dinsdag 23 juli 2013

levensbericht 22 juli



22 februari 1403 werd in Parijs de zoon van de geestesgestoorde Karel VI geboren; zijn moeder was Isabella van Beieren, die een losbandig leven leidde. In 1422  volgde Karel zijn  vader op en noemde zich Karel VII.
I
 Isabella van Beireren
 Karel VI de waanzinnige.

In het begin van zijn regeringsperiode behoorde een groot deel van Frankrijk niet tot zijn grondgebied en moest hij daarvoor strijd leveren tegen de Engelse koning Hendrik VI, die met de steun van de Bourgondiërs het gebied ten noorden van de Loire en dat ten zuiden van Gascogne in het zuiden beheerste.\

 
Karel had waarschijnlijk een gespleten persoonlijkheid en hij vroeg zich voortdurend af wie zijn  vader was, omdat Isabella zich voortdurend gewenteld had in schandalen. Gelukkig vond hij in Yolande van Aragon, de hertoging van Anjou een beschermster die grote invloed op hem had wat betreft zijn handel en wandel.
Ze had een dochter Maria van Aragon en met haar trouwde Karel. In 1429 op 17 juli liet Karel zich tot koning kronen in de kathedraal van Reims. Dat was mogelijk geworden door het optreden van Jeanne d'Arc,  die spectaculaire militaire successen behaalde. Toen deze Jeanne door de Engelsen gevangen genomen werd ondernam hij geen enkele poging om haar vrij te krijgen.


Toen Filips de Goede, hertog van Bourgondië zich met hem verzoend en de Engelsen intern zo verdeeld raakten dat ze hun Franse gebieden konden handhaven, was Karel VII in staat de eenheid van Frankrijk te verwezenlijken.


Hij trok een aantal knappe koppen aan die hem hielpen bij de reorganisatie van het leger en 's lands financiën. De belangrijkste waren Pierre de Brézé en Jacques Coeur. Maar ook zijn maitresse Agnes Sorel haalde hem uit zijn lethargie en veranderde hij in een energiek vorst die allerlei ingrijpende maatregelen nam zoals de oprichting van een staand leger. Dat betaalde hij door de invoering van nieuwe belastingen die hij zonder toestemming van de staten invoerde.
Belangrijk was ook dat hij de Katholieke Kerk rechtstreeks onder het gezag van de koning plaatste.

Op het einde van zijn regering kreeg hij met steeds meer tegenstand te maken o.a. van de adel die zelfs in 1440 in opstand kwam en van  zijn zoon  Lodewijk die flink tegen hem intrigeerde.
Maria van Anjou, de dochter van Lodewijk II van Anjou, met wie hij in 1422 was getrouwd schonk hem liefst 13 kinderen waarvan er 5 op jonge leeftijd overleden.


Geen opmerkingen: