Toen ik nog veel opnam met behulp van casettebandjes heb ik een werk opgenomen van een componist wiens naam bij de meeste lezers van Spechtiania niets zal zeggen; terwijl het een prachtig werk voor cello en orkest is dat de titel
Rosch-Haschana draagt, dat op het repertoire stond van
Willem Mengelberg, die er een uitvoering van leidde in 1902 met als solist de cellist
Isaac Mosel.

Tegenwoordig is deze componist totaal vergeten en kan ik in de catalogi van diverse platenlabels niet een opname van hem vinden. Via dit artikel wil ik hem een beetje aan de vergetelheid ontrukken. Van oorsprong is het een Nederlandse componist, die het grootste deel van zijn leven in België werkzaam was.
Zowel zijn vader
Frederik Smulders als zijn moeder
Anna Magdalena Voorgang waren afkomstig uit Amsterdam. De vader was van beroep pianotechnicus waarmee Carl een slechte verhouding had. 8 mei 1863 werd Carl geboren in Maastricht en ging op 15 jarige leeftijd studeren aan het conservatorium van Luik. Hij stuudeerde er piano en compositieles. In 1891 kreeg hij samen met
Guillaume Lekeu de Brusselse Prix de Rome voor zijn cantate
Andromède.

In 1889 deed hij eindexamen en vanwege zijn composities kreeg hij er direct het leraarschap aangeboden in harmonieleer. Daarvoor was wel nodig dat hij tot Belg liet naturaliseren. Zijn werken werden enthousiast ontvangen o.a. door
Alphons Diepenbrock, die hem met de
Tachtigers in aanraking bracht. Beiden werden vrienden en Smulders werd voor Diepenbrock een grote steun in de techniek van het componeren. Diepenbrock was namelijke een autodidact.

Op zijn beurt heeft Diepenbrock alijd geprobeerde het werk van Smulders te promoten. Beide componisten waren in tegenstelling met andere Nederlandse componisten uit die tijd meer Frans, dan Duits georiënteerd. Bij Smulders is duidelijk de invloed te horen van Caesar Franck en Guillaume Lekeu.
Naast zijn compositorische werkzaamheden hield Carl zich ook bezig met de pianotechniek; een van zijn uitvindingen was de
pédale expressive waar het timbre of de geluidssterkte van de aangeslagen toon gewijzigd kon worden. Een heel opvallend feit was dat Carl de pees die de vingers verbindt operatief liet doorsnijden om zijn speltechniek te verbeteren.

Ik heb al eerder vermeld dat Smulders contacten had met de Tachtigers, zo correspondeerde hij met
Herman Gorter en vertaalde gedichten van
Jacques Perk in het frans. Daarnaast schreef hij in de jaren 1906-1913 vier franstalige romans, die toen veel succes hadden, maar nu totaal vergeten zijn.
Om de Belgische krijgsgevangenen een hart onder het riem te steken schreef hij liederen.
De laatste jaren werd hij gekweld door zijn dafaitisme en depressies, die hem deden stoppen met componeren. Hij stierf iets voor zijn 71ste verjaardag totaal vereenzaamd en vergeten aan de gevolgen van een leverkwaal.