dinsdag 12 juni 2012

Een Italiaanse zomer



Onder deze titel was er gistermiddag in mijn regelmatig bezochte theatertje Salon Saffier een laatste voorstelling waarbij verhalen van Italiaanse schrijvers en Italiaanse liederen ten gehore werden gebracht.

Toen wij binnen kwamen zaten de vier artiesten in een halve cirkel op het podium en werden ingeleid door Marijke van Dorst,  die dat zoals altijd op een onopgesmukte wijze doet.

Het was Reinier Speelman die het spits afbeet en ons inleidde in de Italiaanse letterkunde met daarbij de aandacht voor het korte verhaal.
Als eerste schrijver kwam Cesare Pavese aan de orde, waarvan door de Vlaamse acteur en voordrachtskunstenaar op een onnavolgbare wijze het verhaal De Langa voorlas.
Aansluitend zong de voor mij onbekende sopraan Mirella Reiche het lied Selve Amiche van de componist
Antonio Caldara.
 
Bij elke schrijver die aan de bod kwam werd deze procedure gevolgd; eerst een inleiding door Speelman, daarna het voordragen van het verhaal en tenslotte een gezongen lied.

De tweede schrijver die door Speelman werd ingeleid was Italo Calvino, waarvan Patrizio Esposito het verhaal De Wespekuur voorlas. Ik gebruik het laatste woord omdat het duidelijk was dat zij geen echte voordrachtskunstenares is, terwijl Boni dat wel is.
Het lied wat gezongen werd door Mirella was het overbekende Caro mio ben van Giordano. Jammer want er is zoveel ander moois.

Het was heerlijk zomerweer en dus gingen een groot aantal bezoekers, voorzien van een glas Italiaanse wijn en daarbij een hapje naar buiten om even de benen te strekken en een sigaret of sigaartje te roken. Op een bank stond een grote langwerpige kist met daarin tweedehandsboeken van Italiaanse schrijvers vnl. Alberto Moravia.

Na de pauze lanceerde Speelman een voormij tweetal onbekende schrijvers nl. Giorgio Manganelli en Giovanni Testori. Van beiden droeg Boni een verhaal voor nl. Zestien van Manganelli en Een Kus van Testori.
Tussendoor zong Mirella het lied Lasciate mi morire van Claudio Monteverdi en het prachtige lied Amarilli, mia bella van Giuseppe Caccini.

De laatste schrijver die Speelman aan de orde stelde was de eertijds beroemde schrijver Alberto Moravia, van wie Esposito het verrukkelijke verhaal Feestvierster voordroeg. Dit schalkse repertoire ligt haar duidelijk beter.

Tot slot van deze middag zong Mirella het lied Vittoria, mio core van Carissimi en van Alessandro Scarlatti het lied Già il sole dal gang.

Eerlijk gezegd had ik een hele andere middag verwacht, zeker wat de muziek betreft; niet het klassieke repertoire, maar liedjes van Italiaanse zangers als Modugno en Celentano. Bij hen denk ik eerder aan de Italiaanse zon en wijn dan bij Monteverdi of Caccini.
Speelman weet enorm veel van de Italiaanse letterkunde, maar hij weet zijn toehoorders met zijn manier van doceren niet te begeesteren, niet te enthousiasmeren. Dat is jammer en mijns inziens een gemiste kans.
Mirella heeft een mooie stem maar af en toe laat ze een vibrato horen dat in dit repertoire mijns inziens niet thuis hoort en ook haar ademsteun is niet geweldig.

Ondanks deze kritische noten heb ik toch genoten van deze middag en zie ik weer uit naar het volgende seizoen, waarin ik overigens een serie gewijd aan Nederlandse schrijvers als Van Oudshoorn en bv. Coenen mis.


Ik wens Niels en Marijke een goede, zonnige vakantie toe en veel succes bij alle voorbereidingen.

Geen opmerkingen: