maandag 12 maart 2012

Dora Maar


In deze serie besteed ik in eerste instantie aandacht aan vrouwen die een toonaangevende rol hebben gespeeld in de jaren 1920. De tijd van het Interbellum, toen stromingen als Dadaisme etc. hoogtij vierden.

De 2de vrouw op wie ik deze keer de aandacht richt is Dora Maar, vooral bekend als de geliefde en muze van Pablo Picasso.  22 november 1907 werd ze geboren als Henriette Theodora Markovic in Parijs, Het gezin verhuisde naar Argentinië, waar haar vader de architect Joseph Markovic de ambassade van Oostenrijk-Hongarije in Buenos Aires bouwt. In 1920 keert Dora met haar moeder Louise Julie Voisin terug naar Parijs. Ze gaat er fotografie studeren aan de Academie Julian en volgt ook praktijklessen in het atelier van André Lhote. Een van haar medestudenten was Henri Cartier Bresson. Zij verandert haar naam in Dora Maar. Rond 1926 raakt zij bevriend met Jacqueline Lamba.

Zij is niet tevreden met het werk wat zij aflevert en gaat op aanraden van Marcel Zahar lessen volgen bij Emmanuel Sougez door Dora haar leven beschouwd als mentor. Samen met Florence Henri en haar leermeester wordt zij gerekend tot de nieuwe zakelijkheid. Via de fotografe Gilberte Brassai leert zij o.a. de schrijver Georges Bataille en de kring surrealisten rond André Breton kennen.

 In januari 1936 ontmoette ze op het terras van het Café Les Deux Magots, gelegen in de wijk Saint-Germain - des-Pres. Dora was toen 29 en Pablo 54 jaar. Picasso vboelt zich direct tot haar aangetrokken door haar schoonheid en het feit dat ze vloeiend spaans sprak. Ze beginnen een verhouding die 9 jaar duurt.
Ongewild wordt ze een rivale van Maria-Therèse Walter, die kort daarvoor bevallen was van een dochtertje Maya. Zelf bleek Dora Maar geen kinderen te kunnen krijgen en dat veroorzaakte een groot verdriet bij haar. Picasso schilderde haar dan ook als een weliswaar mooie, maar ook zeer droevige vrouw. Dora heeft de hele ontwikkeling van het schilderij Guernica gefotografeerd.

Tijdens een diner in Le Catalan valt het oog van Picasso op Francoise Gilot en zij wordt vanaf februari 1944 zijn nieuwe geliefde. In 1945 krijgt Dora een zware depressie en wordt opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis Sainte Anne. Ze komt haar breuk met Picasso en depressie te boven en zet zich aan het schilderen. In 1958 trok Dora zich terug uit het openbare leven en gaat abstracte landschappen schilderen. Zij voorziet daarnaast in haar levensonderhoud door schilderen van Picasso in haar bezit te verkopen.

In 1994 komt zij ongelukkig ten val in haar huis gelegen aan de Rue de Savoie 6 en wordt opgenomen in een ziekenhuis. Zij wordt bedlegerig en verlaat nog maar zelden haar huis. Op 16 juli 1997 doet zij dat en overlijdt op het plein voor de Notre Dame en wordt 25 juli begraven op het kerkhof van Hamart, Hauts-de-Seine, naast haar ouders.

Geen opmerkingen: