woensdag 11 juli 2012

Erich Mühsam




Gedurende mijn vakantie in Frankrijk was een van de boeken die ik gelezen heb de boeiende biografie over Bernhard von Lippe geschreven door Annetje.
Een van de onderwerpen in dit boek is de geschiedenis van Duitsland tussen de twee Wereldoorlogen in en het was deze periode die me bracht tot het onderwerp van deze serie levensberichten nl. de op 10 juli 1934 door de Nazi's in het concentratiekamp Oranienburg vermoorde Erich Mühsam.

Mühsam was afkomstig uit een joods gezin en hoewel geboren in Berlijn op 6 april 1878, groeide hij op in Lübeck. Al heel jong houdt hij zich bezig met het socialistisch gedachtegoed en wordt vanwege het openlijk uiten van deze linkse sympathieën van school verwijderd. Hij gaat studeren voor apotheker en gaat alszodanig in 1900 werken.

Hij wordt aangetrokken tot het anarchisme en werkt achtereenvolgens mee aan de tijdschriften Der arme Teufel en Weckruf. In 1902 sluit hij zich ook aan bij een kring van naturalistische dichters, de Friedrichshagener Kreis die in Berlijn bij elkaar komt en waartoe o.a. Gustav Landauer, Wilhelm Bölsche en Richard Dehmel behoorden. Vanaf die tijd is hij bevriend met Landauer.

In 1904 besluit hij Berlijn te verlaten en maakt tot 1908 samen met Johannes Nohl reizen door Europa en woont o.a. in Zúrich, Ascona - Monte Verità ( waarover nog niet zo lang geleden bij Lubberhuizen een boek verscheen ), München, Wenen en Parijs.
In 1909 vestigt hij zich in München en richt daar een anarchistische groep op - Gruppe Tat - die hartstochtelijk het anarchisme promoot. Zijn aktiviteiten wekken de argwaan van de autoriteiten op en hij wordt gearresteerd op vermoeden van een samenzwering op touw te zetten. Maar omdat men daarvoor geen bewijzen kan vinden wordt hij vrijgesproken.
Omdat hij door de de regeringsgetrouwe pers werd doodgezwegen begon hij in 1911 een eigen tijdschrift dat tot 1919 verscheen het droeg de titel Kain. Zeitschrift für Menschlichkeit. Hij uitte daarin zijn  maatschappijkritiek en werd werd een van de belangrijkste figuren van de Schwabinger Bohème. Behalve voor zijn eigen tijdschrift werkte hij ook mee aan het beroemde en dikwijls omstreden satitrische tijdschrift Simpliccimus.

In 1915 weigerde hij in dienst te gaan en werd daarvoor tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld; dit was voor hem de aanleiding een internationale vereniging van dienstweigeraars van de grond te krijgen. In hetzelfde jaar trouwde hij met Krszentia Elfinger, die  bekend werd onder de door haar gekozen naam Zenzl Mühsam. Samen met haar man organiseerde zij protesten en stakingen tegen de oorlog.

In 1919 toen de wereldoorlog was afgelopen riep hij samen met Landauer en Ernst Toller in april van dat jaar in Beieren de derde Radenrepubliek uit. Helaas werd deze Schwabinger Literaten republiek met grof geweld neergeslagen en moest Múhsam voor 15 jaar de gevangenis in. Na 5 jaar van deze 15 jaar uitgezeten te hebben werd hij vrijgelaten en ging naar Berlijn. Daar ging hij werken bij het tijdschrift Fanal. Met vlammende artikdelen vroeg hij aandacht voor de gevangen communistische leider Max Hoelz.

Hij werd verdacht van de Rijksdagbrand en een dag later met vele anderen opgepakt en overgebracht naar het concentratiekamp Oranienburg, waar hij door de Nazi's werd vermoord. Zijn lichaam werd op 15 juli 1934 overgebracht naar Dahlem en daar begraven.
 

Geen opmerkingen: