zondag 11 november 2012

Felix Draeseke, onbekend, maakt onbemind









Ik vermoed dat maar weinig lezers van Spechtiania zouden weten wie de componist van deze symphonie is als ze het werk op Radio 4 zouden horen. Nu hoeven ze daar niet bang voor te zijn, want Radio 4 verschilt helaas nog maar weinig van Classic FM, waar non stop het ijzeren repertoire van overbekende werken ten gehore wordt gebracht, alsof de luistereraar geen andere composities zou willen horen.
Gelukkig is daar Spotify, waar je voor slechts 10 euro per maand ook onbekende muziek kunt opzoeken en streamen.

Felix Draeseke, dat is de componist van wie ik een opname van de 3de symphonie - de Tragische - hierboven heb bijgevoegd, werd 7 oktober 1835 in  Coburg geboren. Beide ouders kwamen uit een familie van theologen. Zijn moeder stierf toen hij 8 dagen was en hij werd dus opgevoed door zijn vader en 3 zussen.
Hoewel hij zijn hele leven last heeft gehad van een slecht gehoor - overblijfsel van een middeloorontsteking, schreef hij op  8 jarige leeftijd al een pianocompositie. In 1852 ging hij studeren aan het conservatorium in Leipzig.

Hij kreeg problemen met de leraren omdat hij zich aangetrokken voelde tot de muziek van Lizt en Wagner en zij,conservatief als zij waren, daar niet van gediend waren. Teleurgesteld over deze houding  verliet hij het Conservatorium. Gelukkig bezorgde Franz Brendel hem de baan van criticus bij het tijdschrift Neuwen Zeitschrift für Musik.

Via de beroemde Hans von Bülow kwam hij in kontakt met andere Wagner en Liztadepten zoals Hans Bronsart von Schellendorf en Peter Cornelius. Zijn toenmalige composities werden in deze Kring enthousiast ontvangen; maar zijn compositie Germania Marsches werden door de overwegend conservatieve pers neergesabeld.

Draeseke verhuisde naar het Franssprekende deel van Zwitserland, waar hij woonde van 1862 tot 1876; jaren die hij achteraf als verloren jaren beschouwde.
Toch onderging zijn muziek juist in deze jaren een wijziging, omdat hij zich niet mee richtte op de "modernen" als Wagner en Lizt, maar op de Barok en de Weense Klassieken en hij probeerde de harmonische ontwikkelingen en contrapunt die hij bij Lizt had geleerd in te passen in zijn nieuwe composities.

Maar hij kreeg te maken met afwijzende kritieken op deze werken juist van de kant van Wagner en Lizt.
In 1876 vestigde hij zich weer in Duitsland, eerst in Coburg en later in Dresden. In 1884 werd hij benoemd tot  docent compositie, harmonieleer en contrapunt.
Tot zijn leerlingen behoorde Walter Damrosch en Leo Kestenberg.  In 1886 voltooide hij de al genoemde 3de symfonie, die algemeen als zijn meesterwerk wordt, daarnaast componeerde hij de opera Merlin (1905) het derde strijkkwartet en een strijkkwintet. 

Op 58 jarige leeftijd trad hij in het huwelijk  met zijn vroegere leerlinge Frida Neuhaus,die hem jaren overleefde. Zijn laatste levensjaren waren ondanks zijn gelukkige huwelijk toch somber, omdat hij volledig doof werd en dus de vorderingen in zijn composities niet kon beluisteren.
Desondanks laten werken als zijn Messe a-Moll opus 85 en het Requiem in e Moll zien dat hij ondanks zijn handicap toch tot grootse composities in staat was.

In november 1912 werd hij getroffen door een longontsteking en op 26 februari 1913 overleed hij op 77 jarige leeftijd.




Geen opmerkingen: