dinsdag 17 november 2015

daggedicht dinsdag 17 november


Voor deze dinsdag 17 november kies ik een gedicht van de voor mij onbekende Vlaamse dichteres Marleen de Crée. Zij werd 26 juli 1941 in Bree geboren en studeerde kunstgeschiedenis aan de Leuvense Universiteit. Inmiddelsd heeft ze al 15 bundels op haar naam staan. Als kunstenares heeft ze verschillende van haar eigen bundels geillustreerd. Zelf zegt ze dat de sonnetvorm beantwoordt aan twee technische eisen die ze zich zelf stelt bij het schrijven van gedichten namelijk  muzikaliteit en vormdiscipline. Daarnaast is het een dichtvorm van alle tijden en voor mij is het geen keurslijf, maar eerder het bevrijdende van een lied. Het onderstaande gedicht heb ik geschreven als eerbewijs aan de uitgever en vriend J.L. de Belder die zich  van het leven heeft benomen.


Ik zeg je , Plinius, het is september,
de dichters keren in t getij, 
en vruchten rijpen aan de warme muren,
vergeet dat niet: het zijn de laatste uren

van de zomer, warmte, niets kan nog gebeuren
het zijn de stille dagen van het jaar,
want alles wordt geduldiger gedragen
in veelvoud van de laatste dracht.

september weet wat dierbaarheid betekent
en liefde tekent schaduwen van was,
ik zeg: voorzichtigheid werd ooit berekend

aan de contouren van een waterglas
de druiven, Plinius, de laatste schragen
van wat een dichterzomer was.

uit:   Brieven aan Plinius ( 1984)

Marleen de Crée

Geen opmerkingen: