maandag 12 november 2012

Stad aan de wadden



DAGGEDICHT MAANDAG 12 NOVEMBER 2012


Vandaag kies ik een gedicht van een schrijver wiens eertijds veelgelezen romans in de vergetelheid raken en wiens gedichten altijd in de schaduw hebben gestaan van deze romans. Naar het waarom van dit momenteel verwaarloosde oeuvre kunnen we raden, maar Simon Vestdijk verdient dit niet.



STAD AAN DE WADDEN

Drie eilanden staan aan den horizon.
Als 't niet zeer nevelt. Jongens komen kijken,
Wanneer de postboot keert, die langs de dijk  een 
Rookpluim doet strijken, licht-bruin voor de zon.

De winter duurt hier lang; het spaarzaam groen
Bevat een stillen winter in zijn takken.
En in de binnentuintjes, kalme vakken,
Zou zelfs geen moordenaar een moord gaan doen.

Het drievuldig plaveisel, gele klinkers,
Gekleurde keien, blauwe, bolle steenen:
Zij dragen jaren reeds dezelfde beenen,

Want 's avonds, in hun pas van stille drinkers,
Slenteren mannen rookend naar het dok -
De haven langs - en weer terug naar 't dok.

SIMON VESTDIJK 1898 - 1971
UIT        VERZAMELDE GEDICHTEN
( EDITIE MARTIN HARTKAMP)
ATHENAEUM&POLAK&VAN GENNEP/BERT BAKKER/DE BEZIGE BIJ/
NIJGH & VAN DITMAR
AMSTERDAM - 'S GRAVENHAGE, 1987

 


 

Geen opmerkingen: