zondag 1 juni 2014

Daggedicht



Op deze eerste dag van de maand juni kies ik een gedicht van Martinus Nijhoff, een dichter die de tijd heeft doorstaan en nog altijd gelezen wordt en aan wie een groot aantal studies zijn gewijd, hoewel ik het idee heb dat de laatste jaren hij wat meer naar de achtergrond verdwijnt.

DE JONGEN

Hij zat in nachtgoed voor het raam en
liet
willoos het hoofd hangen op het kozijn
-
Hij zag den landweg langs de heuvels
zijn
Kronkel wegtrekken naar het blauw
verschiet.

Hij dacht weer aan den ouden
vreemdeling
Die 's middags in het herbergtuintje
sliep -
Zij stoeiden om hem heen, en iemand
riep
Hem wakker, en hij zat dwaas in hun
kring.

Zijn verre blik zwierf langs hun oogen
weg,
Hij zei: -  ( zijn baard was om den
glimlach grijs)
"Jongens' het leven is een vreemde
reis,
Maar wellicht leert een mensch wat
onderweg.

Toen was het of een deur hem open 
woei
En hij de verten van een landschap
zag,
Hij zag zichzelf daar wand'len in een'dag
Zwellend van zomer en van groenen
groei.

De weg buigt om en men keert nooit
terug -
Hij kon zijn hart als voor 't eerst
hooren slaan,
Hij heeft zijn schoenen zacht weer
aangedaan
En sloo door 't tuinhek naar de kleine
brug.

MARTINU NIJHOFF
UIT    VORMEN ( 1924) 

 


Geen opmerkingen: