donderdag 7 juni 2012

Gevlekte pracht




Soms kom je een gedicht tegen van een totaal onbekende dichter en in dit geval is dat geschreven door de Engelse dichter Gerald Manley Hopkins, die leefde van 1844 tot 1889.


GEVLEKTE PRACHT


Glorie zij God voor bontigheid
voor hemelen, marmerend als koeienhuid;
voor bloemsproetjes uitgestippeld op vlugge forellen;
vers vonkgepoft kastanje-herfstlicht; vinkvlerk;
landschap siergekaveld: eg-ploeg0braak geruit;
en alle b eroepen, hun gerei, tuig, toestellen.

Ieder net ander, zeldzaam, eigenaardig ding;
alles wat grillig uitschift ( en wie eet hoe uit? )
in snel, sloom; zoet, zuur; hel, gedoofd;
Hij vadert voort boven verandering:
Hij zij geloofd.


Gerald Manley Hopkins
uit        Gedichten
vertaling   Leo Vroman
Ambo, Baarn, 1984

1 opmerking:

Anoniem zei

de 8e regel, daar moet staan: en wie WEET hoe uit?
Niet wie eet.

jokebovekerk@hotmail.com