Soms worden er verhalen verteld om iemand bepaalde eigenschappen hetzij in positieve zin, hetzij in negatieve zin toe te dichten.
Een voorbeeld hiervan is de Deense koning Christiaan X, die 20 april 1947 overleed in Amaliënborg.
Deze Christiaan werd op 26 september 1870 geboren in Charlottenlund, bij Kopenhagen. Zijn vader was koning Frederik VIII en zijn moeder was Louise, dochter van de Zweedse koning Karel XV.
Naast Christiaan kreeg het ouderpaar nog een zoon nl. Haakon, die later als Haakon VII, koning van Noorwegen werd.

Gedurende zijn lange regeringsperiode van 1912 tot 1947 kreeg Denemarken te maken met twee wereldoorlogen. Toen de Nazi's Denemarken bezetten bleef Christiaan in Denemarken wonen en maakte elke dag te paard een rit door Kopenhagen. Dit werd gezien als een daad van verzet, temeer omdat hij dat alleen deed, dus niet begeleid door bewakers.
Uit deze periode dateert ook het verhaal waar ik mee begon, namelijk dat Christiaan een jodenster gedragen zou hebben, om te laten zien dat hij zijn joodse landgenoten niet in de steek liet. Maar dit was puur een mythe, want de Deense joden hebben nooit van de nazi's een jodenster hoeven te dragen. Dat hij zijn sympathie omzette in daden bleek wel toen de synagoge in Kopenhagen getroffen werd door brandstichting. Hij stuurde namelijk een steunbetuiging aan de rabbijn van deze synagoge. Daarnaast ging hij met slechts twee woorden in op een gelukwens van Hitler bij zijn zeventigste verjaardag.

Tijdens een van zijn ritten door Kopenhagen viel Christiaan in oktober 1942 van zijn paard. Van toenaf ging zijn gezondheidstoestand achteruit en verscheen hij bijna niet meer in de openbaarheid. Pas op 9 mei 1945 toen de nazi's zijn lans hadden verlaten, opende hij de Deense Rijksdag.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten