zondag 24 juni 2012

Brulbroei



Dat succes op jonge leeftijd geen garantie is voor blijvend succes geldt voor de dichter waarvan ik vandaag een gedicht publiceer. In 1938 publiceerde het tijdschrift Den Gulden Winckel een gedicht van Eddy Evenhuis. Koos Schuur noemde hem De Prins Der Zeven Meren.  In tegenstelling met veel Groningse tijdgenoten bleef Evenhuis in Groningen wonen, omdat hij zij n journalistieke werkzaamheden niet wilde opgeven. Zijn laatst uitgegeven bundel dateert uit 1974 en droeg als titel Een affaire.



BRULBOEI

De brulboei heeft zijn stem verloren
en drijft nu rond in open zee.
De meeuwen krijschen. Dit te hooren
brengt angst voor eigen stil zijn mee.

Vroeger, in dekking van een kust
en door een ankertouw gebonden,
stemde hij luid, zijn plicht bewust,
mee in het koor der duizend monden.

Nu zwijgend en door roest vervreten
en eenzaam zwalkend door een straat,
hechten zich blinkend in de reten
de eendenmossels van den haat.

EDDY EVENHUIS
UIT      PAN IN DE STAD (1946)

Geen opmerkingen: