Gisteravond gekeken naar het onvolprezen programma Zomergasten. Als gast ontving de gespreksleider Wilfried de Jong, de componist en dirigent Reinbert de Leeuw. Ik heb genoten van het programma en eens te meer zie dat het programma staat of valt met het niveau van de gast. De eerste gast van dit seizoen was Freek de Jonge en dat was ook een bijzondere avond; helaas haalden de twee volgende gasten bij lange na niet dit niveau, maar gisteravond zat ik aan de buis gekluisterd. Deel 1 van deze uitzending
Wat een boeiend verteller is Reinbert de Leeuw, die blijk geeft van een obsessieve liefde voor de muziek en zoals hij het zelf zegt op zoek is naar nieuwe ontdekkingen en dat gedaan hebbende zich daarin vastbijt en er alles over wil weten.
Hij begon de avond met het keerpunt in de westerse muziek die de jonge Igor Strawinsky in 1911 in Parijs veroorzaakt met de eerste uitvoering van Le Sacre du Printemps.
In 1965 zei Strwinsky dat slechts enkele bladzijden van dit werk hem nog konden boeien, maar dat dat rest hem koud lieten. Inmiddels schreef hij de laatste jaren zeer strenge neo-classicistische werken.
Een 2de figuur waaraan de Leeuw aandacht schonk was de Wener Arnold Schönberg, een autodidakt die zijn hele leven de last van het verleden met zich meedroeg, maar niet meer terug kon keren op de eenmaal ingeslagen weg. Waartoe deze gevaarlijke weg leidde, liet de Leeuw zien en horen in het 3de en 4de deel van het strijkkwartet, waarin ook een rol is weggelegd voor een sopraansolo, die het werk eindigt met woorden "ik adem woorden van een andere planeet".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten