donderdag 30 juli 2015

daggedicht donderdag 30 juli 2015


Naamgenoot maar voor zover ik weet familie Jürgen Smit onderhoudt een tweetal blogs die gewijd zijn aan jonggestorven dichters in zowel binnen-als buitenland. Trouwens als je op DBNL literaire tijdschriften doorloopt, kom je namen tegen van Nederlandse dichters, die totaal vergeten zijn en ook ik vind het interessant om na te gaan waarom deze mensen niet meer gekend en gelezen worden.
Vandaag neem ik een gedicht over geschreven door Koos van Rijckevorsel. Over diens leven is maar weinig bekend, Zijn ouders waren al over de veertig toen zijn zij nog deze zoon kregen op 4 maart 1896, Ze waren woonachtig in Vught, alwaar de vader een wijnhandel had. Zelf trouwden zijn ouders op 16 april 1864 in Amsterdam. Koos stierf op 7 november 1918 in Roermond en werd dus maar 22 jaar oud.

MEEUWEN

Lui zijn de puntige vlerkenb aan 't wuiven;
De lijven ze zwenken steeds heen ende weer
Zacht zucht de wind door de donkere kuiven:
De zonglans licht wit op hun kleedje van veer.

Ik zie hoe ze wankelend zweven en schuiven,
Vlak boven 't spatten van 't grijsgrauwe meer;
Ze krijschen en wild door elkander heen, ze stuiven
En zijgen, heel zacht, op het watervlak neer.

Dan schomm'len ze rustig en laten zich wiegen
Op 't deinend gewentel der klotsende baren,
Als dobb'rende pinken, die huizewaarts varen.

En na dat gedans zie 'l ze spelend weer vliegen.
Omhoog en omlaag zonder poozen of rusten,
Hoog boven de zee, boven duinen en kusten.

KOOS VAN RIJCKEVORSEL 

Uit:  Klanken van het Brabantse land ( 1919)




Geen opmerkingen: