woensdag 28 maart 2012

De sigaret



Voor deze woensdag heb ik een gvedicht gekozen van de Franse dichter Francis Ponge, die leefde van 1899 tot 1988.

DE SIGARET

Laten we eerst de atmosfeer weergeven die tegelijk nevelig
en droog, warrig is, waar de sigaret vanaf het moment dat
zij die onafgebroken creëert, altijd scheef nsteekt.

Dan de sigaret zelf: een kleine fakkel die veel minder licht
geeft dan ze geurt, waarvan in een nader te bepalen ritme
een berekenbaar aantal kleine brokjes as afbreekt en valt.

Ten slotte haar passie: die gloeiende knop, die afschilfert in
zilverwitte flinters, nauw omsloten door een gloeikousje,
gevormd uit de meest recente.

Francis Ponge
Uit:        Namens de dingen
vertaling uit het Frans  Piet Meeuse
De Bezige Bij, Amsterdam, 1990

dinsdag 27 maart 2012

Jef Diederen




De afgebeelde kunstenaar hiernaast is bij de meeste kunstliefhebbers denk ik nauwelijks bekend. Het gaat hier om de op 26 maart 2009 overleden Limburgse schilder Jef Diederen. Heerlen was zijn geboorteplaats op 25 augustus 1920.
Men rekent hem tot de groep Liumburgse Amsterdammers. Hij volgde in de jaren 1939 tot 1943 de Middelbare Kunstnijverheidschool in Maastricht; medeleerlingen van hem waren daar Pieter Defesche en de vorige week overleden Ger Lataster. In 1943 ging hij naar Amsterdam, maar in 1944 keerde hij weer terug naar Maastricht waar hij zijn studie vervolgde. In  1947 verliet hij opnieuw Limburg en vertrok naar Amsterdam, waar hij Karel Appel en Corneille leerde kennen.

Zijn werk uit die tijd bevat hoofdzakelijk landschappen geinspireerd op de Limburgse heuvels; langzamerhand koos hij een andere richting, waarschijnlijk onder invloed van zijn schildervrienden. Hij ging abstract werken, hoewel Limburg een inspiratiebron bleef.
Kenners zeggen van zijn werk dat het een vriendelijke uitstraling heeft hoewel de kleuren opvallend zijn. Later zocht hij zijn inspiratie in Frankrijk.
Diederen bleef een onafhankelijk kunstenaar die zich nooit heeft aangesloten bij bepaalde groeperingen of stromingen.
Ondanks deze eigenzinnigheid kreeg hij toch wel opdrachten o.a. voor wandschilderingen en glasramen. Lange tijd heeft hij les gegeven aan de Kunstacademie in Den Bosch.

De Gouden Eeuw viert feest



Onder deze titel is er momenteel een tentoonstelling aan de gang in het Frans Halsmuseum, die ik zaterdag 24 maart heb bezocht.
Feesten waren in de Gouden Eeuw een bijzonder populair onderwerp. Schilders als Jan Steen en Frans Hals brachten de feestvierders op een geweldig levensechte manier in beeld en deze tentoonstelling laat voor het eerst een overzicht zien van geschilderde feesten, waarop we de toen geldende normen en waarden kunnen zien. Het zijn zeer verschillende feesten die de kunstenaars op hun werken tonen nl. chique buitenpartijen en banketten, kermissen en boerenbruiloften, maar ook Sinterklaas en religieuze feesten als Driekoningen en Pinksteren.
In deze serie wil ik aandacht schenken aan meesters die zich met dit genre bezig hielden. De eerste is Cornelis Dusart.  Veel is er over deze schilder niet bekend en wat we weten wil ik hier vermelden.

Hij werd 24 april 1660 in Haarlem geboren; zijn vader Johan Dusart was in deze stad componist, beiaardier en organist. In 1679, dus 19 jaar oud werd hij toegelaten tot het Sint Lucasgilde. Of hij bij Adriaan van Ostade in zijn atelier heeft gewerkt en les heeft gekregen weten we niet, maar als we zijn werken bekijken zien we een opvallende gelijkenis qua onderwerpen, maar ook qua kwaliteit. Zo zeer zelfs dat sommige schilderijen van Dusart lange tijd toegeschreven werden aan Van Ostade. Wel staat vast dat hij na de dood van Van Ostade diens atelier  overnam en zo in  het bezit kwam van een aantal werken van Van Ostade.

Op 1 oktober 1704 overleed Dusart in zijn geboorteplaats. Zijn schilderijen hebben niet de bedoeling morele lessen te geven, maar zijn louter een vorm van leutigheid; daarnaast kunnen we hem als een satiricus beschouwen die het populaire theater in zijn tijd bespotte. Naast werken van Nederlandse meesters was Dusart in het bezit van schilderijen van Italiaanse meesters.


Dit is de eeuw van de knoppen



Voor deze maandag de 26ste maart alweer kies ik een gedicht van de in 1968 geboren dichter Paul Bogaert.


Dit is de eeuw van de knoppen.
Elke foto wordt sceptisch bekeken,
ook al toont ze de realiteit.
Flatteus verlicht en charmant gekadreerd
lijkt elk zwembad de moeite (privé).

Dit is de eeuw van de weldoeners
en de doorlikgwond. Echte schapenvacht
vermindert de schuifkrachten.
Synthetische schapenvacht wordt afgeraden.
Dit is de eeuw van de moeilijk te sluiten peignoir.

Dit is de eeuw ook van medleys helaas,
van spierwtte luxe en voodoo en stocks.
Elke dag sterven er mensenvrienden.
We zijn zeker van bijkans niks.
Maar we tonen ons lichaam zoals het is.

PAUL BOGAERT
UIT:    AUB
MEULENHOFF/MANTEAU, AMSTERDAM-ANTWERPEN, 2006

maandag 26 maart 2012

Willem Pijper



Het is een bekend feit dat veel componisten ook begenadigde schrijvers zijn, denk maar eens aan Robert Schumann.
Afgelopen zondagmorgen keek ik naar het onvolprezen programma Vrije Geluiden van de VPRO. Naast een aantal muzikanten die optraden w.o. Blaudzun en Eric Vloeimans, was er ook ruimte voor een vraaggesprek met de auteur Arthur van Dijk. In zijn dagelijks leven is hij directeur van het Brabants orkest.

Aanvankelijk studeerde hij de Universiteit van Nijmegen Nederlandse letterkunde, maar stapte over naar de muziekwetenschap. Door een artikel van Simon Vestdijk over de Componist Willem Pijper en raakte direct gefascineerd door de man en vanaf die tijd heeft hij geprobeerd alles te weten te komen over hem.
Tijdens het bombardement van Rotterdam werd het huis van Pijper getroffen en werd heel zijn archief aan partituren en geschriften vernietigd. Het was dus een hels karwei om via krantenarchieven en andere kanalen de essays e.d. te achterhalen.
Het resultaat van de naspeuringen kunnen we nu kopen middels de uitgave van van twee prachtig uitgegeven banden met daarin 2000 pagina's tekst; bovendien is er nog een 120 bladzijden tellend zaken-en persoonsregister bijgevoegd.

De auteur las een klein stukje voor uit een artikel dat Pijper schreef in 1936 en waarin hij profetisch blijk gaf middels de figuur van Wagner welke verschrikkingen ons te wachten stonden. Het Nederlands waarin dat gebeurde laat zien dat Pijper een Neerlandicus pur sang was en dat het een genot is om zijn geschriften te herlezen.

Opvallend is wel dat het geen Nederlander is die bezig is een biografie over Pijper te schrijven, maar de Amerikaan Harrison Ryker. Jammer genoeg wordt deze componist, die tussen de twee wereldoorlogen niet weg te denken was van het Nederlandse concertpodium en door Pierre Monteux ook in het buitenland bekendheid kreeg, tegenwoordig nauwelijks wordt gespeeld, ja zelfs zeer kritisch wordt beoordeeld. Maar zijn 6 Adagio's voor orkest vind ik wonderschoon.

Maurits Samehtini



In een eerste bijdrage over deze serie heb ik geschreven over de violiste Lola Mees, die een rol speelde in het leven van Micha Hillesum. Overigens trof ik in dit boek een groot aantal namen voor die mij totaal onbekend zijn; daarom volgens er meer artikelen die over deze "onbekende" mannen en vrouwen gaan.

Deze keer betreft het Maurits Samehtini, waarover helaas niet veel bekends is. Composities van zijn hand zijn door Hillesum gebruikt bij zijn eigen werken. Maurits begon zijn carriere als grote-tromslager bij het orkest van de Frascatischouwburg. Zijn loopbaan kende veel ups and downs en door de downs kende langere periodes van werkloosheid.
Hij was vooral bekend als instrumentator voor harmonie-orkesten, maar componeerde ook eigen werk. Hij dirigeerde het orkest dat speelde bij de premiere van de stomme film Nederland en Oranje. Deze film dateert uit 1913 en ging op 11 september in premiere.
Deze film onder regie van Louis Chrispijn sr.  bestond feitelijk uit een 19tal tableaux vivants uit de vaderlandse geschiedenis en kent derhalve geen hoofdrollen.

Samehtini stierf op 2 april 1943 in doorgangskamp Westerbork en werd nog diezelfde dag gecremeerd. Zijn urn met as rust op de Joodse b egraafplaats in Diemen.

vrijdag 23 maart 2012

Op het graf van een vredelievend man



Voor deze vrijdag kies ik een gedicht van Hans Magnus Enzensberger, geboren in 1929. Ik heb behalve dit gedicht nog nooit een gedicht van deze Duitse dichter gekozen.

OP HET GRAF VAN EEN VREDELIEVEND MAN

Geen mensenvriend was deze hier,
hij meed bijeenkomsten, warenhuizen, arena's.
Het vlees van zijnsgelijken at hij niet.

Op straat liep het geweld
met een glimlach, niet open en bloot.
Maar er waren schreeuwen tegen de hemel.

De gezichten van de mensen waren niet duidelijk.
Ze leken wel ruïnes,
nog voordat de klap was gevallen.

Dat ene waarvoor hij levenslang heeft gevochten,
met woorden en tanden, verbeten,
arglistig, op eigen kracht:

dat ding dat hij zijn rust noemende
nu hij het heeft, is er geen mond meer
aan zijn botten om het te proeven.

Hans Magnus Enzensberger
vertaling uit het Duits - Hester van de Putte
Uit:      Vrijheid hoe maak je het?
Samenstelling:  Daan Bronkhorst
De Geus, Breda, 1997

donderdag 22 maart 2012

Hero Brinkman


Onze Geert Wilders heeft een grote inschattingsfout gemaakt en geeft daarmee aan dat er gaten in zijn pantser te schieten zijn.
Hij had kunnen weten dat Hero Brinkman al geruime tijd bezig was deze coup voor te  bereiden en te regisseren en heeft toch niet aangevoeld dat deze de daad bij het woord zou zetten. En er bestaat de kans dat de PVV, wat al geen politieke partij is, maar een beweging door deze actie van Brinkman van binnenuit wordt uitgehold.
Ik ben benieuwd hoe Mark Rutte op deze wijziging in zijn coalitiesteun inspeelt. Zet hij de PVV onder druk door hervormingen in te brengen bij de onderhandelingen, wetend dat Wilders' zijn positie toch is verzwakt en geeft hij meer ruimte aan de wensen van het CDA. of blijft hij halsstarrig vasthouden aan het gesloten regeringsaccoord.
Ik kan me niet voorstellen dat hij zó eigenwijs is, dat hij geeen gehoor geeft aan bv. adviezen van het Centraal Plan Bureau om de bezuinigingen die weliswaar nodig zijn, veel meer uit te smeren over een langere periode en meer te gaan investeren in de economie b.v. door projekten naar voren te halen die voor veel banen zorgen.
Daarnaast moet hij b.v. de verhoging van de AOW leeftijd naar 67 veel sneller invoeren; te denken valt hierbij aan stappen van jaarlijks 2 maanden. Dat levert de schatkist direct veel geld op. Ook de hypotheekrente voor huizen boven 500.000 nog maar voor 30% aftrekbaar te maken levert ook direct geld op. En zo zijn er nog wel meer zaken te bedenken.

De oppositie - onder aanvoering van Roemer en Samson ruiken bloed en vinden dat datgene waarmee Rutten en zijn 2 companen nu mee bezig zijn op het Catshuis staatsrechtedlijk niet kan en eisen dat hij opstapt. Maar dat is natuurlijk je reinste onzin, maar als oppositie grijp je alle middelen aan om dit kabinet naar huis te sturen.

Overigens ik vond dat optreden van Diederik tijdens het laatste PvdA congres tenenkrommend en als we nu over populisme spreken dan was dit wel het toppunt, om je kinderen te gaan gebruiken in je politieke strijd. Goedkoop en walgelijk!!!!

Sonia Delaunay




Het  kunstwerk hiernaast is vervaardigd door een van de vrouwelijke kunstenaars die een plaats innemen in mijn serie over deze groep.
Het is de op 14 november 1885 geboren Sarah Ilinitchna Stern, beter bekend onder de naam Sonia Delaunay.Waar ze precies geboren is weten we niet, waarschijnlijk is het het plaatsje Gradizhke, dat momenteel in de Oekraïne ligt. Op jonge leeftijd vertrok zij naar St.Petersburg, waar zij groot werd gebracht door een broer van haar moeder Henri Terk. Dat was een invloedrijk rechter van joodse afkomst. Op 16 jarige leeftijd ging zij naar een zeer goed aangeschreven school in haar woonplaats en daar bleek haar tekentalent. Haar tekenleraar adviseerde haar naar Duitsland te gaan om daar een kunstopleiding te volgen.
Ondertussen was zij door de Terks geadopteerd en en noemde zich Sonia Terk.

Helaas viel de opleiding aan de Academie de la Palette in de wijk Montparnasse haar enorm tegen en bracht zij steeds meer tijd door in galerieën. Zelf werd zij in die periode sterk beinvloed door kunstenaars afkomstig uit post-impressionistische kring en de fauvisten. We kunnen hierbij denken aan Henri Matisse en Deraing.
Zij trouwde met de homoseksuele galeriehouder Wilhelm Uhde, waarschijnlijk was dit voor haar een vlucht voor haar ouders die haar creatieve werkzaamheden sterk afkeurden en haar graag zagen terugkeren naar Rusland. Dankzij haar man kreeg zij toegang tot allerlei galeries en exposeerde in de galerij van haar man.

Een van de regelmatige bezoekers van deze galerij was Comtesse de Rose, de moeder van Robert Delaunay. In begin 1909 ontmoette Sonia voor het eerst deze jongeman en was op slag verliefd. De scheiding tussen Sonia en Wilhelm Uhde vond plaats in augustus 1910. Toen zij in verwachting was van Robert trad zij in het huwelijk met hem en hun zoon werd op 8 januari 1911 geboren. Zij noemde hem Charles en maakte voor de baby een quilt en juist dit kunstwerk voor de wieg was het startpunt voor een wijziging in haar werkstijl. Het kubisme deed haar intrede, maar wel een geheel eigen versie daarvan; door Guillaume Apollinaire werd die Orphisme genoemd.

In 1912 ontmoette zij  de dichter Blaise Cendrars wiens gedichten zij ging illustreren o.a. het gedicht La Prose du Transsibérien et de la Petite Jehanne de France,  over een reis met de Transsiberische Spoorlijn.

Gedurende de jaren 1914 tot 1920 verbleven de Delauny's bij vrienden in Madrid, daartoe genoodzaakt door het uitbreken van de 1ste wereldoorlog. In augustus 1915 vertrokken zij naar Portugal, waar zij gingen samenwonen met Samuel Halpert en Eduardo Viana, die zij al kenden uit hun Parijse tijd. Een bekend schilderij dat zij daar maakte was Marché au Minho uit 1916.
Toen in 1917 de Russische Revolutie uitbrak verloor zij de financiële steun van haar familie aldaar.

In 1921 keerde Robert, Sonia en Charles definitief terug naar Parijs en gingen wonen aan de Boulevard Malesherbes. Zij ging zich toeleggen op toneelcostumes o.a. voor het stuk Le Coeur à Gaz geschreven door Tristan Tzaras in het verlengde daarvan opende zij een modeatelier in samenwerking met Jacques Heim.
De sombere tijd voorafgaande aan de 2de wereldoorlog deed haar noodzaken door gebrek aan bestellingen haar zaak te sluiten. In 1941 kreeg zij een zware klap te verduren door de dood van haar geliefde Robert in october 1941 aan kanker.

In 1964 schonk zij 114 van haar werken aan het Musée National d'Art Moderne. Zij maakte bij gouaches bij de gedichten van Jacques Damase. In 1975 werd zij opgenomen in het Legion of Honeur. Haar leven beschreef zij in het boek Nous irons jusqu'au soleil, dat in 1975 gepubliceerd werd. Op de zeer hoge leeftijd van 94 jaar overleed de kunstenaresse op 5 december 1979 in Parijs en werd begraven naast haar man in Gambais.


woensdag 21 maart 2012

Ik ben geen strument dat aan uw lippen hangt



De dagkalen der van de poëzie vermeldt voor deze dag een gedicht van de in 1948 geboren dichter Margaretha Louwers.

Ik ben geen instrument dat aan uw lippen hangtg
zoals de hobo, de klarinet, fagot
door u gel,iefkoosd met uw mond
ik hang aan ander lot

Ik ben de hond die af is in zijn mand
Die wel uw hand wil likken
maar weet, dat u een stok vindt om
te slaan

Ik ben uw kind
Ik blaf noch bijt

Hoe kan ik staan
waar u niet hebt gestaan?
Hoe krijg ik beter vat op
beterende tijd?

Dit is een inzending voor een poëziewedstrijd.

dinsdag 20 maart 2012

Vianen, stad of dorp?




In mijn woonplaats Vianen werd afgelopen een debatmiddag gehouden met als snorrende titel Vianen stad of dorp?
Dit debat werd gehouden in de prachtige boerderij, waar de bijeenkomsten van De Salon plaatsvinden.
Deze Salon is een initiatief van een groepje inwoners dat Vianen een groot hart toedraagt en middels bijeenkomsten Vianen cultureel probeert op de kaart te zetten. Dat is in zoverre geslaagd dat iedere keer een vaste groep van ongeveer 50 mensen deze zondagmiddag komt bezoeken.

Als debatleider had men Jeroen Wielaert uitgenodigd en in het forum zaten naast de burgemeester Wim Groenewegen, afgevaardigden van de middenstand, het cultureel forum Vianen, een jongere en de directeur van de plaatselijke scholengemeenschap. Het begin van het debat was prima; ieder mocht kort zijn visie op het huidige Vianen geven en aangeven wat er veranderd moest worden. Maar al snel verloor Wielaert de grip op het gesprek en spitste die zich alleen maar toe op de enige belangrijke winkelstraat die Vianen heeft nl. de op zich prachtige Voorstraat met zijn vele monumentale panden.

Opnieuw kwam men weer niet verder dan zaken die al gespuid worden sinds schrijver van dit blog in Vianen woonachtig is en dat is al zo'n 45 jaar. Het debat ontaardde helaas in kretologie en als er al iets concreets werd genoemd was dat ondoordacht zonder eendacht voor de consequenties.


Terugkijkend op het gebeuren vond ik het een zinloos gesprek, slecht geleid met een veel te grote stem voor de burgemeester en de afgevaardigde van de middenstand. De anderen namen veel te weinig deel aan de discussie. Kortom een gemiste kans!!!

Waarom schrijven ?



In sommige bloemlezingen staan dichters vermeld, die nauwelijks nog bekend zijn geworden, hoewel ze al een gerespecteerde leeftijd hebben. Georgine Sanders, geboren in 1921 is daar een voorbeeld van. We kennen haar wel onder de naam Tineke Vroman. Hieronder staat een gedicht van haar.


WAAROM SCHRIJVEN?

Uitdagend is het onbeschreven blad.
Onvervuld en mac hteloos,
zonder de pen die schrijft,
de hand die dit bestuurt
en zo het brein een kans geeft
zich te uiten.

Het beschreven blad legt een gedachte
vast voor later, om niet te vergeten.
       Een boodschap, lijst of plan;
       een brief, dagboek of gedicht.
Voo onszelf of voor een ander die
alleen zo is te bereiken.

Uit eerbied voor de vele mogelijkheden,
kan ik geen leeg blad verscheuren.
Maar iedereen heeft het volste recht
om gevulde bladen niet te lezen.

GEORGINE SANDERS
UIT       EEN HUIS OM TE SLAPEN
QUERIDO, AMSTERDAM, 2007

maandag 19 maart 2012

Lola Mees



In deze serie wil ik aandacht vestigen op Nederlandse kunstenaars die helaas in de vergetelheid zijn geraakt, maar die in hun tijd veel hebben betekend en bijgedragen aan de cultuur.
Een daarvan trof ik aan in het boek Mischa's spel, waar ik al eerder aandacht heb geschonken. In het boek wordt vermeld dat Mischa Hillesum recitals gaf met de violiste Lola Mees. Ik had nog nooit iets gelezen, laat staat gehoord van en over deze vrouw. Dit spoorde mij aan wat meer te weten te komen over haar. Zie hier het resultaat.
Lola Mees werd op 15 mei 1919 geboren te Zeist. Voluit heette zij Lola Rudolfine Margaretha Elisabeth Mees; haar vader was Rudolph Adriaan Mees, geboren op 17 november 1876 in Den Haag en gestorven in Huis ter Heide op 16 augustus 1960. Haar moeder was Sophia Antje Stenfert Kroese, geboren te Tilburg op 2 september 1884 en gestorven te Utrecht op 12 januari 1968. Deze twee trouwden op 30 augustus 1905 te Rotterdam.
Uit dit huwelijk werden behalve Lola nog twee andere kinderen geboren; van beiden zijn de sterfdata niet bekend. Lola was een nakomertje. Al vroeg gaf zij blijk van een muzikale aanleg en zij studeerde viool bij de beroemde viooolpedagoog Oskar Back. Medeleerlingen waren Herman Krebbers en Theo Olof.
Zij werd een veelgevraagd solisten in binnen-en buitenland, maar timmerde toch minder aan de weg dan haar genoemde medeleerlingen. Lola is tweemaal getrouwd geweest; haar eerste huwelijk met Dunstann Gurney gesloten op 8 maart 1947 in Toronto duurde slechts 6 jaar. Zij kregen 1 zoon. Na haar scheiding trouwde zij met Maarten Jan Knottenbelt, een militair en eveneens gescheiden.

Mensen die haar gehoord hebben roemen haar grote, warme toon en haar virtuositeit. Er bestaat trouwens een cd. van haar, waarop we dat kunnen horen. Haar laatste jaren sleet zij in het rusthuis Felixoord te Oosterbeek, waar zij nog pas vorig jaar totaal onopgemerkt op 18 juli overleed.

Commissie Deetman onder vuur



Commissie Deetman onder vuur.

Het NRC publiceerde afgelopen zaterdag een schokkend artikel over castratie bij jongens uitgevoerd in de jaren "50. Het schrijnende van dit alles dat het gebeurde op last van de geestelijkheid die zich schuldig had gemaakt aan seksueel misbruik bij jongeren, maar deze beschuldigde van homoseksuele handelingen en uitlokking en dat de beste methode was om deze jongeren van hun ziekte te genezen door middel van castratie.

Er is van dit schandalig handelen melding gedaan door Cornelis Rogge, maar zijn verhaal vond geen gehoor bij de commissie Deetman. Daar komt nog eens bij dat een vooraanstaand bestuurder die het later zelfs tot minster-president schopte, probeerde deze ontuchtplegers te vrijwaren van vervolging. Gelukkig dat de toenmalige bisschop van Haarlem dit wist te voorkomen.

Doordat deze zaken niet in het rapport van Deetman zijn opgenomen, zaait dezelfde Deetman die eerder lof kreeg toegezwaaid voor zijn rapport, twijfel en lijkt het erop dat hij heeft geprobeerd bepaalde groeperingen uit de wind te houden wat partijdigheid zou inhouden.

Mij lijkt het dat er nog veel te onderzoeken valt en dat de opdracht voor een vervcolgonderzoek niet moet gegeven worden aan een oud-politicus uit CDA kringen, maar aan een groep hoogleraren ver verschillende disciplines. Alleen dan kan echte onpartijdigheid gewaarborgd worden. Wel moeten alle instanties gedwongen worden hun archieven open te stellen voor onderzoek en moet voorkomen dan er zo min mogelijk een beroep op de wet persoonsbescherming gedaan kan worden.

Katarzyna Kobo




In deze serie gewijd aan voor mij onbekende vrouwelijke kunstenaars neem ik deze keer Katarzyna Kobro onder de loep. Zij werd 26 januari 1898 geboren in Moskou. Haar vader een Rus van Duitse afkomst die in Letland woonde.
Nog toen zij leerling was op een gymnasium maakte zij al sculpturen. Zij ging studeren aan een kunstopleiding in Moskou waar zij kunstenaars als KazemirMalevitsj, Vladimir Tatlin en Aleksanr Rodtsjenko en hun werk leerde kennen. Inmiddels was zij bevriend geraakt met Wladyslaw Strzeminski.  Die was inmiddels naar Smolens vertrokken en omdat zij bij hem in de buurt wilde zjn, verliet zij Moskou en ging ook naar Smolensk.

Samen begonnen zij een kunstopleiding waar zij het constructivisme propageerden. Van het werk dat zij daar maakte is behalve een foto van Tos 75 - Struktura niets bewaard gebleven. In 1921 ging het echtpaar naar Vilnius, dat toen Pools bezit was. Katarina reisde verder naar Riga, waar haar famile woonde. In 1924 gingen ze weer samen wonen, na eerst voor de kerk getrouwd te zijn. Op deze manier verkreeg zij de Poolse nationaliteit. Zij gingen wonen in een plaatsje vlakbij Lodz, waar Katarina les ging geven aan een technische school. In 1924 sloot ze zich aan bij een groep avantgardistische kunstenaars BLOK genoemd.
Heel vreemd was dat haar werk zelfs niet door deze kunstenaars niet begrepen werd en dat zij daarom geen samenwerking meer zag met Blok en overstapte naar Praesens een groep architecten, die in 1926 een expositie hield in Warchau, waar Katarina aan meewerkte. Maar ook nu kreeg zij alleen maar negatieve kritieken.

Om hun werk toch te promoten richtte het echtpaar zelf een kunstenaarsgroepering op Grupa "a.r." die bleef bestaan tot 1936;  andere kunstenaars die zij wisten te strikken waren Henry Stazewski, Karol Hiller, Julian Przybos en Jan Brzekowski. De laatste twee waren dichters. In een museum in Lodz wist zij de International Collection of Modern Art onder te brengen.
Nog voor hun dochtertje Nikita was geboren, verhuisde het echtpaar naar Lodz; waar een einde kwam aan de artistieke carriere van Katarina. Tijdens de oorlog moest het echtpoaar noodgedwongen vaak van woonplaats veranderen. Toen zij in 1945 terugkwamen in Lodz, was het in hun huis een grote puinhoop en bleken vele kunstwerken vernield of verdwenen te zijn. De oorlog heeft de relatie tussen beide echtelieden zozeer beschadigd dat deze beeindigd werd.

Toch nam haar voormalige echtgenoot een aantal werken van Katarina op in de permanente tentoonstelling over de Grupa, die terecht kwam in het nieuwe museum Muzeum Sztuka w Lodzi met name de Sala Neoplastyczna. Zelf was Katarina niet uitgenodigd voor de officiële opening. Om in haar levensonderhoud te voorzien gaf zij van twee jaren tekenles en Russisch, maar moest daarmee stoppen toen bleek dat zij kanker in een vergevorderd stadium had. Zij overleed 21 februari 1951 in Lodz en ligt samen met haar dochter begraven op het Russisch-Ortodoxe kerkhof.



zondag 18 maart 2012

Vanaf de berg




Vandaag kunnen de lezers van Spechtiania een gedicht lezen van de Nobelprijswinnaar Tomas Tranströmer, die in Nederland bekend is gemaakt in de vertaling van Bernlef.


VANAF DE BERG


Ik sta op de berg en kijk uit over de baai.
Boten rusten op de oppervlakte van de zomer.
"Wij zijn slaapwandelaars. Manen op drift."
Zo zeggen de witte zeilen.

"Wij sluipen door een slapend huis.
Wij duwen zachtjes deuren open.
Wij leunen tegen de vrijheid."
Zo zeggen de witte zeilen.

Eens zag ik de wilsbeschikkingen van de wereld varen.
Zij hielden dezelfde koers - één grote vloot.
"Wij zijn verspreid nu. Niemands geleide."
Zo zeggen de witte zeilen.

TOMAS TRANSTRÖMER
VERTALING UIT HET ZWEEDS DOOR BERNLEF
UIT:     HERINNERINGEN ZIEN MIJ.
VERZAMELDE GEDICHTEN EN MEMOIRES.
DE BEZIGE BIJ, AMSTERDAM, 2002.

Kenyon Cox



17 Maart 1919 overleed de veelzijdige Amerika\anse kunstenaar Kenyon Cox. Hij werd 27 october 1856 geboren in Warren, in de staat Ohio. Op zeer jonge leeftijd ging hij naar McMicken School of Art, maar ontdekte al snel dat deze school hem maar weinig kon bieden en en vervolgde zijn studie aan de Pennsylvania Academy of Fine Arts beseffend dat dit een verdere stap was voor een noodzakelijke studie in Parijs.

In 1877 vertrok hij naar Parijs zoals zoveel Amerikaanse kunstenaars voor hem al gedaan hadden. Hij volgde er lessen bij Carolus Duran en bij Jean-Leon Gérôme, en daarna aan de Ecole des Beaux Arts. Hij beschouwde Parijs als het paradijs voor kunstenaars. Van zijn verblijf in Parijs maakte hij tevens gebruik om reizen door andere landen te maken en keek er vooral naar de Renaissance meesters.

In 1882 keerde Cox terug naar Amerika en vestigde zich in New York. Naast schilderen legde hij zich ook toe op het maken van illustraties, daartoe gedwongen om zijn schulden af te lossen. Hij liet het niet bij actieve kunst, maar ging ook artikelen en critieken schrijven in The New York Evening Post.

Opvallend was dat hij zich helemaal niet liet beinvloeden door allerlei moderne stromingen die toen opgeld deden. Hij bleef realistisch schilderen en legde zich daarbij toe op landschappen, portretten en geidealiseerde naakten. In tegenstelling met zijn kunstwerken die nauwelijks aansloegen, werden zijn artikelen, boeken en critieken lovend ontvangen.
In de zomer van 1883 publiceerde hij zijn eerste gedicht en er volgden er nog vele. 30 juni 1892 trad hij, al 63 jaar oud in het huwelijk met de 27 jarige Louise Howland King.  Tot zijn en haar blijdschap kreeg het paar in 1896 een zoon Alllyn, Maar het bleek dat ze al langer een verhouding hadden, waaruit twee kinderen waren geboren Caroline en Leonard. Over deze twee is nauwelijks iets bekend.

Cox ging zich steeds meer toeleggen op muurschilderingen o.a. in de Library of Congress  in Washington. Tor zijn dood bleef hij actief bezig, maar uiteindelijk overwon de pneumonia zijn levenskracht. Zijn persoonlijk archief w.o. enorm veel brieven worden bewaard in het archief van de Columbia Universiteit afdeling Drawings en Archives.

zaterdag 17 maart 2012

pvda poppenkast



















Aan de poppenkast van de verkiezingen voor de leider van de fractie van de Partij van de Arbeid is dan gelukkig een einde gekomen. Men heeft gekozen voor een irritante betweter, die niet overloopt van communicatieve vaardigheden. Nu wordt ineens gezegd dat deze verkiezing door de leden een voorbeeld van democratie is. Mijns inziens was het voor de fractie een klap in het gezicht, want normaal gesproken moeten de leden van de fractie uit hun midden een nieuwe leider kiezen. Het heeft er nu alle schijn van dat men d.w.z. Hans Spekman geen vertrouwen heeft in deze fractie en daarom deze uitvlucht heeft gekozen.

Vraag is ook hoe de verliezers dit opvatten; of zij het gezag van Samson zullen aanvaarden. Als ik Martijn van Dam was, zou ik dit nooit doen en voor zijn eigen mening die veel genuanceerder en gefundeerder is dan die van de andere leden blijven uitkomen. Maar dat zal met die fractiediscipline die binnen de PvdA altijd zeer dwingend is geweest wel een onmogelijke zaak worden.

Opvallend is hoe slecht beide vrouwelijke candidaten hebben gescoord. Wat die Lutz Jacobi betreft was dat wel te verwachten, maar dat Albayrak zo slecht scoorde had niemand gedacht. Waarschijnlijk heeft haar optreden bij Pauw en Witteman waar zij zo ageerde tegen het  vrouw - en allochtoon zijn, haar parten gespeeld.

Het partijbestuur denkt waarschijnlijk dat Samson de gedroomde oppositieleider is, die het Emil Roemer moeilijk kan maken.