donderdag 3 september 2015

daggedicht donderdag 3 september


Vandaag kies ik een gedicht van de dichter Rudie van Lier, een zwager van Willem Frederik Hermans. 24 augustus werd Rudolf Asueer Jacob van Lier in Paramaribo geboren. Hij vertrok in 1929 maar Nederland om daar te gaan studeren o.a. bij Johan Huizinga, daarna studeerde hij aan de Sorbonne en in de Verenigde Staten. Hij debuteerde als dichter in het tijdschrift Forum met het gedicht "De gestorven scholier" en gebruikte daarbij het pseudoniem R.van Aart. In 1939 publiceerde hij in het tijdschrift "De Vrije Bladen "zijn bundel Praehistorie. In 1974 verscheen de bundel "Rupturen " bij G.A.van Oorschot.
In 1955 werd hij hoogleraar Agrarische Sociologie voor de Ontwikkelingslanden aan de Landbouwhogeschool Wageningen. Daar overleed hij op 28 mei 1987.

BRIEF AAN EEN ANDERE

Je vraagt berichten van mijn spijsvertering,
Welnu, ze is van redelijk tot goed.
't Humeur? Er kwam een lichte kering -
De wind waait gunstig, 'k ben vol goede moed.

Geen last van innigheid, en sedert vele jaren
Genezen van mijn kinderpokken: godsdienstzin.
't Gemengde nieuws: een kennis moet een kindje baren.
('k schrijf dit niet om het rijm, maar 't viel mij net zo in).

De minnepoëzie? Schrijf ik steeds in het verborgen.
Of je 't mag lezen? Neen, je zoudt mij dan verplichten
Mijzelf alleen voor minnend hart te houden.
Ook stel ik mij zo voor, al de gezichten
Die je al lezend trekt, misschien ben je verkouden.

Dada! Ik groet je, moet je nog iets weten?
Schrijf mij weer gauw, je brief is medicijn,
Jouw brief, een lichte wijn, en dan mijn eten
Maken het reeds zinvol om er te zijn.

RUDIE VAN LIER

UIT:  PRAEHISTORIE (1944)


Geen opmerkingen: