zaterdag 7 april 2012

Piet Meiners



Als ik een willekeurige lezer van dit blog zou vragen wie de schilder van dit stilleven is, dan zal bijna niemand het antwoord weten en ik moet toegeven dat ik pas na het lezen van het boekje Rondom Tachtig het antwoord weet nl. Piet Meiners.

Dat hij ging schilderen is niet zo vreemd, want zijn vader was de eomantische landschapsschilder Claas Hendrik Meiners, die leefde van 1819 tot 1894, als zodanig behoorde Claas tot de Oosterbeekse school. Na de eerste lessen van zijn vader ging studeren aan de Amsterdamse Rijksacademie, waar hij les kreeg van August Allebé. Maar meer nog heeft hij geleerd van zijn medeleerlingen w.o. Hendrik Haverman, Anton van Rappard en Willem Bastiaan Tholen.

De schilders van de Tachtiger Beweging vonden hun
inspiratie in het stadsleven; een voorbeeld hiervan zijn de grachtenschilderijen van Willem Witsen, met wie Piet zeer bevriend raakte. De familie van Willem bezat een buiten de Ewijkshoeve, waarover Rein de Waal een boek heeft geschreven. In de zomer gingen veel vrienden van Witsen naar dit buitenhuis en ook Meiners verbleef er vaak. Ooggetuigen zeggen dat Piet een zeer zwijgzaam figuur was, die zeer teruggetrokken leefde, omgeven als het ware door tragiek.

Een tragisch voorval op deze Ewijkshoeve heeft Meiners meegemaakt nl. de zelfmoord van Anna Witsen in 1889 op 5 maart in de vijver voor het huis. Desondanks ging hij er in 1895 permanent wonen. In de winter was hij helemaal alleen. 15 oktober werd hij dood langs de Biltse Weg gevonden en hij stierf dus totaal vereenzaamd.
Zijn schilderijen getuigen van deze stilte die altijd rondom hem hing.

Geen opmerkingen: