donderdag 28 augustus 2014

daggedicht donderdag 28 augustus


Vandaag neem ik een gedicht van Emile van der Borch van Verwolde. die op 17 mei 1910 werd geboren in Laren en daar woonde op het landgoed Huis Verwolde. Na de lagere school bezocht hij het Christelijk Gymnasium in Zutphen. Tussendoor moest hij vanwege een longaandoening kuren in een Zwitsers sanatorium. In 1929 slaagde hij voor  het gymnasium A examen en ging aansluitend studeren in Leiden en Groningen. Tijdens zijn studietijd schreef hij  in het tijdschrift Groot Nederland en Virtus Concordia Fides. Zijn officiële debuut had plaats in het tijdschrift Helikon.
Als groot literatuurliefhebber hield hij zich bezig met het uitgeven van bibliofiele uitgaven. Toch studeerde hij in 1940 cum laude af in Groningen en was actief in het verzet. Werd helaas verraden en op 11 juni 1942 gearresteerd en na een jaar gevangenschap op 20 juli 1943 met negentien anderen gefusilleerd.

DE WANHOPIGE

Er is geen mens zover als ik gegaan
op deze weg van zoden en van stenen, -
ik heb met alles wat voorbij is afgedaan,
nu ben ik eindelijk met mijzelf alleen en
kan niet verder.

De haven ligt verdronken in de nacht,
het water droomt onder de bruggebogen
van een verzonken en verzwegen vracht,
en in het donker zie ik vrouwenogen, -
maar dit is niets.

Thuis bloeien anemonen in het gras
tegen de berk aan, voor de zon geborgen,
en ik hoor stemmen en een hond die blaft
tegen zijn baas, en wacht het "goedemorgen", -
het is voorbij.

Ik voel geen medelijden noch verzet
voor hen die deze reis nog nooit begonnen,
maar zich te ruste leggen in het veilige bed
van gewaardeerde deugd en gewaardeerde zonde, -
want zij zijn dood.


Emile Baron van der Borch van Verwolde en het boek
van C.van Dijk & in Verzamelde poëzie, Verwolde 1979




Geen opmerkingen: