donderdag 18 juli 2013

daggedicht 15 juli



Marie Cremers in 1864 in Amsterdam geboren op de Prinsengracht, verhuisde later naar de Keizersgracht. Ze was familie van Nicolaas Beets en Rik Roland Holst. Ze kreeg tekenles van Jan Veth en tekende een portret van Paul, de zoon van Frederik van Eeden. Met de laatste en diens vrouw Martha van Vloten maakte ze in Nunspeet lange wandelingen. Ze schreef  ook gedichten die de aandacht trokken van Albert Verwey.


HERINNERING

Het was voorjaar, een grijze, geurige avond
de lucht koel en fijn.
Je speelt piano, zoals alleen jij kunt, 
onpersoonlijk, hevig en rein.
De tover nam mij. Ik ging naar buiten,
't was koud, maar ik gloeide in strakke extase,
en op het grijze kiezel in den tuin met eikenhout en larix
zonder bloemen, legde ik me als een dwaze
en voelde me als een beeld. In den schemer
zag 'k lichtende ogen, vast in de mijne;
je witte schimmige kat schreed nader, de fijne
Angora en zette zich langzaam op mijn borst
als een Egyptisch ornament.
Toen kwam de tweede, de witta kater,
de brede goedige Koosje wat later
en zette zich er naast op mijn hart:
een roerloze groep als in grauwe graniet
van versteende verrukking
waarin ik gloeiend - koud mijn leven liet.


MARIE CREMERS (1867 - 1960
UIT:   NIEUWE LOTEN (1920)


de tekening die Marie Cremers maakte van Paul van Eeden.

Geen opmerkingen: