zaterdag 30 november 2013

daggedicht 30 november


Gerrit Komrij heeft Jaap Harten,  een in 1931 geboren dichter met drie gedichten opgenomen in zijn bloemlezing "Nederlandse Poëzie "19e t/m 21 ste eeuw. Jacobus Harten werd op 22 september 1930 in Blaricum geboren. Was vele jaren werkzaam bij het Letterkundig Museum. Naast gedichten schreef hij de roman De getatoeëerde Lorelei waarin hij het decadente Berlijn van voor de 2de wereldoorlog oproept.
In zijn werk is het thema van de vergankelijkheid van jeugd en schoonheid opvallend aanwezig.

ONDERGEDOKEN IN DE TITANIC

Ik verwissel mijn identiteit
in steeds anders  gemeubileerde kamers. 
Ik ben er niet, daar ben ik wel:
in mijn luchtkasteel van golven.
Voorlopig kom ik niet meer thuis
de wereld staat toch op zijn kop.
Ijsschotsen rinkelen in mijn whyskyglas
en ook het orkest is al flink typsy!
Aan eventuele redders hebben we geen boodschap,
lang zoeken zij zonder resultaat.
Ook onse morseseinen komen niet meer door,
geen prietpraat dus, maar waterdruk
Onderzee kan niets mij meer deren.
Aan mijn oor flirt een sthgeiger zo fijn,
ik geloof dat de aarde een boze droom is.

UIT:   WIE BEWEEGT ER NOG IN HET MAUSOLEUM>
AMSTERDAM-ANTWERPEN  1992


 

Geen opmerkingen: