woensdag 31 oktober 2012

Michaelskerk in Bamberg





De 2de kerk die we in Bamberg bezochten was de Michaelskerk, Deze kerk maakt deel uit van de reeds in 1015 door keizer Heinrich II  gestichte Benedictijnerabdij.

De kerk ligt op een hoogte, van waaruit je op de oude stad kijkt. Bamberg is gebouwd op zeven heuvels. De kerk is gebouwd in Romaanse stijl. Sinds 1803 is de abdij op zich opgeheven.

De eerste bisschop van Bamberg was Eberhard, die de abdij stichtte. De abt van het klooster moest gehoorzamen aan de bisschop van Bamberg. De meeste monniken kwam uit de plaatsen Amorbach en Fulda.

Grote bloei beleefde de abdij in de periode dat Otto bisschop van Bamberg was. Moeilijke tijden waren er voor het klooster tijdens de oorlogen in 1525. Na 1803 werd de abdij ingericht voor ouden van dagen.

Achter het hoofdaltaar bevindt zich de tombe van Otto van Bamberg, daterend uit 1443.Midden in de tombe bevindt zich een gat, waardoor een persoon kan kruipen.

Op het plafond zijn 580 verschillende soorten planten geschilderd w.o. exotische zoals tabak, ananas, katoen etc. Ze zijn in de 17de eeuw geschilderd. Veel van deze planten werden gekweekt in de kruidentuin rond de kerk. Op de plafonds van de zijkapellen staan schilderingen van vogels.

De opbouw van het hoofdaltaar is een werk van Franz A.Schlott, die leefde van 1688 tot 1769; De prachtige koorstoelen zijn in 1730 vervaardigd door Servatius Brickard.


Wilhelm Brasse fotograaf


EEN FOTO






















Bovenstaande aangrijpende foto is gemaakt door de onlangs overleden fotograaf Wilhelm Brasse. Hij werd geboren op 3 december 1917 en stierf 23 oktober 2012.
Hij leerde het fotograferen van een tante in Katowice. Toen zijn geboortestad Zywiec door de Nazi's was bezet weigerde hij trouw te zweren aan Hitler en verdween voor 3 maanden achter de tralies. Na zijn vrijlating probeerde hij te ontsnappen naar Hongarije, maar dat mislukte en hij werd naar Birkenau gebracht waar hij het nummer 3444 kreeg.
Hij werd gedwongen foto's te maken van de gevangenen zodra ze uit de trein kwamen en daarnaast moest hij ook medische experimenten fotograferen. Tegen het bevel van de Nazi's in, heeft hij een groot aantal foto's weten te behouden en niet te vernietigen.
Na de oorlog was hij echter zo getraumatiseerd door zijn  werkzaamheden als fotograaf in het concentratiekamp, dat hij nooit meer in staat was zijn beroep weer uit te oefenen.

Adriaan Venema



Onlangs kwam in een gesprek dat ik voerde met een goede vriend de naam Adriaan Venema ter sprake; hij was diens laatste boek Verleden Tijd aan het lezen en vond het op zich een fascinerend boek. Toevallig maakte hij vandaag 19 jaar geleden een einde aan zijn leven. Voor mij een aanleidng om dit levensbericht aan hem te wijden.

Adriaan werd op 27 mei 1941 in Heiloo geboren en heeft dus de 2de wereldoorlog niet bewust meegemaakt. Voordat hij zijn belangrijkste en geruchtmakendste werk schreef, publiceerde hij al een aantal andere zaken w.o. romans o.a. over koning Lodewijk II van Beieren; kunstboeken en over de kunsthandel zelf.

Maar hij bleek al gauw geobsedeerd te worden door de 2de wereldoorlog en ontkeende middels zijn vierdelige Schrijvers, uitgevers & en hun collaboratie die hij tussen 1988 en 1992 schreef een ware heksenjacht op mensen die in zijn ogen tijdens deze 5 jaren fout waren geweest.

Het ging hem daarbij bv. om het lidmaatschap van de Kultuurkamer. daarvan moesten alle kunstzinnige uitingen onderdeel zijn en iedereen die zich op ddit gebied wilde manifesteren moest lid worden van deze Kulktuurkamer.
Een aantal deden dat inderdaad en konden dus tijdens de wereldoorlog doorwerken, anderen deden dat niet en hadden het daardoor moeilijk. Na de oorlog oordeelde de Ereraad over de  mensen die zich hadden laten registereren.
Venema vond dat iedereen die zich had laten registreren veel te licht gestraft waren en begon een ware kruistocht tegen deze mensen en op een niets ontziende wijze nagelde hij deze mensen aan de schandpaal. Zijn bronnenonderzoek daarbij was zeer selectief en hij kende geen tinten tussen wit of zwart. Schrijvers als Henri Knap, Jan Campert en Simon Vestdijk om er maar een paar te noemen werden door hem in diskrediet gebracht. Het is bekend dat sommigen zelfs door zijn " bekendmakingen " tot zelfdoding werden gedreven.
Dat hij door zijn boeken veel vijanden maakte was logisch en nadat hij had weten te voorkomen dat de memoires van de weduwe Rost van Tonningen werden uitgegeven, werd hij 21 november 1990 op een parkeerplaats voor het kantoor van RTL4 door een man met een ploertendoder aangevallen en gewond.
Hij raakte daardoor in een zware crisis die hem voorgoed de lust tot schrijven ontnam. Hij vond dat hij door justitie en collega's in de kou was gezet.

Venema heeft altijd gezegd dat hij het tijdstip van zijn dood zelf wilde bepalen; hij wilde niet door de dood overvallen worden, maar wilde volledig de controle over zijn leven hebben. Zelf zei hij dat hij nadat hij het tijdstip van zijn dood had bepaald heel gelukkig was. Weg was de verveling die me altijd heel snel overviel en vooral ik heb controle over mijn  leven , over mijn omgeving en maak ook de rouw mee die altijd na de begrafenis komt.





Zeebries


DAGGEDICHT WOENSDAG 31 OKTOBER 2012

Vandaag vermeldt de dagkalender een gedicht van de Franse dichter Stephane Mallarmé, die leefde van 1842 tot 1898.



ZEEBRIES

Het vlees is droef, helaas! en ik las alle boeken,
Ver! ver weg!  Ik zie vogels hun vervoering zoeken
Tussen het onbekend schuim en de hemelboog!
Niets, noch de oude tuinen spiegelend in het oog
Weerhoudt dit hart ervan langzaam in zee zinken
O nachten, noch de lamp die eenzaam staat te blinken
Op 't lege blad dat door de blankheid wordt behoed
Noch ook de jonge moeder die haar kindje voedt.
Ik zal op reis gaan! Steamer, laat uw masthout deinen
En licht het anker naar exotische domeinen!

Een Weerzin, door bittere hoop teleurgesteld,
Gelooft nog aan een laatste wuiven van vaarwel!
en wie weet staan de masten voor de stormen open
Die met de wind dit schip te pletter laten lopen
Waar 't zonder masten, zonder vruchtbaar rig verzinkt...
Maar o, mijn  hart, hoor hoe de zang der zeelui klinkt!

STEPHANE MALLARMÉ
UIT:  GEDICHTEN
VERTALING UIT HET FRANS:  PAUL CLAES
ATHENAEUM-POLAK&VAN GENNEP, AMSTERDAM, 1986


dinsdag 30 oktober 2012

De Dom van Bamberg



Vanzelfsprekend hebben we tijdens onze vakantie in het Fichtelgebergte ook een bezoek gebracht aan de stad Bamberg.
Heel verstandig hebben we onze auto in een parkeergarage neergezet en vandaar was het slechts 10 minuten lopen naar de Oude Stad. We hebben eerst een kop koffie gedronken op een terras vlak bij het Oude Raadhuis en liepen vandaar via steile trappen omhoog naar De Dom, dcie de blikvanger is van deze stad.

Als je er vlak voor staat zie je inderdaad wat voor een majestueus gebouw het is. Opvallend was de enorme drukte in het kerkgebouw; overal waren er rondleidingen. Deze dom is door keizer Heinrich II gebouwd en werd in 1012 ingewijd, maar brandde tot tweemaal af. Het huidige gebouw dateert uit 1237, een tijd die de overgang betekent van Romaans naar Gothiek.

Natuurlijk ben je altijd veel te kort in dergelijke kerken om alle kunstwerken te zien, laat staan goed tot je te laten doordringen. En het is ook ondoenlijk om overal kaarten van te kopen.,

Een prachtig beeld is de Bamberger Reiter, het ideaalbeeld van de christelijke, middeleeuwse koning en ridder. Het dateert uit ongeveer 1230.

 
































Hieronder laat ik nog een aantal foto's zien van dit prachtige kerkgebouw.

Eerst het exterieur van de dom.





















Vervolgens een aantal beelden zowel van binnen als buiten.












































fotograaf Sam Taylor-Wood




Deze foto is gemaakt door de Britse fotografe Sam Taylor-Wood,  die pas in de jaren '90 begon met kunstfotografie. Zij kon pas bekend worden doordat haar werk gekocht werd door de beroemde verzamelaar Charles Saatchi.
Deze foto maakt deel uit van een zestal, waarop een vrouw staat afgebeeld die acrobatisch jongleert op een stoelleuning. Op de muur staat de schaduw van deze vrouw, maar vreemd genoeg ontbreekt op de muur de schaduw van de stoel. Zij verwijst hiermee naar Graaf Dracula, een vampier, die ook geen schaduw heeft.

Angela Hitler




Adolf Hitler had een zes jaar jongere halfzuster; zij was de dochter van van Alois Hitler sr. en diens tweede vrouw Franziska Matzelsberger. Deze dochter werd Angela genoemd en werd geboren in Braunau am Inn op 28 juli 1883
.
In 1884 overleed deze Franziska en samen met haar broer Alois jr. werd zij opgevoed door haar vader en diens 3de vrouw Klara Pölzl.

In haar jeugd trok zij veel op met haar halfbroer Adolf en zij is dan ook het enige familielid dat genoemd wordt in het boek Mein Kampf.

Alois sr overleed in 1903 en haar stiefmoeder in 1907. Angela zelf was inmiddels in het huwelijk getreden met de belastinginspecteur Leo Raubal. In 1906 kreeg zij haar eerste kind, een zoon die zij Leo noemde en in 1908 kwam haar dochter Geli, die een rol zou spelen in het leven van de halfbroer van haar moeder.
Nog in 1910 kreeg het paar opnieuw een dochter die Elfriede werd genoemd.

Leo Raubal overleed kort na de geboorte van deze Elfriede en Angela verhuisde vrij snel daarna naar Wenen. Daar had zij de leiding over een tehuis voor Joodse studenten de Mensa Academica Judaica. Al die jaren had zij geen contact met Adolf, tot deze in 1919 haar bezocht. Ook zij viel aanvankelijk voor het charisme van haar halfbroer en ging zelfs in 1928 wonen in het buitenverblijf van Adolf op de Obersalzberg in Berchtesaden, dat hij de naam Berghof had gegeven. Zij werd er eerst de huishoudster, maar later promoveerde zij  tot leidster van de hele huishouding.

Waarschijnlijk kreeg haar dochter Geli een verhouding met Adolf, die echter spaak liep, waarop zij zich in 1931 van het leven beroofde.

Nadat Adolf in Eva Braun een nieuwe vriendin kreeg, verliet zij Berchtesgaden en ging in Dresden wonen. Aan haar contact met Adolf Hitler kwam voorgoed een einde. Zij hertrouwde met een architect die de naam Hammitzsch droeg.
Zij overleefde de oorlog en stierf 30 oktober 1949 in Hannover.

conservatorium



DAGGEDICHT 30 OKTOBER

In verband met het overlijden van de romanschrijver, essayist, maar ook dichter Bernlef, deze dinsdag 30 oktober een gedicht van hem.



CONSERVATORIUM

De ramen van hbet conservatorium staan wijd open
daarbinnen vergrijpt iemand zich aan eeuwenoude gevoelens
de vleugel jammert en klaagt

In het park scheren zwaluwen het gras
oogsten wind en insecten

Hoe te leven? Voor wat?
Grote vragen waarop kleine antwoorden passen
zo precies als deze zwaluwen die geven

Iemand daarbinnen houdt plotseling op met spelen,
vloekt en slaat de vleugel dicht.

Bernlef, 1931-2012

uit:  Kiezel en traan
Querido, Amsterdam, 2004 
 

zaterdag 6 oktober 2012

Markgrafenkirche in Neudrossenfeld



KERKEN EN KATHEDRALEN 8

Na ons bezoek aan Bayreuth hebben we later in deze vakantie een bezoek gebracht aan het stadje Neudrossenfeld, dat in een folder over de Hohenzollerns als een hoogtepunt werd aangekondigd.
Dat viel ons echter enorm tegen; de enige bezienswaardigheid was de Markgrafenkirche, nu de Heilige Drievuldigheidskerk en vroeger gewijd aan Jacobus de Oudere.

Meteen al bij het binnenkomen van deze kerk valt de feestelijk heid van het interieur op, veroorzaakt door de bloemversieringen.
Het huidige kerkgebouw dateert uit 1753, toen men het oude kerkgebouw had afgebroken om plaats te maken voor een nieuw gebouw. De architect van de nieuwe kerk was Johann Georg Hoffman afkomstig uit Kulmbach.
Onder het orgel bevinden zich een 3tal "kamers" versierd met wapenschilden die bestemd waren voor de edelen. Iets naar voren geplaatst staan aan beide zijden overdekte banken die bestemd waren voor de leraren en priesters.

De plafondschilderingen zijn van de bekende Italiaanse schilder Jean Baptiste Pedrozzi. Het interieur is 37 meter lang, 20 meter breed en 30 meter hoog. Prachtig in deze kerk is ook het het hoofdaltaar en de kansel.
Dat hoofdaltaar vervaardigd in 1585 en oorspronkelijk in de oude afgebroken kerk staande, is in de huidge vorm is omgebouwd door Johan Georg Brenk in 1628.