zaterdag 16 juni 2012



DAGGEDICHT ZATERDAG 16 JUNI

In 2002 verscheen een boek dat de titel droeg In de schaduw van de Parnassus - gesprekken met vergeten dichters. Joris van Casteren voerde in de loop der jaren gesprekken met dichters die bij een gerenommeerde uitgeverij een of meer dichtbundels lieten verschijnen, maar daarna ofwel gestopt zijn met dichten of wel dat hun ander bundels niet meer werden uitgegeven.
Vandaag neem ik een gedicht van Erika Dedinszky, die in 1975 debuteerde met haar bundel Kornoeljeboom en in 1980 haar 2de en laatste bundel liet verschijnen. Daaruit het volgende gedicht.

WINDSTILTE

de zwakke angst zwol tot fluitende zekerheid
inplaats van maan brandt het oog van de wervelstorm

ik vraag om 'n vuurtje en de bliksem ontluikt
ik dans om regen en 'n blaadje valt

ik schrijf naar de natuur
naar mijn natuur schrijf ik
wie mij aankijkt vliegt hoog
wie orakelt verbandt

alleen de hitte van 'n slakkenhuis
alleen de galm die in de keel van 'n klok bleef steken
kan verduidelijken waarom
toen dat gebaar brak
als 'n strijkstok
en waarom de viool toch verder speelde

Erika Dedinszky
uit:     De ijstijd komt met de kou 

Geen opmerkingen: