Op 60 jarige leeftijd overleed op 25 augustus 1774 de Italiaanse componist Niccolo Jommelli; hij was de zoon van een linnenkoopman die hem al vroeg aanmeldde bij het koor van de kathedraal in zijn woonplaats Aversa, dat onder leiding stond van Canon Muzzillo.
In 1725 ging hij naar het conservatorium in Napels, waar hij les kreeg van Ignazio Protsa en Francesco Feo; 3 jaar later verhuisde hij naar een ander conservatorium, waar Niccoló Fago zijn leermeester was. In Napels was toendertijd de Duitse componist Johann Adolph Hasse de invloedrijkste musicus en ook Jommelli werd door hem beinvloed.
Met zijn eerste opera Ricimero re di Goti had hij direct een succesd. Van Hasse nam hij het gebruik van obbligato recitatief over. Voor een groot aantal Italiaanse steden schreef hij opera's, maar toch was hij zelf niet tevreden en daarom besloot hij in 1741 naar Bologna te verhuizen om er te studeren bij Padre Martini. Hoewel hij te vaak op reis moest en de lessen dus zeer onregelmatig waren, schreef hij onder invloed van deze Martini religieuze muziek w.o.oratoria.
Hasse was inmiddels overtuigd geraakt van Jommelli's grote kwaliteiten en deed een goed woordje voor hem bij zijn benoeming als Muziek directeur van een meisjesschool. Hij begon toen religieuze werken te schrijven voor vrouwenkoor.
Eind 1946 verliet hij Venetië en ging naasr Rome waar hij kapel meester werd in de St.Pieter en het jubileum festival voor te bereiden dat iedere 50 jaar werd gehouden. Via zijn beschermheer Henry Benedict, kardinaal van York kwam hij in aanraking met Kardinaal Alessandro Albani, een intieme vriend van Paus Benedictus XIV. Jommelli droeg zijn oratorium La Passione di Gesu Cristo aan hem op.
In 1753 werd hij benoemd tot Kapelmeester aan het hof van Karl Eugen van Württemberg in Stuttgart. Volgens muziekkenners schreef hij daar zijn beste werken. In 1763 kreeg de componist bezoek van Mozart en zijn vader. Waarom Jommelli terugkeerde naar Napels weten we niet want hij wist dat daar de Opera Buffa veel populairder waren dan zijn Opera Seria.
In 1771 werd hij getroffen door een beroerte die hem gedeeltelijk verlamd maakte. Desondanks werkte hij nog 3 jaar door, tot zijn dood in 1774.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten