Het Petit Palais in Parijs besteedt momenteel aandacht aan Sloveense schilders en dat op zich is heel bijzonder want voor zover ik weet is er nooit aandacht geweest voor deze kunstenaars uit dit land.
.jpg)
Leider van deze groep schilders was Ivan Grohar; hij werd op 15 juni 1867 geboren in het dorp Spodnja Sorica, dat toenmaals deel uitmaakte van het Oostenrijks-Hongaarse rijk. Hij was een wees en leefde in grote armoede en kon dus zijn talenten niet ontwikkelen.
Het was te danken aan dominee Anton Jamnik die hem onder de zorg plaatste van de schilder Matija Bradaska dat hij schilderlessen kon nemen. Wat later verhuisde hij naar Zagreb waar hij ging schilderen in het atelier van Spiridion Milanesi.
Helaas moest hij in dienst, maar deserteerde daaruit door te vluchten naar Venetië. In 1892 ging hij werken bij een financiële dienst om te kunnen studeren aan een schilderschool in Graz. In 1894 studeerde hij af en begon in 1896 een eigen atelier in Skofja Loka.
Hij raakte bevriend met de impressionistische schilder Rihard Jakopic. Mede door zijn toedoen werd een Sloveense Artistieke Vereniging opgericht, dat tentoonstellingen organiseerde. Inmiddels had zich een groep kunstenaars zich rond Grohar verzameld die zich club Sava noemde en ging exposeren in de Mietke Galerie te Wenen.
Grohar had veel succes, maar desondanks had hij voortdurende geldelijke problemen. In 1911 werd hem een bedrag van 2000 kronen ter beschikking gesteld om een studiereis naar Italië te maken. Bij de voorbereidingen ervan werd hij getroffen door tuberculose, waaraan hij op 19 april 1911 overleed.
Hij liet veel schulden achter, die door zijn vrienden werden afbetaald. Grohar schilderde eerst religieuze voorstellingen, daarbij beinvloed door Giovanni Segantini. Daarna nam hij symbolistische elementen over en uiteindelijk ging hij impressionistisch werken.
Beroemde werken van hem zijn o.a. Brna ( 1899 ), Pomlad (1903), Crednik (1910).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten