woensdag 15 augustus 2012

Gescheiden





In aansluiting op mijn levensbericht van gisteren dat gewijd was aan de Vlaamse dichter Jan Van Nijlen wil ik dit van deze dichter een gedicht gebruiken voor mijn daggedicht.

GESCHEIDEN


Den zomernacht die hen zo diep ontroer
zal hij wellicht, zij nimmermeer vergeten;
hij was als zij: verwonderd en vervoerd,
zij niet als hij:  gepijnigd en verbeten.

Een strelende arm die om een hals zich snoert
is wel een band, maar nkiet voor het geweten:
zij kunnen zalig zijn, van de aarde olntvoerd,
en verder nooit iets van elkandxer weten.

Maar eenmaal komt een zomernacht als deze
dat ze in een ster of in een vogelkreet
het uur herkennen dat geheel hun wezen

deed rillen van een bovenaards genot,
om te verkeren in 't onzegbaar leed
dxer eenzaamheid, dan zij zij rijp voor God.

JAN VAN NIJLEN
VERZAMELDE GEDICHTEN
VAN OORSCHOT 2003 

Geen opmerkingen: