vrijdag 13 juli 2012

Jean Jaurès in Castres



Tijdens mijn vacantie in Frankrijk kwam ik ook terecht in het plaatsje Castres, waar zich het Jean Jaurèsmuseum bevindt. Deze socialistische politicus was met de schrijver Emile Zola een der felste verdedigers van Alfred Dreyfus en deze man overleed 12 juli 1935 vandaar dat ik dit levensbericht aan hem wijdt.

Dreyfus is vooral bekend geworden door de naar hem genoemde Dreyfusaffaire. 15 Oktober 1894 werd deze joods-franse officier op grond van valse documenten gearresteerd. Uit deze documenten zou blijken dat hij spionneerde voor Duitsland en daarmee verraad aan Frankrijk had gepleegd. Het was natuurlijk de bedoeling dat deze veroordeling niet in de openbaarheid kwam, maar dankzij Emile Zola gebeurde dit toch en zorgde voor een enorme opschudding in het land.

Frankrijk was verdeeld in voor-en tegenstanders van Dreyfus, die op 5 januarri 1895 tot levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld en hij moest deze straf uitzitten op het beruchte Duivelseiland. Gelukkig kwam er een nieuw hoofd van het Deuxième Bureau nl. Georges Picquart. Deze begon daartoe aangezet door Emile Zola en Jean Jaurès een onderzoek naar de gang van zaken en hij stuitte daarbij op de naam van Ferdinand Walsin Esterhazy, die in 1877 te werk werd gesteld bij dit Deuxième Bureau van de Generale Staf. Tijdens zijn onderzoek werd hij door de top van het leger tegengewerkt, dat met alle geweld de uitkomst van het onderzoek stil te houden.

Het was de broer van Alfred Dreyfus, Mathieu, die de zaak in een stroomversnelling bracht door in  november 1897 een brief aan de minister van oorlog publiceerde waarin hij Walsin Esterhazy van spionage voor de Duitsers beschuldigde en deze minister verzocht hem te berechten. Inderdaad verscheen Esterhazy op 10 januari 1898 in een besloten zitting voor een militair tribunaal en werd vrij gesproken.

Hierop publiceerde Zola zijn beroemde pamflet J'Accuse (Ik beschuldig) waarin hij de naam van Esterhazy vermeldde. Maar de militaire top wilde niet horen van hun ongelijk en officieren presteerden het zelfs om nu nog valse documenten op te stellen waarin de schuld van Dreyfus duidelijk moest blijken. Deze officieren probeerden ook de rol van Picquart verdacht te maken en wisten hem zelfs te doen ontslaan en gevangen te zetten. Ook Zola werd door hen aangeklaagd voor steun aan de verrader en moest nar Engeland vluchten.

Maar het net sloot zich steeds meer om Esterhazy en die zag zich gedwongen naar Engeland te vluchten. Dreyfus werd op 19 september 1899 vrijgelaten, maar pas bij het 3de proces werd hij helemaal vrijgesproken en gerehabilliteerd; hetzelfde gebeurde met Picquart.

Alles had te maken met het antisemitisme dat binnen het Franse leger schering en inslag was en ondanks zijn vrijspraak was Dreyfus zijn leven niet veilig, wat mocht blijken uit het feit dat de journalist Louis Grégori hem in 1908 in Parijs neerschoot, opgehitst als hij was door de publieke opinie die sterk antiemitisch en nationalistisch georiënteerd was.

De echte spion Ferdinand Walsin Esterhazy vestigde zich in 1908 in Harpenden onder het pseudoniem Jean de Voilement, waar hij artikelen schreef voor de Franse krant L' Eclair. Opvallend is dat de man nooit veroordeeld is.

Geen opmerkingen: