De Utrechtse Boekhouder

Stichting Salon Saffier is een intiem theatertje aan de Heerenstraat in  Utrecht, dat al een aantal jaren geweldige literaire lezingen organiseert onder de bezielende leiding van Marijke van Dorst. Onlangs nog was er een weekend gewijd aan De Tachtigers.
Als nevenactiviteit is haar partner Niels Bokhove gestart met een digitaal tijdschrift voor Utrechts literair erfgoed dat de titel draagt De Utrechtse Boekhouder. Inmiddels zijn er een 3tal afleveringen verschenen, de laatste vorige week. Ik heb het weer geboeid gelezen en het laat zich vergelijken met een tijdschrift De Parelduiker, waarin aandacht wordt geschonken aan onbekende auteurs of onbekende episodes uit het leven van een bekend schrijver.
De bijzonderheid van dit tijdschrift is dat het schrijvers betreft die iets met Utrecht te maken, hetzij er geboren, hetzij er een tijdje verbleven hebben, hetzij er gestorven zijn. Het opvallendste artikel in deze uitgave vond ik het I-dicht van de voor mij totaal onbekende Ige Cornelis Kamer. De band met Utrecht heeft niet zozeer te maken met deze auteur, maar de vindplaats ervan. Schrijver van dit artikel trof namelijk dit I-dicht aan in een boekje dat 3 andere literaire curiosa bevat, bij antiquariaat Aleph aan de Vismarkt te Utrecht.
Hoe dit gedicht is geconstrueerd laat ik hier zien in de eerste twee strofen:

Kribbig, dingsig, zit in Bitlis,
in z'n stins, kling Hissin Chip.
Sinds z'n kind lichtzinnig splint kwist,
Blikt kling Hissin sc hichtig, sip.

Shiri, 't kwistig kind is listig,
Z'is 'n flirt, 'n kittig ding,
Mint prins Imrid, mint 'm innig,
Grist, - z'is grillig, - Imrid's ring

Al met al heb ik genoten van deze aflevering en hoop dat er nog vele afleveringen zullen volgen en dat veel lezers dit tijdschrift zullen ontdekken.