vrijdag 15 november 2013

daggedicht 1`3 november


In de serie daggedichten keis ik voor deze 13de november een gedicht van een vergeten cultdichter, die feitelijk bekend is gebleven met zijn lang gedicht Heet van de naald en zijn dagboek, waarvan nog slechts enkele fragmenten gepubliceerd zijn. De Jong studeerde an de Utrechtse Universiteit Nederlands en werkte mee aan het surrealistische tijfschrift De Schone Zakdoek. Geboren in 1917 publiceerde hij in 1938 in het tijdschrift Groot Nederland. Hij stierf al in 1951.

WEER IS HET NACHT

Weer is het nacht, verzonken klokken luiden,
een gore wolk hangt om de scherpe maan.
Het kerkhof droomt, waar oleanders staan,
en zerken om de graven aan te duiden.

De spanning stijgt. De wijzerplaten slaan.
De klokken durven niet meer goed te luiden.
Er stroomt een grote luwte door het Zuiden,
het is het uur dat graven open gaan.

De deksels klappen van de stenen kisten.
De dode stappen er ontredderd uit.
Ze hebben mos en huislook op hun schedels.

Iets onnavolgbaar droefs en ook iets edels
spreekt mee uit de afwezigheid van huid.
Hun blikken missen iets, waar wij van wisten.

MAX DE JONG
UIT:   MUGGEN EN ZWANEN
AMSTERDAM, 1955











  

Geen opmerkingen: