dinsdag 29 oktober 2013

daggedicht


Voor deze dinsdag 29 oktober van de in 1913 geboren Vlaamse dichter Marcel Coole. Hij studeerde Germaanse talen in Gent en oefende het ambt van leraar uit in Brugge. Was medewerker bij de radio voor literaire programma's en debuteerde in 1933 met zijn eerste bundel. In 1937 was hij met Johan Daisne en L. van Brabant oprichter en medewerker van het tijdschrift Klaver(en)drie. Hij steier 11 februari 2000 in Brussel.

HET ERFGOED

Het was in mij, nog vóór ik werd geboren,
mijn vader kreeg het van zijn vader mee,
het kon niet anders dan mij toebehoren,
gelijk een schelp het ruisen van de zee.

En in mijn ogen staat het klaar geschreven,
dat ik het koestren zal tot aan mijn dood,
en dat ik 't aan mijn kinderen zal geven,
en dat het bloeien zal, van loot op loot.

En dat nooit één van hen het af zal leggen,
maar dragen als een eeuwig-fris aroom, 
al zullen immer andre monden zeggen:
ach, vriend, men kan niet leven van een droom.

MARCEL COOLE

UIT:  HET ANDERE UUR ( 1962) 

Geen opmerkingen: