dinsdag 28 juli 2015

Daggedicht dinsdag 28 juli


Voor deze dinsdag 28 juli heb ik een gedicht gekozen van een Nederlandse dichter die slechts 27 jaar oud werd en het dus geen wonder is dat hij gerekend wordt tot de jong gestorven, vergeten dichters. De gedichten die hij schreef waren nog niet uitgekristalliseerd en dat hij nog niet de tijd had gekregen zich te ontworstelen aan invloeden van tijdgenoten als Albert Verwey. Hij werd in 1893 in Kralingen geboren en volgde in zijn woonplaats Rotterdam de HBS en ging daarna studeren aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Ook begon hij een studie Nederlandse taal-en letterkunde bij Professor Vooys; maar dat liep op niets uit. Johan Gustaaf had een hang naar eenzaamheid en voelde zich vaak niet begrepen. Waarschijnlijk had dit te maken met zijn slechte gezondheid. Ondanks deze lichamelijke handicap wist hij zich veelzijdig te ontwikkelen. In september 1913 verscheen een serie sonnetten van hem in het door Albert Verwey geleide tijdschrift De Beweging. Het was hem qua tijd niet gegeven om zich te ontworstelen aan de invloed van tijdgenoten en dus vertonen deze sonnetten weinig eigenheid. Zijn gezondheid steeds meer achteruit en 27 maart 1920 overleed hij aan tuberculose.


IN DE AVOND

Des avonds buigt mijn lome mijmring over
Naar haar, mijn lief, en naar stil gemoed:
Zo nijgt een boom soms wel zijn bronzen lover
Over het koele water aan zijn voet.

En ik word droef. Want derft mijn ziel de tover
Dier lieve stem die 't wrangst gemis verzoet
Dan welkt mijn trots en ben ik naakt en pover,
Alleen verschroeid door felle hartstochgloed.

Dan troost mij niets en schrei 'k in bange klachten
De helse pijnen mijner angsten uit,
Dan streelt mijn smart de somberste gedachten,

Tot mij de slaap de brandende ogen sluit
Om eindelijk mijn wezen traag te omnachten
Met zware droom, verscheurd door geen geluid.


JOHAN DANSER

Geen opmerkingen: