woensdag 30 oktober 2013

daggedicht 30 oktober


Voor de een na laatste dag van deze maan oktober kies ik een gedicht van een dichter van wie lange tijd niet bekend was wie zich achter het pseudoniem N.M.Pareau verschool. Het bleek te gaan om de Hoogleraar Romeins Recht Herman Jan Scheltema woonachtig in Groningen. Hij leefde van 1906 tot 1981. Zijn eerste gedichten publiceerde hij in samenwerking met J.C.Noordstar en Halbo Kool. Hij hanteert in zijn gedichten oude retorische vormen in een wat verheven poëzie.

DE WINTER

De eenzaamheid van 't toegevroren meer
heeft zij ten ijsgenot zich uitverkoren;
daar trekt zij de doorengevlochten voren
in den verglaasden akker heen en weer.

Zoals libellen dansen boven 't koren
zweeft zij dezelfde banen iederen keer.
Reeds neigt de vale zon naar 't ijsvlak neer.
De lucht is stil. De avond wordt geboren.

Zoo glijdt zij in 'tg verzwakkend licht een poos,
de donkere gestalte, rusteloos,
waarachter men het zilveren meer ziet glimmen;

aan den befloersten hemel grouwt de maan.
Haar gang wordt langzaam. Even blijft zij staan
en rijdt daarna met forschen streek ter kimme.

N.E.M.PAREAU 

Geen opmerkingen: