donderdag 6 september 2012

Het Huis




Eduard Hoornik nam in zijn bloemlezing Twee Lentes een gedicht op van een nu totaal vergeten schrijver nl. F.W.van Heerikhuizen.

HET HUIS

voor H. en G.

Ik zag het huis waarin zij zouden wonen,
De meubels glansden in het avondlicht.
Toen schoof zij, om het interieur te tonen
Van een der kamers de gordijnen dicht,

Een stak de lamp aan. En de beide sferen,
Ondanks de overgang zichzelf getrouw,
Toonden een wet die steeds moet wederkeren
En 't leven statisch maakt als een gebouw.

Het onbewoonde huis waardoor wij liepen
Omsloot hen reeds als was het twintig jaar,
De jaren zijn gelijk, en in principe
Lijken de generaties op elkaar.

De man lijkt op het kind dat rustig ademt,
Het kind groeit in de schaduw van den man,
Terwijl de moeder die hen mild omvademt
De bloei vormt in hun beider levensplan.

Steeds keert de avond. Achter open deuren
Ligt dan de tuin in teder zomerlicht,
Waarin de bloemen stille harten beuren.
En als het later wordt gaan de gordijnen dicht.

Steeds weder. En het hart, van vreemde tochten
In 's levens haven nu voorgoed gemeerd,
Slaat rustig op de maat van 't steeds gezochte
En bloeit, door geen begrenzingen gekeerd.

Want alle dagen liggen onbeschreven,
En nooit zijn jaren aan elkaar gelijk,
En slechts het wisselspel van steeds zich geven
Bouwt aan het stil en statisch koninkrijk.

F.W.VAN HEERIKHUIZEN.  
 

Geen opmerkingen: