donderdag 19 juli 2012

Zelfportret Karel van Mander



Dit zelfportret is afwijkens van andere zelfportretten, het is gemaakt door Karel van Mander een uit Meulbeke in mei 1548 geboren Vlaamse schilder. Hij kreeg de eerste schilderlessen van Lucas de Heere, maar die werd verbannen omdat hij zich bezig hield met de Hervorming. Zijn volgende leraar was Pieter Vlerick. In 1583 komt hij in Haarlem wonen waar hij met Goltzius en Cornelis van Haarlem een academie stichtte. Naast schilderen hield Karel zich bezig met dichten en schrijven van prozawerken. Zijn belangrijkste werk is Het Schilderboeck dat verscheen in 1604 en een soort handleiding is voor andere schilders met lessen over de renaissancistische schildertechnieken.

Hotel des Hospices in Beaune



Na de rit van gisteren, vrijdag 6 juli van Aiguefonde naar Beaune, een lange rit van ruim 600 km waren we toch eerder in ons hotel dan we verwacht hadden nl. 16.45 uur.
Overigens was het afscheid nemen een op zichvreemd gebeuren, want we werden door alle andere gasten uitgezwaaid en ook Paul en Hans waren aanwezig. Ik kreeg van Paul het prachtige fotoboek over het kasteel en hij schreef er een mooi voorwoord in.

Hotel Panorama waar we 2 nachten verblijven ligt buiten Beaune; het hoofdgebouw bevat alleen een recreatie-en eetzaal. De kamers zijn in blokvorm naast het hoofdgebouw gesitueerd. De auto staat altijd voor je eigen kamer geparkeerd, wat natuurlijk erg handig is. Deze avond hebben we gedineerd in de eetzaal van het hotel. Vooral het dessert was bekkie voor het spekkie voor Dorine en mijn persoon, nl. twee merenques met slagroom en ijs.

Zaterdag 7 juli

Om half negen hebben we ontbeten dat overvloedig was in het aanbod. Gezellig buiten gezeten. Dit hotel is echt een doorgangshotel, waar de mensen slechts eé'n of twee nachten verblijven. Rond 10.00 uur zijn we naar het Centrum gereden, waar we de auto op een parkeerplaats vlakbij de Rempart hebben geparkeerd en dat maar voor 4 euro de hele dag.

Bij het vlakbij gelegen Office du Tourisme gevraagd welke bezienswaardigheden we in ieder geval moesten bekijken; dat waren in volgorde Hotel-Dieu des Hospices de Beaune, de Notre Dame en Musée du Vin.

Het Hospices de Dieu is qua uiterlijk een fantastisch gebouw met het zeer opvallende kleurrijke dak, dat talrijke dakkapellen telt, die ieder op zich fraai gedecoreerd zijn. Aan de binnenplaats grenzen de te bezichtigen zalen. We namen deze keer wel een Nederlands gesproken audio-tour. Met behulp daarvan kwamen we heel veel te weet over de geschiedenis van het gebouw en over de verschillende zalen met de daarin aanwezige kunstschatten.

In de zaal van de armen zien we de bedden waarin de zieken lagen die door de zusters werden verpleegd met o.a. de geneesmiddelen die in de eigen apotheek werden gemaakt. Aan deze "ziekenzaal" grenst de kapel waar ik een aantal opnamen heb gemaakt.
In de zaal waar de apparaten voor de audio-tour liggen hangen links en rechts aan de wanden prachtige gobelins, afkomstig uit Vlaanderen. Ik heb er een aantal foto's gemaakt.

Na dit zeer uitvoerige bezoek aan dit architectonisch prachtige gebouw met zijn bijzondere kunstschatten hebben we op het vlakbij gelegen Place Corot een kopje koffie gedronken met daarbij voor het eerst deze vacantie een verrukkelijk gebakje.
Naast deze zeer luxueuze patisserie was een antiquair gevestigd. In een van de etalages stond een jongenskopje; angezien ik het niet kan kopen laat staan meenemen heb ik er maar een foto van heb gemaakt.


Geen gezicht, geen handen, geen haar, en altijd






Vandaag weer een gedicht van Rudi van den Hoofdakker, de psychiater die als dichter de naam Rutger Kopland gebruikte.



Geen gezicht, geen handen, geen haar, en altijd
een ander. Het is weer de geur van een vreemde
man tel, zo dichtbij als die geur, maar ook zo
onzichtbaar, ook zo voorbijk. Ik kijk naar de hei,

baar de mistige, eenzame berkjes en denk hoe
ik het moet zeggen, hoe moet ik het zeggen dat,
ik ben weer gelukkig, weer net zo alleen als
vroeger, ik verlangde, en wist niet naar wie. Ze

had geen gezicht nog, geen haar en geen handen, ze
was altijd een ander, ze rook zo dichtbij maar zo
vreemd, aks hij nu. Wie ben je, zeg ik, we hebben

samen een leven al achter de rug en nog moet ik
denken, liefste wie ben je. Ze neemt mijn hoofd
in haar handen en strijkt het haar uit mijn gezicht.

RUTGER KOPLAND
UIT        GEDICHTEN
VAN OORSCHOT, AMSTERDAM, 2000
DERDE DRUK 

woensdag 18 juli 2012

Zelfportret Maarten van Heemskerck



In 1532 vertrok Maarten van Heemskerck vanuit zijn geboortestad Haarlem naar Rome; de stad waarvan iedere kunstenaar droomde. Tijdens zijn verblijf in de Eeuwige stad heeft Van Heemskerck een aantal schetsboeken aangelegd waarin hij als studie naar de klassieke architectuur, ruines en antieke beelden schetsen maakte, die hij na zijn terugkeer in Haarlem gebruike voor zijn schilderijen en prenten met fantasievolle landschappen.

Op onderstaand zelfportret uit 1553 heeft Van Heemskerck zich zelfs tweemaal afgebeeld. Op de voorgrond als een succesvolle en gefortuneerde kunstenaar en rechtsonder als jonge kunstenar die de ruines van het Colosseum aan het schetsen is.

Chateau d'Aiguefonde



DOUCE FRANCE 11

Deze keer geen dagverslag, maar een impressie van het Chateau Aiguefonde, waar we een kleine week hebben vertoefd.

Het kasteel  dateert oorspronkelijk uit de 13de eeuw en is gebouwd op de funderingen van wat ooit een Romeinse uitkijktoren was, De eerste seigneur van Chateau Aiguefonde was Isarn Bonhomme in het jaar 1277 genoemd als zodanig. Het geslacht Bonhommes waren drie eeuwen lang de bewoners van het kasteel.

1 november 1600 voltrok zich een tragedie; de laatste Bonhomme, Catherine, werd op die dag vermoord. Zij liet geen directe erfgenaam na en dus was de familie van haar echtgenoot gedwongen het kasteel in 1622 te verkopen aan de familie D' Espérandieu, die tweeënhalve eeuw zou wonen.

Een van de Heren D 'Espérandieu, Jean-Louis paste aan het einde van de 18de eeuw het kasteel aan aan de eisen en de heersende mode van die tijd. Hij zich dat financieel veroorloven omdat hij in het huwelijk was getreden met de enorm rijke Cahrlotte de Montmollin. Maar in 1866 overlijdt de latatste D ' Espérandieu
en in 1896 koopt de schatrijke zakenman Henri Tournier uit het naburige Nazamet het kasteel. Als hij overlijdt in 1919 koopt de Vicomte de la Jonquière het kasteel, maar die verblijft er alleen in de zomermaanden. Het huwelijk van hem blijft kinderloos; na zijn overlijden leefde zijn vrouw nog 20 jaar. De laatste jaren woonde zij niet meer in het kasteel, maar in het koetshuis.

Als de huidige eigenaar in 1990 het kasteel koopt verkeert het in zeer verwaarloosde staat en het kost hem vier jaar om het gebouw te restaureren en haar vroegere grandeur terug te geven en daar is hij wonderwel geslaagd.





Tijdens mijn verblijf heb ik van het ex-en interieur een aantal foto's gemaakt die ik U hieronder wil laten zien.

souvenir



Deze woensdag een gedicht van Gerrit Komrij, die inmiddels is teruggekeerd naar zijn geliefde Portugal.



SOUVENIR

Het huis waarin ik zo lang heb gewoond
Woot ook in mij. De fiere gevel die 
Zich aan de straatkant scherp aftekent troont
Daarboven met dezelfde acribie.

Daarboven in mijn hoofd. De lange gangen
Vol schemering en half-gedoofde stappen
Doorsnijden hersenen en huis, behangen
Met kille doeken en met lampekappen.

Het zolderraam dat oorverdovend beeft
Wanneer een vrachtauto passeert, ziet uit
Op een verlaten park. Erover zweeft
Het gruis van een oud feest, zonder geluid.

GERRIT KOMRIJ
UIT       ALLE GEDICHTEN TOT GISTEREN
DE BEZIGE BIJ, AMSTERDAM, 2004
DERDE,  VERMEERDERDE DRUK 

Castres



Donderdag 5 juli

Alweer onze laatste dag in  Chateau Aiguefonde; bijzondere dagen omdat we verblijven in een Chateau dat alle grandeur van het verleden toont, maar daarnaast zeer gastvrij aandoet omdat er een sfeer heerst van het "Thuis "zijn en voelen. Je mag er alles! 's Ochtends was het weer nog goed. Ik heb me verder verdiept in de geweldige studie over het leven en werk van de lievelingsschilder van onze gastheer nl. Dirksz. van Haarlem, van wie er in het kasteel een aantal werken hangen.



Daarnaast heb ik een aantal catalogi doorgenomen; de namen genoteerd en foto's van een aantal afbeeldingen gemaakt. In de Kleine Salon met de nicht van Paul en haar man ( heeft in Nemegen op het Keizer Karelpleinn gewoond, ter hoogte van waar nu de Stadsschouwburg staat. Daar stond een rijtje prachtige herenhuizen die door de Nazi's zijn verwoest, waarbij al hun bezittingen verloren zijn gegaan, geluncht.
Daarma zijn we naar Mazamet gereden om te zien of de Knirps van Corrie nog in de grote kerk lag, maar tevergeefs.  Vervolgens zijn we naar Castres gereden. Helaas begon het te regenen. Bij het Office de Tourisme gevraagd welke bezienswaardigheden we moesten bekijken. Dat waren de de tuinen van Le Nôtre; volgens de dame die ons te word stond het beste te zien vanuit de ramen op de 1ste etage van het stadhuis; het Goyamuseum en het museum Jean Jaurès. Dezelfde dame was zeer  verbaasd te horen dat ik wist wie deze man was, nl samen met Emile Zola een felle verdediger van Alfred Dreyfus.

We zijn eerste naar de genoemde etage gelopen vanwaar je inderdaad een geweldig gezicht op deze tuinen, een toppunt van symmetrie, hebt. Ik heb zowel van de linker-als rechtertuin een foto gemaakt. Tegenover dit stadhuis liggen twee musea, een voor moderne kunst en het al genoemde Goyamuseum. Met z'n vieren zijn we heel kort door het eerste museum gelopen. Ben heeft een foto genomen van een diersculptuur gemaakt uit gebronste vorken. De anderen hadden geen zin om het Goyamuseum te bezoeken, afgesproken dat we elkaar over een half uur zouden ontmoeten.

In dit museum hangen overigens alleen Spaanse meesters uit de gothiek, de Renaissance tot en met de modernen. Uit de gothiek is het opvallendste werk een Altaarstuk vervaardigd door de zogenoemde Riofrio Meester.
Vanzelfsprekend hangen er veel werken uit de 17de eeuw, de Gouden Eeuw van Spanje; toen dat land heerste over een groot deel van Europa, Midden-en Zuid Amerika. Kunstenaars uit die periode waren o.a. Velasquez, Murillo, de Zurbaran en Alonso Cano om een paar grootheden te noemen.

De daarop volgende periode van de Verlichting, wat de schilderkunst betreft de overgangstijd van Klassicisme naar Neo-klassiek. De beroemdste Spanjaar uit deze tijd is de man naar wie het museum genoemd is Francisco de Goya, die leefde van 1746 tot 1828.

Een volgende bloeiperiode in de Spaanse schilderkunst is die tussen grofweg de jaren 1880 en 1936, door sommige historici de zilveren eeuw genoemd. Hierbij moeten we denken aan mensen als Herman Anglada-Camarazo, Santiago Rusinol, Joachin Sorolla, Pablo Uranga en Pablo Picasso.
 
Naast schilderijen bezit het museum een grote muntenverzameling, de wapenverzameling van René Gayral en prachtige beelden o.a. de Friezen vervaardigd door Velez Blanco. Ik heb er een aantal foto's gemaakt zonder flits.

Toen ik het museum uitkwam en mijn paraplu wilde pakken, bleek die te zijn verdwenen. Het weer nodigde niet uit om een wandeling te maken door de stad; we kwam nog wel langs een aantal opvallende huizen qua stijl en kleur, pittoresk gelegen langs de rivier.
We zijn weer naar ons kasteel gereden, waar we eerst nog een aantal spellen bridge hebben gespeeld. Voor de laatste keer gedineerd in de eetzaal waar de tafels deze keer op Marokkaanse wijze waren gedekt, heel feeëriek.
's Avonds hebben de dames de koffers ingepakt en daarna hebben we op het terras met de andere gasten koffie gedronken en over " vroeger " gesproken. Dat schijnt deze vakantie een geliefd onderwerp te zijn.

kathedraal van Ulm





De meeste mensen die met de auto naar Italië of Oostenrijk reizen komen vaak langs Ulm. Helaas stoppen ze bijna nooit in deze stad en dat zou men toch eens moeten doen, want deze stad kent een prachtige kathedraal. In dit kerkgebouw bevinden zich een geweldige kunstschat namelijk de prachtige koorbanken vervaardigd door de Duitse beeldhouwer Jörg Syrlin. De meeste mensen weten niet dat zowel de vader als de zoon deze naam droegen en dus gaf men de een de toevoeging de oudere en de zoon de jongere. De koorbanken dateren uit circa 1470.

De legende vertelt dat de kunstenaar na voltooiin van het werk door zijn opdrachtgevers werd blindgemaakt. Zij wilden voorkomen dat de kunstenaar ooit nog zoiets moois voor een ander zou maken.

Zelfportret James Whistler



In het begin van de vorige eeuw bezochten Amerikaanse kunstenaars vaak ons land of vestigden zich er gedurende enige tijd.
Een van deze kunstenaars was James Whistler. Hij werd 14 juli 1834 in Lowell Massachussets geboren en stierf 17 juli 1903 in Chelsea Londen. In 1855 vestigde hij zich in Europa, eerst in Parijs, maar al gauw in Londen waar hij de rest van leven woonde.
Zijn schilderijen worden gekenmerkt door het spaarzame gebruik van kleuren, veel meer gebruikte binnen één kleur verschillende schakeringen. Iets wat we duidelijk kunnen zien in zijn werk Arrangement in Gray and Black no.1.
Hij was een aanhanger van het principe dat bij ons ook de Tachtigers huldigden nl. l 'art pour l'art. Hij kwam op uitnodiging van Jen Veth naar Amsterdam en vond deze stad veel mooier dan Venetië. Hij maakte tochten door de grachten en schilderde de grachtenhuizen, maar dan het liefst de achterzijde daarvan. 
De vijandschappen die hij gedurende zijn leven cultiveerde hij door voortdurend processen tegen deze personen te beginnen.

Biografie over Bernhard



dinsdag 3 juli en woensdag 4 juli
 
Deze dagen was het prachtig weer en dus hebben we die als rustdagen genomen. Vooral de dinsdag hebben we aan het zwembad doorgebracht; Ben hoofdzakelijk slapend en wij drieën lezend in onze boeken. Ik ben verder gegaan in de boeiende biografie over Bernhard geschreven door Annetje van Zijl. Zij geeft een heel indringende kijk in de jeugdjaren van deze man, dodelijk verwend door zijn moeder en al heel vroeg bezig met het naar de hand zetten van de waarheid, zodanig dat hij zelf niet meer wist wat nu wel of niet waar was. Een man ook die een hekel had aan de democratie en voor zichzelf een zeer belangrijke rol zag weggelegd in het politieke bestel van Nederland ná de Tweede Wereldoorlog.

Juliana bleef ondanks dat ze wist dat hij haar voortdurend bedroog, gebiologeerd door hem en heeft hem daardoor tegen beter weten in altijd verdedigd.

Woensdag zijn Ben en Dorine 's middags naar Mazamet gegaan om daar op een van de oudste golfbanen van Frankrijk te gaan golfen; Corrie en ik zijn rond 13.00 uur aan de wandeling naar Mazamet begonnen. Met de auto is dat ongeveer 5 km lopen. Maar i.p.v. bij een afslag rechtdoor te lopen, sloegen we linksaf en daardoor werd het zeker 10 km.  Corrie had helaas een rok aan en met de warmte gingen de binnenkant van haar bovenbenen irriteren.
In Mazamet aangekomen hebben we eerst talkpoeder gekocht en dat gaf direct verlichting. Het stadje zelf stelt bitter weinig voor. Op een pleintje geluncht en daarna een eindje teruggelopen
. Bij een taxistandplaats een taxi gebeld maar die kwam niet opdagen. Corrie klampte op een terrasje twee mannen aan met de vraag of ze ons voor 15 euro naar Aiguefonde wilden brengen. Dat deden ze meteen en zo kwamen we uitgerust weer aan op onze thuisbasis.
"s Avonds hebben we ons weer laten verrasssen door Paul zijn kookkunst en opnieuw waren de tafels met een groot gevoel voor detail prachtig gedekt. Ik kreeg van Paul een enorme studie over het leven en werk van Cornelisz. van Haarlem en lees dat met grote aandacht.