zondag 24 juni 2012

Donkere Metten



Welke dichter zal bij de publicatie van een gedichtenbundel te horen hebben gekregen " degene die dit geschreven heeft moet met een molensteen om zijn hals in zee gestort worden ". Dat overkwam de inmiddels hoogbejaarde Michael Deak die in 1946 zijn door de Jezuiet Jan van Heugten en andere katholieke schrijvers als Anton van Duinkerken als een verbeelding van de op handen staande liefdesdaad werd veroordeeld. Dat lot onderging ook zijn derde en meteen laatste bundel die Simon Kapteijn schreef.
Zijn inspiratie was volledig weggevallen.


DONKERE METTEN

Twee bruine vogels nestelen op het hart
van Zwarte Lientje met de blanke tanden:
dat zijn de wilde vogels van de schande,
dat zijn de vogels van de smart.

'k Weet een verschoten fjord tussen het zwart
van haar klein oerwoud. - Wie er eenmaal landde
keert er steeds weer, en vangt met warme handen
de bruine vogels op haar brandend hart. -

Wij hebben voor elkaar geen vreemde namen
en geen verhalen voor elkaar bedacht , -
wij zijn alleen maar teder en tezamen.

Eet van het brood dat ik je heb gebracht
en zing je liederen van Suriname
en laat mijn bloemen in je haar vannacht.

Voor zwarte Lientje

MICHAEL DEAK
UIT          APHRODITIS (1956)   

Geen opmerkingen: