woensdag 30 juli 2014

daggedicht woensdag 30 juli


Voor deze woensdag 30 juli kies ik een gedicht van de voor mij onbekende dichter Paul Verburggen. Deze Vlaming werd 10 september 1891 in Boom geboren en overleed 17 juni 1966 in Deurne. Was graanhandelaar, maar schreef daarnaast ook gedichten. Hij publiceerde voor het eerst in het blad De Beweging van de Tachtiger Albert Verwey. Na de Eerste Wereldoorlog verschenen van hem gedichten in het expressionistische tijdschrift Ruimte. In de loop van zijn leven werd hij steeds meer ascetisch en wereldvreemd. P.G.Buckinx liet in 1964 een bloemlezing met zijn gedichten verschijnen onder de titel Zoek de Zonkant.

TERUGBLIK

voor Willy E. Prins

Soms hoor ik meisjes lachen in de buurt.
Er knarsen oude hengsels in de straat,
Én even, als een droom, flitst blank ommuurd,
een tuin vol wit en schuimend rood voorbij. 
Het was zo zeldzaam in mijn dorp. Haast niets
dan bleke kindren leefden daar en alles scheen
zo ver, zo los, zo gans uiteengerukt,
vol kuilen, bulten en gezwel, met midden in
de marteling van dode bomen, krochtjes links
en rechts, en soms wat bloemgeflonker, 
dat vol van siepe, schone hartstocht ging.
Maar de rivier hield alles schoon en rein.
Er kwamen 's avonds donkre mannen staan,
begoocheld door wat laat geschemer van geluk.
Ik zelf was jong, ik zelf was toen zeer jong....

Soms hoor ik meisjes schaatrend lachen in de straat.

PAUL VERBRUGGEN




Geen opmerkingen: