zorgen dat deze actie voeren tegen de eventuele winning van schaliegas. Dit met het oog dat het westen afhankelijk blijft van Russisch gas. Wat dar ook waar van moge zijn, het is helemaal niet zo denkbeeldig.



Nu  is deze milieuorganisatie in verlegenheid gebracht door het uitgelekte nieuws dat een belangrijk persoon bij Greenpeace, woonachtig in Luxemburg twee keer in de maand per vliegtuig reist om naar het hoofdkantoor te gaan om daar te vergaderen over gaan en nieuwe acties. De man hanteert daarbij het argument dat hij mer tijd bij zijn gezin wil zijn en dat de treinreis meer tijd vergt. Op zich is het natuurlijk in de milieuproblematiek een peanut, maar het brengt deze milieuorganisatie die de mond vol heeft van vervuiling door o.a. zinloze vliegtochten wel in een rare positie door het gedrag van deze autoriteit.

Echt goed doet het deze club niet, waar het overigens heel stil is momenteel. 



Freiburg 13


Na ons bezoek aan Basel, dachten we vandaag 8 mei een rustdag te houden, maar daar zagen we toch vanaf en zijn we vanmorgen naar het stadje Lahr, dat noordwestelijk richting Offenburg ligt. We namen de zogenaamde korte route die de Tom Tom aangeeft, maar dat hadden we beter niet kunnen doen, want we reden constant langs industriegebieden van de diverse plaatsen die we passeerden. Hoewel Wikipedia als afstand 38 km aangaf, blijkt de afstand ongeveer 50 kilometer te zijn.
Lahr is inderdaad een aardig stadje, maar ik trof het niet want op een na waren alle kerken gesloten. Het waren de Heren van Geroldseck, die lomstreeks de 13de eeuw een burcht bouwden, waar zich een nederzetting ontwikkelde. Die kreeg in 1297 stadsrechten. De enige herinnering aan deze burcht is de zogenaamde Ooievaarstoren.


Een andere bezienswaardigheid is het Oude Raadhuis, dat dateert uit eind 16de eeuw. De laatgotische trappen met gedecoreerde "wanden". Momenteel zit er het bureau voor Toerisme is. Aan de 2de verdieping hangt een zonnewijzer die vervaardigd is door Otto Heinrich Strohmeyer omringd met de dieren uit de dierenriem.


Het slot met de achthoekige toren en de prachtige toegangspooort.


Daarna zijn we naar het Stadtpark van Lahr gelopen, wat een behoorlijk eind lopen was. Dit park is aan de stad Lahr geschonken door Christian Wilhelm Jamm, die er een prachtige villa liet bouwen, waarin een heemkundig museum is gevestigd, dat we kortstondig bezichtigd hebben. 


Vlakbij dit Stadpark ligt een koepelkerk, maar helaas was deze kerk ook gesloten. ik heb er wel een foto van gemaakt.


Overigens bezit dit stadje een bijzondere begraafplaats met een kerk, waar veel oude grafzerken liggen en staat. Het is er een oase van rust.


 Terug zijn we via de autobaan gegaan, dat was veel sneller.  Morgen houden we een rustdag, maar wellicht dat we deze laatste dag op deze camping gebruiken voor een wandeling.

daggedicht 24 juni


Als daggedicht voor dinsdag 24 juni heb ik een gedicht gekozen van de in de vergetelheid geraakte dichter Jo Landheer.  Zij werd op 16 oktober 1900 in Rotterdam geboren, waar ze de Rotterdamse meisjes HBS bezoekt en in 1918 het eindexamen met goed gevolg aflegt. Zij besluit klassieke talen te gaan studeren, maar stopt daarmee omdat ze de opleiding veel te theoretisch vindt. Al op jonge leeftijd weet ze haar gedichten te publiceren in tijdschriften. Haar hele leven heeft ze een teruggetrokken leven geleid en liet slechts een paar mensen in haar leven binnen. Haar financiële situatie is dermate dat ze nooit heeft hoeven werken. De stilte die ze zoekt vindt ze op de Veluwe waar ze sinds 1940 woonachtig is.

DE GEK

Ze hadden hem weer nageschreeuwd,
Met steenen en met vuil gesmeten.
Zijn oogen in het wit gezicht
Waren twee doffe, weggezonken spleten.

Hij liep gedoken als een moede vogel
Langs de haven, waar de  visschers stonden.
Daar schuw voorbij. Voor hem lag grauw en wijd
De zee en fluisterde als uit duizend monden.

Hij hief het hoofd en leek te luistren even.
Toen verdween zijn schaamle gestalte in den regen,
Moeizaam schuiflend, gebogen tegen
Den wind.

Maar even later kwam hij terug van 't strand,
Een kleine zee-ster in zijn open hand,
En lachte stil als een gelukkig kind.

JO LANDHEER 

maandag 23 juni 2014

zelfportret



Dit zelfportet is gemaakt door de Noorse schilder Hans Frederik Gude die op 13 maart 1825 in Oslo werd geboren. In zijn geboorteplaats studeerde hij van 1838 tot 1841 bij Johan Flintoe, die hem de techniek van het tekenen bijbracht. Om zich verder te bekwamen vertrok hij naar Düsseldorf, waar hij vanaf 1842 in de leer ging bij Johan Wilhelm Schirmer.
Na 1844 keerde hij weer vterug naar zijn geboortestad en maakte met een andere Noorse kunstschilder Adolph Tidemand een reis door zijn vaderland. Hij werd in 1854 benoemd aan de kunstacademie in Düsseldorf; na de dood van Schirmer werd hij directeur van de Academie in Karlsruhe. In 1880 vertrok hij naar Berlijn waar hij docent werd aan de Academie. Hij vervulde deze functie tot 1901 en stierf in Berlijn op 17 augustus 1903.

onbekende muziek


Schrijver van dit blog is al jaren lid van een Kamerkoor en momenteel zijn we bezig met het instuderen van de werken die we zingen tijdens de Evensong op 14 november in de Grote Kerk te Vianen.
Een van de liederen die we zingen is het lied waarvan ik een opname heb gevonden op You Tube;  Ubi Caritas in een toonzetting van de jonge Noorse componist Ola Gjeilo. Geboren in 1978 studeerde hij vanaf 2001 muziek aan de Juilliard School.  Hij schrijft voornamelijk koormuziek.


 

Freiburg 12


Na het bezoek aan de belangrijkste kerk van Basel zijn  we naar het Kunstmuseum gelopen, een modern gebouw met een prachtige collectie schilderijen w.o. Nederlandse meesters als Hendrik Ter Brugghen, Mondriaan en Van Gogh.
Nadat ik een paar foto's had gemaakt, gaf een suppoost mij te kennen dat er in dit museum absoluut niet gefotografeerd mag worden. Toen ik haar zei, dat zelfs in de Hermitage in Sint Petersburg en het Rijksmuseum in Amsterdam wél mocht, gaf ze als antwoord dat dat nu eenmaal in Zwitserland niet mag en daarmee uit.


De basis voor dit museum werd gelegd door de aankoop van de stad Basel van de collectie Amerbach. Dat was een bijzonder initiatief, want de eigenaar van deze verzameling dreigde deze te verkopen aan Amsterdam. Als je nu denkt dat dit kortgeleden gebeurde, dan vergis je je. Het waren een aantal hoogleraren van de Universiteit die ervoor zorgden dat in 1671 het Haus zur Mücke aankochten om de Amerbachcollectie ten toon te stellen. Het waren 50 werken met liefst 15 schilderijen van Hans Holbein de Jonge. 


In 1823 kreeg het museum de privé-collectie van een ander Basels museum ter beschikking nl. de Faeschverzameling. Intussen was er een nieuw onderkomen gevonden in de Augustinerstrasse. Het huidige museum werd in 1936 door de Architecten Rudolf Christ en Paul Bonatz aan de Sankt Alban-Graben gebouwd.

Op het binnenplein staat de beroemde groep van August Rodin


Daggedicht 23 juni



Voor deze maandag 23 juni heb ik een gedicht gekozen van een voor mij onbekende dichter die ik aantrof in een nummer van De Gids uit 1929. Salomon Pinkhof werd op 15 juni 1893 in Amsterdam geboren; zijn vader Hermanus was daar arts en zijn moeder Adeline de Beer pianolerares. Deze overleefde de oorlog en haar man en zoon. Zijn stierf pas in 1967. Salomon die ook de naam Sally gebruikte was een expressionistisch dichter, die ook redacteur was van het NIW.


HOLLANDSCH MEER.

Het kabbelend - koele der rimpeling
         Trekt in de bloemenwei
                 Waar mijn voeten staan.

Opzij, langs een windgrissche wetering.
          Treden in stijve rij
                  Wilgenstompen aan.

Een meeuw zoekt  met vleugelenwiegend lijf
           Boven het glinsterriet
                    Aan den overkant.

Het vonkt in een koperen klokkeschijf
            Over het boomgebied
                     Ver in 't achterland.

De drassige, nergen geheven grond
             Rust met een stille zucht
                    Van vergetenheid.

Benijdend den krachtigen klaarte - bond:
            Water en zonnelucht
                     Zijn zoo diep en wijd!


SALLY PINKHOF

woensdag 18 juni 2014

Spechtje


De wereld doet net of het geweld van extremistische Islam groepen uit de lucht komt vallen, maar vergeet dan al te makkelijk dat in feite de Amerikanen hieraan schuldig zijn. Wat is namelijk het geval:  via allerlei valse aanwijzingen die zeer overtuigend door o.a. Baden Powell op de televisie werden gebracht, werden een groot aantal landen gehersenspoeld om zich te laten gebruiken door de Amerikanen om Irak binnen te vallen en de dictator Sadam Hoessein te verjagen.

Nu wil ik hier niet zeggen dat de laatste zich niet schuldig heeft gemaakt aan talrijke misdaden tegen zijn eigen volk. Dat staat als een paal boven water; maar op het moment dat "vreemde"troepen Irak binnen vielen, waren er geen massavernietigingswapens meer aanwezig en dat was de zogenaamde aanleiding om Irak binnen te vallen.


Deze strijd heeft duizenden slachtoffers geeist. De grootste fout die de Amerikanen en hun bondgenoten hebben gemaakt is dat ze geen idee hadden wat er in het ná Sadam Hoessein tijdperk diende te gebeuren. Men richtte zich iedere keer op de groep die het sterkste leek en voerde geen politiek van verzoening, maar paste een politiek van verdeel en heers toe. 
Er zijn altijd mensen die machtsbelust zijn en niet denken aan het belang van minderheden; daar is de huidige machthebber Maliki een bewijs van.


 Hij is een Sjiiet en beschouwt de Soennieten in zijn land als een onbelangrijke groep, die overal buiten wordt gehouden. Datzelfde gebeurde al jaren en jaren in Syrië en nu verenigen Soennitische strijdgroepen zich onder de naam ISIS en pleegt puur uit wraak walgelijke misdaden. Naast wraak wil men een grensoverschrijdend land vestigen in Syrië en Irak ( een Kalifaat, gegrondvest op de extreemste vorm van de Islam).


Hoe dat moet aflopen is niet duidelijk. Ik zou niet zo een, twee, drie een oplossing weten. Maar onschuldige mensen zijn zoals altijd de dupe!!!.