zaterdag 16 juni 2012



LEVENSBERICHT 17 JUNI


Dit levensbericht wijd ik aan de op 17 juni 1986 overleden Nederlandse fotograaf Martien Coppens, die vooral bekend werd om zijn foto's van eenvoudige Brabantse boerenfamilies.

De vader van Martien die Grad werd genoemd,  was klompenmaker, maar ook organist.

Martien volgde de zogenaamde Latijnse school in Gemert en daarna in Helmond naar de HBS. Een van zijn klasgenoten had een camera en wist hem te interesseren voor de fotografie. Van 1925 tot 1929 werkte hij in de klompenmakerij van zijn vader, ervan uitgaande dat hij de zaak zou overnemen. In zijn vrije tijd hield hij zich bezig met de fotografie.
Hij stuurde foto's naar het toenmalig toonaangevende tijdschrift Focus en deze trekken de aandacht van Adriaan Boer. 

Deze picturalist weet hem over te halen van de fotografie zijn beroep te maken, dit tot verdriet van zijn vader. Hij vertrekt naar München om daar een opleiding te volgen aan de Bayerische Staatsfehranstalt für Lichtbildwesen.

In deze kunstzinnige stad maakt hij kennis met De Nieuwe Zakelijkheid, een stroming die door de Hongaarse fotograaf Moholy-Nagy werd geintroduceerd. MaarCoppens had geen affiniteit met deze nieuwe kunstrstroming, maar werd juist geboeid door het expressionisme en het surrealisme.

Zijn vader erkent de kwaliteiten van zijn zoon en steunt het financiëel om een eigen  fotoatelier te beginnen in Eindhoven. 3 jaar later d.w.z. in 1935 trouwt Martien met Nanna Cuppens. Het paar krijgt liefst 10 kinderen. Het eerste fotoboek dat Coppens uitgaf droeg de titel Rond de Peel, waarin sterk expressieve, verweerde koppen staan.

In de volgende jaren houdt hij zich bezig met het fotograferen van gebeeldhouwde koorbanken in allerlei Brabantse kerken; hij gebruikte daarbij geen kunstlicht. Tijdens de oorlog wordt in 1941 een fotoboek met deze koorbanken uitgegeven.

In 1942 krijgt hij met een grote tegenslag te maken, als  bij een bombardement op Eindhoven zijn huis wordt getroffen en hij al zijn negatievenarchief verliest. In 1944 wordt het interieur van de Kerk van Oirschot verwoest en gaan ook de koorbanken verloren. Gelukkig weten we dankzij de foto's van Coppens hoe zij er hebben uitgezien.

De ingrijpende wijziging in zijn  manier van fotograferen rond de jaren '50 zijn veroorzaakt door zijn  omgang met kunstenaars als de dichter Frans Babylon, Louis Vrijdag, Jan Kuhr en Eddy de Wilde. De laatste laat hem kennis maken met het realisme van de reportagefotografie en met tijdgenoot fotografen als Capa, Cartier Bresson en Bisschof.

In de jaren '60 krijgt hij grote interesse in de primitieve Afrikaanse beeldhouwkunst en vooral het expressionisme dat eruitspringt.
Hij blijft fotoboeken uitgeven over zijn provincie en als zodanig is hij de vastlegger van een verdwijnende wereld.

Bij de begravenis na zijn overlijden zijn veel vrienden en bewonderaars aanwezig; zij begeleiden hem naar zijn laatste rustplaats op het kerkhof van Lieshout. 

Geen opmerkingen: